Terug naar

Voorschriften

Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening (GSV)

De Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening (GSV) van 21/11/2006, bepaalt in Titel 1, hoofdstuk IV – Naaste omgeving:

Art. 11:

De achteruitbouwstrook: (gedeelte van het terrein tussen het voetpad en het gebouw):

  • wordt ingericht als tuintje met beplanting in volle grond
  • bevat geen bouwwerken, behalve die welke horen bij de ingang van een gebouw
  • mag niet tot parkeerruimte worden omgevormd
  • mag niet met ondoorlatende materialen worden bedekt

Art. 12:

  • De inrichting van de gebieden voor koeren en tuinen en van zijdelingse inspringstroken heeft tot doel het groen uitzicht kwantitatief en kwalitatief te verbeteren.

Art. 13:

  • Het gebied voor koeren en tuinen bestaat uit een doorlatende oppervlakte – uit volle grond en beplant – voor minstens 50% van zijn oppervlakte.
  • Ontoegankelijke platte daken van meer dan 100 m2 moeten als groendaken worden ingericht

Gemeentelijke Stedenbouwkundige Verordening (GemSV) en Bijzonder Bestemmingsplan (BBP)

Bepaalde GemSV's en BBP's kunnen strengere bepalingen omvatten dan de GSV. Tijdens de projectontwerpfase dienen de GemSV en het BBP van de betreffende gemeente te worden onderzocht.

Link naar de GemSV van de gemeenten binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Veldwetboek

Ter informatie, het Veldwetboek bepaalt de minimale in acht te nemen afstand ten opzichte van de scheidingslijn tussen twee eigendommen: twee meter voor hoogstammige bomen (hoogte: min. 4 m; omtrek van de stam: min. 40 cm op 1,5 m van de bodem) en een halve meter voor de andere bomen en vrije hagen. Deze bepaling is niet van toepassing op fruitbomen die als leibomen worden geplant. (Opgelet: deze bepalingen kunnen in bepaalde gemeenten afwijken.)

Voor het vellen van hoogstammige bomen is een stedenbouwkundige vergunning van de gemeente nodig, behalve in de volgende gevallen:

  • Indien het een dode boom betreft
  • Indien de boom wordt geveld in toepassing van een beheersplan of beheersreglement.

Voor het snoeien van een hoogstammige boom is een stedenbouwkundige vergunning nodig indien de boom op de monumentenlijst staat.

Ordonnantie betreffende het natuurbehoud (01/03/2012)

Deze ordonnantie heeft tot doel bij te dragen aan het verzekeren van de instandhouding en het duurzame gebruik van de elementen die deel uitmaken van de biologische diversiteit en dat door maatregelen voor de bescherming, het beheer, de verbetering en het herstel van de soortenpopulaties van de wilde fauna en flora, evenals hun habitats, natuurlijke habitats en terrestrische en aquatische ecosystemen, en door de daartoe vereiste behouds- of herstelmaatregelen voor de milieukwaliteit.

Het vellen van bomen is verboden tijdens de voortplantingsperiode (Ordonnantie natuurbehoud, 01.03.2012, art 68, par. 1, 7°)

Link naar de Ordonnantie betreffende het natuurbehoud

Laatste herziening op 23/11/2016