Terug naar

Verplichtingen voor installatiegebied

De regelgeving AREI (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties) stelt de installatie van een aardelektrode met een weerstand van minder dan 30 ohm verplicht (indien mogelijk tussen de 5 en 10 ohm) om de foutstroom doorheen een persoon tot 30 mA te beperken. Dat is de drempel waarbij de differentiaalbeveiliging voor kringen die vochtige vertrekken van stroom voorzien in werking treedt.

Op het vlak van elektromagnetische verontreiniging wordt deze eigenschap nuttig toegepast om elektrische ladingen, ook zeer zwakke, naar de aarde af te voeren. Deze ladingen zijn niet gevaarlijk vanuit het oogpunt van elektrocutie, maar ze veroorzaken elektrische velden.

Het AREI stelt de creatie van een elektrische equipotentiaalverbinding tussen de vaste metalen elementen van de woning waarmee fysiek contact mogelijk is verplicht: verwarming, sanitair, fotovoltaïsche panelen die aangeraakt kunnen worden, metalen waterkanalen enz. Het gaat erom personen te beschermen door deze metalen massa's met elkaar te verbinden via een elektrische geleider, zodat er geen verschil in elektrisch potentiaal tussen bestaat.

Equipotentiaalverbinding tussen leidingen

02_NL(Bron: Blinckers Group)

Deze verplichting komt dus enkel en alleen voort uit het risico op contactstroom doorheen het lichaam, veroorzaakt door het verschil in potentiaal tussen twee niet met elkaar verbonden metalen elementen. Maar ook hier heeft deze voorziening op het vlak van het tegengaan van elektromagnetische verontreiniging het voordeel dat opgehoopte elektrische ladingen continu kunnen worden afgevoerd, terwijl dit effect van accumulatie van ladingen tussen metalen massa's met een ander potentiaal wordt beperkt.

Samenvattend moeten we ervoor zorgen dat alle metalen structuren van het gebouw op een goede aardelektrode zijn aangesloten via een rechtstreekse verbinding, aangevuld met een equipotentiaalverbinding tussen de constructie-elementen.

Laatste herziening op 22/01/2024