De inplanting van rijwoningen of vrijstaande woningen, al dan niet met omheiningsmuur, en de aanleg van bufferzones of bouwvrije stroken tussen de geluidsbron en het gebouw, beïnvloeden de wijze waarop het geluid de ruimten bereikt waar men stilte wenst. De volumetrie en de schaal van het gebouw hebben eveneens een impact.
Zie Dossier | De bijdrage van het gebouw aan de geluidshinder in de wijk beperken
Meer bepaald binnen het gebouw begint de preventieve aanpak van het geluid al bij de programmering en de schets van de plannen. Men tracht:
- De gevoelige ruimten te verwijderen van de geluidsbronnen (slaapkamers aan de binnenkant van het woningblok, niet aan de straatkant) en omgekeerd de geluidsbronnen van de gevoelige ruimten te verwijderen (technische uitrustingen bij voorkeur in technische lokalen die zelf oordeelkundig geplaatst zijn);
- Alle kamers met eenzelfde bestemming te groeperen (ook op verschillende verdiepingen, door ze boven elkaar te plaatsen. Dit geldt vooral voor badkamers, waar de vloerbekleding het contactgeluid versterkt;
- Zwakke punten in scheidingswanden tussen twee ruimten te voorkomen (bv. doorgangen voor leidingen, rug-aan-rug geplaatste contactdozen of schakelaars) of ze ten minste van elkaar te verwijderen (bv. de deuren van twee aangrenzende kamers van elkaar verwijderen).
- Bufferzones te scheppen tussen de gevoelige zones en de luidruchtige zones: een toegangssas scheppen, een dubbele deur tussen een woning en een medische praktijk, vaste kasten tussen twee kamers (ook de kleren zullen een absorberende rol spelen en de effectiviteit van het systeem vergroten).
Gevoelige ruimten te isoleren volgens het "doos-in-doos"-principe (zie de paragraaf over de voorzieningen). Voorbeeld: opnamestudio.
- De bewoners van een gebouw over ten minste één ruimte te laten beschikken waar de geluidshinder van het verkeer (weg, spoorweg, vliegtuigen) beperkt is. Ze zullen dan zonder ongemakken de vensters kunnen openen of van een balkon of terras kunnen genieten. In een lawaaierige wijk zou men in het ideale geval een verschil van 20 dB moeten scheppen tussen de meest en de minst aan het geluid blootgestelde gevels ( geluidsluwe gevel ).