Terug naar

Condensatierisico's bij klimaatregeling vermijden

Parameters die condensatie beïnvloeden 

Wanneer een gebouw voorzien is van een klimaatregelingssysteem, bestaat er een risico dat de omgevingslucht condenseert op de elementen voor de verdeling en emissie van de koude.

Om dit te vermijden is het mogelijk in te werken op de volgende parameters:

  • de temperatuur van de verdeelde vloeistof;
  • de omgevingstemperatuur;
  • de relatieve luchtvochtigheid.

Het condensatierisico beoordelen

Het diagram voor vochtige lucht maakt het mogelijk het  condensatierisico te beoordelen. De parameters die van invloed zijn op de condensatie, alsmede de absolute luchtvochtigheid worden hierop aangegeven.

 

Het onderstaande voorbeeld toont hoe het vochtigheidsdiagram gebruikt kan worden voor omgevingslucht van 20°C en 50% relatieve luchtvochtigheid. Met behulp van de verzadigingscurve kan de temperatuur worden bepaald waarbij deze lucht condenseert (dauwpunt). In deze casestudie treedt condensatie op bij een koud element met een temperatuur van 10°C. Het condensatierisico is nog groter als de relatieve luchtvochtigheid hoog is, aangezien bij omgevingslucht met dezelfde temperatuur van 20°C maar een relatieve vochtigheid van 70%, condensatie optreedt bij 15°C.

Diagram van vochtige lucht met weergave van het condensatieverschijnsel

Bron: Architecture & Climat – LOCI - UCL © Leefmilieu Brussel

Het condensatierisico verkleinen 

Er kunnen verschillende maatregelen worden genomen om het  condensatierisico te verkleinen:

  • het temperatuurregime van de koelemittenten verhogen. Kies bijvoorbeeld voor een regime van 15-19°C. Deze maatregel heeft echter tot gevolg dat de koelcapaciteit van de emittenten wordt verminderd, waardoor de investering en de omvang van de emittenten toenemen;
  • de lucht ontvochtigen door te streven naar een relatieve vochtigheidsgraad tussen 30-50%. Deze maatregel leidt echter tot een hoger energieverbruik voor ontvochtiging;
  • het ventilatiedebiet verhogen wanneer het kritieke punt is bereikt (te bepalen naar gelang van de werkingsvoorwaarden van het gebouw). Deze maatregel heeft echter tot gevolg dat de ventilatiekanalen te groot worden en dat de in beslag genomen ruimte en de investering dus groter zijn;
  • leidingen en accessoires isoleren ;
  • efficiënt reguleren: via het volgende schema, dat van toepassing is op de verschillende koelemittenten (koelplafond, koelbalken, inductieconvector), kunnen de parameters getoond worden die betrokken zijn bij het regelen van de temperatuur van het water dat de emittenten voedt. Concreet bepaalt de regulator het dauwpunt van de ruimte op basis van de meting van de temperatuur van de omgevingslucht en de relatieve vochtigheid. Deze begrenst vervolgens de watertemperatuur op een niveau van 1 tot 1,5°C boven dit dauwpunt, door in te werken op een 3-wegklep.

Reguleringssysteem van koelemittenten

Reguleringssysteem van koelemittentenBron: Architecture & Climat – LOCI - UCL © Leefmilieu Brussel

Maatregelen die moeten worden overwogen wanneer condensatie onvermijdelijk is 

Als luchtcondensatie niet kan worden vermeden, moet condensaat worden teruggewonnen. Daartoe zijn klimaatregelingssystemen, zoals koudebatterijen, uitgerust met een bak voor het terugwinnen van condensaat. Deze is via een afvoerpijp verbonden met een sifon met open lucht. Deze laatste maakt een goede afvoer van de condensaten mogelijk, waardoor de volgende problemen worden vermeden:

  • bij een systeem met onderdruk (koudebatterij vóór de ventilator) wordt voorkomen dat buitenlucht binnendringt, waardoor het condensaat in de ventilatiekanalen zou worden gezogen;
  • bij een systeem met bovendruk (koudebatterij na de ventilator), voorkomt het een verlies van toevoerlucht.

Als het condensaat niet met behulp van de zwaartekracht kan worden afgevoerd, moet een condenspomp in de opvangbak worden geïnstalleerd. Een vlotter meet het waterpeil in de tank en schakelt de pomp in om de condensaten af te voeren. De installatie vereist periodiek onderhoud om een goede condensaatafvoer te verzekeren en te voorkomen dat de condensaatbak overloopt of dat de leiding verstopt raakt.