
Identiteitskaart
Benzeen is afkomstig van de aardolie-industrie en ontstaat bij de verbranding van bepaalde producten. Deze aromatische koolwaterstof wordt vooral gebruikt in benzine voor motoren. Sinds 1930 is bekend dat benzeen kanker van het leukemietype kan veroorzaken. Daarom werd de concentratie in benzine (momenteel 1%) en andere door de industrie gebruikte mengsels in de loop der jaren verlaagd.
Verbrandingsproducten zijn een van de belangrijkste bronnen van benzeen in de binnenlucht: hulpverwarmingssystemen waarin koolwaterstoffen worden verbrand zoals stookoliekachels, wierookkegeltjes of -stokjes en uiteraard tabaksrook.
Benzeen wordt ook gebruikt in inkt, verf en lijm en vormt het basismateriaal voor talrijke industriële sectoren: productie van elastomeren (bv. schoenzolen), kunststoffen, harsen, kleurstoffen, pesticiden, geneesmiddelen, detergenten en oplosmiddelen.
Toxisch maar alomtegenwoordig
Het kankerverwekkende benzeen is een van die producten die door andere, minder toxische stoffen kunnen worden vervangen. De industrie zoekt naarstig naar geschikte oplossingen. Ondanks de Europese voorschriften, die de concentraties in producten voor het grote publiek beperken, wordt benzeen nog altijd aangewend voor bouw- en renovatiematerialen en meubels (bijvoorbeeld in de vorm van harsen). Bijgevolg worden benzeenemissies aangetroffen in de binnenlucht.
Bronnen van blootstelling
Benzeen in de binnenlucht is afkomstig van diverse bronnen zoals tabaksrook, verbrandingsgassen, schoorstenen, olielampen of andere systemen waarvoor een ontvlambare vloeistof nodig is, bouwmaterialen en meubels, doe-het-zelf- en onderhoudsproducten. Laatstgenoemde producten (verf, oplosmiddelen, enz.) zijn zeer talrijk en worden in de woning bewaard. De hoeveelheid benzeendampen in de binnenlucht kan dan ook groot zijn. In woningen waar regelmatig wierookstokjes of -spiraaltjes worden gebrand, zal de lucht nog meer benzeen bevatten.
Buiten
Benzeen uit de buitenlucht kan de woning binnendringen, vooral als die zich in een zone met zeer druk autoverkeer (uitlaatgassen) of in de buurt van bepaalde chemische en petrochemische fabrieken bevindt. Als het benzeendamprecuperatiesysteem in tankstations (verplichte installatie) defect is, kan de hoeveelheid benzeen in de binnenlucht van de omliggende woningen toenemen, vooral als het tankstation zich onder het gebouw bevindt. Terreinen waar zich vroeger bepaalde bedrijven (bijvoorbeeld een oude garage) bevonden en waarvan de bodem niet werd gesaneerd, kunnen ook een blootstellingsbron zijn.
De gezondheidseffecten
Benzeen is een bewezen kankerverwekker die al 30 jaar als dusdanig wordt erkend door de gezondheidsinstanties. De stof wordt ingeademd en hecht zich aan de vetweefsels, meer in het bijzonder aan het beenmerg. Vandaar het nefaste effect op de aanmaak van bloedcellen. Benzeen heeft een bijzondere toxiciteit die leidt tot de vernietiging van rode bloedlichaampjes, witte bloedlichaampjes en bloedplaatjes en die leukemie kan veroorzaken bij herhaalde blootstelling, zelfs aan kleine doses. Bij zwangere vrouwen kan het bovendien door de placentabarrière dringen en in het merg van de foetus terechtkomen.
Liever geen benzeen in de lucht
Daarom oordelen de internationale gezondheidsinstanties (Wereldgezondheidsorganisatie) dat er geen drempelwaarde bestaat waaronder benzeen ongevaarlijk zou zijn. Er wordt aangeraden de concentratie in de binnenlucht (maar ook buiten) zo laag mogelijk te houden. Ideaal zou die niet meer dan 5 µg/m³ mogen bedragen.
Giftige dampen
In zeer hoge doses, en steeds bij inademing, leidt dit oplosmiddel tot neurologische stoornissen: slaperigheid, dronkenschap, hoofdpijn en, bij herhaalde blootstelling, tot geheugenstoornissen of zelfs depressies. Deze aanzienlijke blootstelling doet zich vaak per ongeluk of op het werk voor. Nu, iedereen moet voorzichtig blijven bij elk gebruik van oplosmiddelen (waarvan benzeen er één is) tijdens knutselwerkzaamheden in het algemeen en bij het omgaan met benzine in het bijzonder.
Net zoals alle oplosmiddelen die in contact komen met de huid, veroorzaakt benzeen irritatie en dringt het langs deze weg het lichaam binnen.
De stof wordt ten slotte ook als bewaarmiddel in cosmetica gebruikt zonder dat dit op het etiket wordt aangegeven, terwijl ze toch sterk irriterend is voor de huid.
Preventie en remediëring
Bij concentraties hoger dan 5 µg/m³ moet de woning grondig onderzocht worden.
- Wat zijn de rookgewoonten in de woning? Niet binnen roken en in ieder geval zoveel mogelijk verluchten!
- Zijn er verbrandingsbronnen? Nauwlettend de staat van hulpverwarmingstoestellen (stookoliekachel), de rookafvoerkanalen en de gasverwarmingstoestellen controleren.
- Brandt u regelmatig wierook of andere geurverspreiders waarvoor een ontvlambare vloeistof moet worden gebruikt?
- Staan er nog ergens voorraden koolwaterstoffen (fles met vloeistof voor olielampen, benzinekruik, oplosmiddel voor verf)? Benzinekruiken, ook die voor tuinmachines of bromfietsen, mogen nooit binnen worden bewaard. Zoek een plaats in de nabije omgeving (garage, kelder, buurt).
- Het is erg belangrijk geen doe-het-zelfproducten (verf, vernis, oplosmiddelen, enz.) binnen te bewaren, en ze vooral niet in de nabijheid van warmtebronnen te plaatsen. En wat benzeen betreft: zelfs als deze producten in de aangrenzende garage of in de kelder worden bewaard, kunnen uitwasemingen in de woning worden aangetroffen. Het is moeilijk deze richtlijn toe te passen, en dus is de regel alleen de strikt noodzakelijke producten te kopen.