Terug naar

Op niveau van het ontwerp van het projet

Hergebruik de bestaande gebouwenvoorraad

Voor een oordeelkundig gebruik van de materialen biedt renovatie het voordeel dat deze keuze in een bestaand bouwwerk kadert. De recuperatiemogelijkheden (van het gebouw, zijn componenten en de materialen die er zich bevinden) zijn dus groot en als het gebouw geschikt is voor het project dat men er wil uitvoeren, helpen ze om de stroom benodigde materialen te beperken.

Werken waarvoor tussen 2002 en 2012 een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning werd ingediend
ResidentieelNiet-residentieel
NieuwRenovatie% van de ingediende vergunnings-aanvragen NieuwRenovatie% van de ingediende vergunnings-aanvragen
In België49,05%50,95%84,20%43,74%56,26%15,80%
In het BHG18,96%81,04%88,67%20,77%79,23%11,33%

Gemiddeld betreft 80% van de bouwaanvragen een renovatieproject (2002-2012) in het BHG en daarmee is het BHG een uitzondering in het Belgische bouwlandschap - Bron: FOD Economie

Vanuit het oogpunt van rationeel materiaalgebruik biedt het behoud van de belangrijkste elementen waaruit het gebouw is samengesteld, zoals de gebouwschil en de structuur, de mogelijkheid om het gebruik van nieuwe bouwmaterialen te beperken. Deze aanpak is niet alleen belangrijk voor de milieu-impact, maar ook vanuit sociaal-economisch en architectonisch standpunt (behoud van het culturele erfgoed). Het is bij deze aanpak evenwel vereist dat er bijzondere aandacht wordt besteed aan de energieprestatie die het gebouw door de renovatiewerken kan bereiken.

Hoewel er geen absolute regel bestaat die stelt dat renovatie in alle gevallen te verkiezen is boven nieuwbouw, dient men op te merken dat het bij de objectieve evaluatie van een scenario " renovatie versus afbraak + bouw " nodig is rekening te houden met de milieu-impact en de financiële impact voor de hele levenscyclus van het betreffende gebouw. Behalve voor bepaalde grootschalige projecten gebeurt het vaak dat dit type analyse (het gaat hier om LCCLife Cycle Costing-studies) ontbreekt, wat leidt tot intuïtieve beslissingen die op hun beurt een onverwachte impact tot gevolg kunnen hebben. Aan de hand van dit type analyse is het ook mogelijk de kosten en baten, verbonden aan de keuze van een bepaald materiaal of bouwproduct, te evalueren.

Streef naar een rationeel gebruik van materialen en elementen.

Voor u nieuwe materialen gaat specificeren, is het aangewezen om stil te staan bij de vraag welke inbreng van nieuwe materialen effectief nodig is. Vereist het project producten of elementen die niet essentieel zijn of waarvoor een alternatief bestaat dat minder middelen verslindt? Zijn er materialen of elementen aanwezig waarvan voorzien was ze weg te halen, maar die hun functie, mits een herstelling, een aanpassing of een aanvulling, best verder zouden kunnen vervullen?

Enkele voorbeelden:

  • Een goed uitgevoerde vloer in gepolijst beton kan de rol van afgewerkte binnenvloerbekleding spelen en vereist geen bijkomend afwerkingsmateriaal, zoals een tegelvloer, een tapijt of een parketvloer (zie dossier Duurzame keuze van binnenvloerbekleding)
  • Een bestaand raam in goede staat (of dat kan worden hersteld) kan, indien technisch haalbaar, van een nieuwe beglazing met een hogere prestatie worden voorzien (zie dossier Duurzame keuze van raamkaders). Zo wordt het raam behouden en de reële levensduur verlengd.

Het principe “ less is more ” is het sleutelwoord wanneer men een rationeel materiaalgebruik nastreeft. Het moedigt de ontwerper aan zich tot de essentie te beperken en laat toe de binnenkomende materialenstroom beter te beheersen.

