Naast zijn hydraulisch belang, kan de wadi ook zorgen voor een versterking van de biodiversiteit. Het enige wat hiervoor hoeft te gebeuren, is enkele regels in acht nemen opdat de wadi meer zou zijn dan een groene inrichting zonder echt ecologisch belang.
Een goede manier om lokale biodiversiteit te stimuleren is de planten spontaan te laten groeien. Deze methode is niet altijd de meest geschikte. In bepaalde gevallen dient de voorkeur uit te gaan naar het aanplanten van inheemse soorten, waarbij de keuze van soorten is afgestemd op de aanwezige omstandigheden (waarbij indien mogelijk, ook enkele zones onaangeroerd worden gelaten in functie van een spontane kolonisatie).
Hieronder een beperkte opsomming van planten die zich in de wadi's kunnen handhaven :
- Water- en trekbestendige weidevegetatie : Handjesgras (Cynodon dactylon), Veldbeemdgras (Poa pratensis), Rietzwenkgras (Festuca arundinacea), Timoteegras (Phleum pratense), Rietgras (Phalaris arundinacea), Luzerne (Medicago sativa), Witte klaver (Trifolium repens), Boerenkers (Thlaspi arvense)
- Oeverplanten : Gewone engelwortel (Angelica sylvestris), Gewone dotterbloem (Caltha palustris), Moerasspirea (Filipendula ulmaria), Watermunt (Mentha aquatica), Riet (Phragmites australis), Grote lisdodde (Typha latifolia), Gele lis (Iris pseudacorus), Pitrus (Juncus effusus)
- Bomen of struiken : Schietwilgen (Salix alba), Boswilg (Salix caprea) Populieren (Populus tremula), Zwarte els (Alnus glutinosa), Rode kornoelje (Cornus sanguinea), Gelderse roos (Viburnum opulus), Ruwe berk (Betula pendula)
Aangezien er geen wagens op een wadi geparkeerd mogen worden, is het raadzaam om deze geheel of gedeeltelijk te beplanten, wanneer de wadi naast een verbindingsweg gelegen is, of om andere inrichtingen te voorzien, die parkeren tegengaan (bv. grote rotspartijen die weliswaar het water doorlaten, maar geen auto's).
Voor het overige zullen de aanplantingen voor een betere infiltratie/zuivering van het water helpen zorgen, dankzij hun wortels die de bodem verluchten en zich voeden met het water en ze zullen ook een rol spelen bij het reguleren van het water via evapotranspiratie. Als de tijd dat er water in de wadi blijft staan van belang is, zal de voorkeur gegeven worden aan het aanplanten van soorten die aan vochtige gebieden zijn aangepast.
De zuiverende werking van de planten verloopt via diverse mechanismen. De vervuilende stoffen kunnen door de plant worden geabsorbeerd en opgeslagen in zijn weefsels (fyto-extractie) of worden geadsorbeerd - gefilterd en vastgehecht - aan de wortels (rhizofiltratie). Indirect stimuleert de begroeiing ook de microbiologische activiteit in de bodem, waardoor de organische verontreinigende stoffen worden afgebroken (biodegradatie). Sommige plantensoorten zijn bij bepaalde mechanismen efficiënter dan andere en niet alle vervuilende stoffen worden door dezelfde mechanismes afgebroken.
Daarom is het niet alleen voor een grotere biodiversiteit beter om in de wadi meerdere plantensoorten te planten, het zal ook de zuiverende werking van de wadi verbeteren. Volgens de beschikbare studies vindt het zuiveringsproces plaats in de bovenste centimeters van de bodem, waardoor het zuivere water vervolgens kan worden geïnfiltreerd of gedraineerd.
Meer info de Pagina l Keuzeprincipes voor de vegetatie