Integreer de notie bouwhiërarchie 

Een goed doordachte bouwhiërarchie laat de mogelijkheid open om tijdens de levenscyclus van een gebouw aanpassingen en wijzigingen uit te voeren, zonder dat er grote afbraak- of transformatiewerken nodig zijn. In die zin mag de aanpassing of vernieuwing van een element met een korte levensduur niet leiden tot de beschadiging of afbraak van een ander element met een langere levensduur.

Het onderstaande schema toont het verband tussen de respectieve levensduur van de verschillende groepen componenten van een gebouw tijdens de levenscyclus van het gebouw zelf. Dit schema is een heel nuttig hulpmiddel tijdens het ontwerp, want het toont in hoeverre de vervanging van de elementen die een bouwwerk vormen te verwachten valt tijdens het gebruik van het gebouw.

De duurzaamheidslagen van een gebouw.

De duurzaamheidslagen van een gebouw. Bron: “How buildings learn”, Stewart Brand, 1994

De dikte van de streep geeft de levensduur van het betrokken element aan. Na het terrein blijft de structuur het langste staan, gevolgd door de elementen van de gebouwschil. Op de derde plaats staat de vernieuwing van de technische installaties. De interieurinrichtingen hebben een nog kortere reële levensduur, evenals het meubilair en de afwerkingsproducten

Ontwerp constructies die kunnen worden ontmanteld, en vermijd zo afbraak

Vanaf de ontwerpfase van het project moeten de keuze van de materialen en elementen die het gebouw vormen en hun toepassingstechniek aan een grondige analyse worden onderworpen, zodat ze achteraf kunnen worden losgemaakt, uiteengehaald en/of gedemonteerd. Een adequate keuze in die zin zal de eventuele recuperatie en het hergebruik van de elementen gemakkelijker maken. Het zal ook eenvoudiger zijn om ze op te splitsen in zuivere afvalfracties.

Elk element dat aan een ander is bevestigd, kan, als het type en/of de volgorde van bevestiging niet in detail werd bestudeerd, de beschadiging en zelfs de onvermijdelijke vervanging van de daarnaast gelegen componenten veroorzaken, zodat deze sneller in onbruik raken.

Als algemene regel geldt dat het vastlijmen van een element op zijn draagvlak de waarschijnlijkheid dat dit laatste beschadigd raakt en moet worden vervangen, sterk verhoogt. Mechanische bevestigingen, met ineensluiting en/of zonder lijmen, zijn geschikte oplossingen, op voorwaarde dat de bevestigingen makkelijk toegankelijk zijn voor de gebruiker of beheerder van het gebouw.

Van bij het ontwerp van het project rekening houden met de ontmanteling van het gebouw betekent :

  • De structuur, de ruwbouw en de afbouw zo ontwerpen dat ze een ruimtelijke structuur scheppen die kan beantwoorden aan de veranderingen in de behoeften van de gebruikers of bewoners;
  • De mogelijkheid openlaten om de gebouwschil en de indeling van de interne ruimtes van het gebouw volledig of gedeeltelijk te wijzigen zonder een grote impact op de structuur en de ruwbouw;
  • De mogelijkheid voorzien om de technische installaties te wijzigen of te vervangen zonder beschadiging van de andere duurzaamheidslagen en met een minimale weerslag op het gebruik van het gebouw;
  • De mogelijkheid openlaten om de inrichting te onderhouden, te herstellen, te demonteren en te vervangen zonder de andere componenten van het gebouw te veranderen en met een minimale afvalproductie;
  • De details, de assemblages en de modulariteit bestuderen om de hierboven vermelde doelstellingen te kunnen waarmaken;
  • Op het einde van de levensduur de demontage, de vervanging, het hergebruik of de recyclage van elk element waaruit het gebouw samengesteld is, mogelijk maken.
Laatste herziening op 01/01/2013