Terug naar

Uitdagingen

Milieu-uitdagingen

De uitputting van de natuurlijke grondstoffen en het afvalprobleem

In de 21e eeuw vormt de overconsumptie van natuurlijke grondstoffen een uitdaging van formaat, zowel voor het milieu als vanuit sociaal-economisch oogpunt. De activiteiten van de bouwsector zijn hier rechtstreeks bij betrokken: op wereldniveau is deze van alle activiteitensectoren immers de grootste afnemer van grondstoffen (bron: Europees Milieuagentschap, 2010).

  • In Europa valt 31% van het gebruik van natuurlijke grondstoffen toe te schrijven aan activiteiten, gerelateerd aan bouw en renovatie. Daarnaast is de sector ondanks de relatief hoge levensduur van de producten, ook de grootste afvalproducent, met een gemiddelde van 33% van het afval dat op het Europese grondgebied wordt voortgebracht (bron: Europees Milieuagentschap, 2010).

Rekening houdend met de wereldwijde uitdagingen – een beperkte voorraad van hulpbronnen, het afvalprobleem, de bevolkingsaangroei, een constant toenemende grondstoffenstroom – is een doeltreffend en verstandig gebruik van de hulpbronnen primordiaal: het wordt een bepalende factor binnen het vakgebied van de architectuur , en dit al van bij de ontwerpfase van het project.

De duurzame keuze van een materiaal/product omvat veel aspecten

Naast het probleem van de uitputting van de natuurlijke grondstoffen kan een ongeschikte keuze van materialen en bouwtechnieken uiteenlopende en soms aanzienlijke gevolgen hebben. Een dergelijke evaluatie is evenwel niet eenvoudig en de professionals uit de bouwsector krijgen een steeds uitgebreidere waaier van producten aangeboden, naast weinig objectieve en/of onvolledige verkoopargumenten (“duurzaam, want het is recycleerbaar”, “duurzaam, want het gaat lang mee”,…). Geen enkel materiaal kan echter op absolute wijze worden aanbevolen of afgewezen; of een keuze verstandig is op het niveau van duurzame ontwikkeling hangt af van talrijke factoren , waaronder de context van het bouwwerk, de technische vereisten, de voorzienbare en/of gewenste levensduur van een product, een gebouw, de impacten die worden gegenereerd,…

Volgens de definitie van de Europese Unie staat duurzaam bouwen en/of renoveren voor "het gebruik en/of de bevordering van:

a) milieuvriendelijke materialen,

b) energie-efficiënte gebouwen

c) een optimaal beheer van bouw- en sloopafval.”

Hoewel het aspect van de impact op de gezondheid een belangrijke uitdaging is, werd het niet in deze definitie opgenomen.

  • Definitie van een duurzame keuze van materialen en bouwtechnieken :
  • “Het principe van duurzame ontwikkeling betekent, voor de bouwsector, dat in alle fasen van de levenscyclus van een gebouw – vanaf het ontwerp, de fabricage van de materialen en elementen en de toepassing ervan, het gebruik en de renovatie tot het einde van de levensduur – consequente inspanningen worden geleverd om het verbruik van energie en van (materiële en immateriële) middelen terug te dringen, om de impact op het milieu en de gezondheid in termen van uitgaande stromen (afval en lucht- , water- en bodemvervuiling) zo laag mogelijk te houden en om de gebruiker een hoog niveau van comfort, gezondheid en kwaliteit te bieden.”

Evolutie van de energieprestatienormen en het rechtstreekse verband met het bouwmateriaal

  • De Brusselse reglementering inzake energieprestaties is sinds de inwerkingtreding van de EPB-regelgeving ambitieus geweest en is dat nog steeds. Zie Intro | Het energieverbruik van gebouwen beperken > Context.
  • Het is onbetwistbaar een verstandige aanpak want in Europa bedraagt het primaire energieverbruik, toe te schrijven aan gebouwen, 42% van het totale verbruik en het aandeel van broeikasgassen, te wijten aan de gebouwen, 35% (zie thema Energie ).
  • Dit concretiseert zich in een steeds hogere energieprestatie en een grondige analyse bij het ontwerp van de gebouwschil, maar brengt onvermijdelijk een stijgende hoeveelheid bouwmaterialen , in het bijzonder (maar niet alleen) thermische isolatieproducten, met zich mee.

De impact van de bouw- en renovatiesector beperkt zich echter niet tot de energieprestatie van de bouwwerken. Twee gebouwen met een gelijke energieprestatie veroorzaken niet noodzakelijk dezelfde impact, zij het de milieu-, gezondheids-, sociale of economische impact. Daarom vormt de evaluatie van de verschillende soorten impacten van een bouw- of renovatieproject veroorzaakt door de materiële aspecten de volgende stap in de analyse van de prestaties op het niveau van duurzame ontwikkeling, na de aandacht voor de energieprestatie. Nochtans zijn momenteel slechts een minderheid van de betrokken professionele actoren (opdrachtgevers, ontwerpers, studiebureaus) met deze uitdagingen begaan.

De opkomst van erkenningsystemen voor duurzaam bouwen biedt opportuniteiten waarvoor men bewust kan kiezen

  • Toch stellen we op deze trend ook opmerkelijke uitzonderingen vast, met name in het kader van bouw- of renovatieprojecten die streven naar een (vrijwillige) erkenning op het gebied van duurzaamheid: Voorbeeldgebouwen (een initiatief van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat zijn sporen al geruime tijd heeft verdiend), de BREEAM-certificatie (die recent op de Belgische projectontwikkelingsmarkt werd gelanceerd), HQE,…

    • Het relatieve belang van het thema “ Materie ” in deze erkenningsystemen valt niet te verwaarlozen. Het is goed voor gemiddeld 15% van de toe te kennen punten, waarmee het in weging op de 2eplaats staat , na energie.

Objectieve evaluatie van inkomende en uitgaande stromen

Gezien de niet-hernieuwbare bronnen wereldwijd steeds schaarser worden, is het essentieel dat we de milieu-impact van de materiële stromen en de processen voor de vervaardiging van materialen en bouwelementen, in cijfers kunnen uitdrukken en kenschetsen. We hebben het in dat verband over “ingaande stromen”. Deze omvatten niet alleen de materiële bijdrage van de ingrediënten van het betreffende product, maar ook de energie en het water, nodig om dat product te vervaardigen. Aan de andere kant brengen de industriële processen ook uitgaande stromen voort, met name materieel afval en vervuiling (van het water, de lucht en de bodem), die op hun beurt een impact kunnen hebben op het milieu en de gezondheid.

Deze uitdagingen zijn al langer gekend. De mechanismen om deze stromen in cijfers uit te drukken en te beheersen, zijn evenwel relatief jong; hun opkomst is verbonden met de verschijning van het concept industriële ecologie. Fabrikanten hanteren tegenwoordig de notie van een 'industrieel metabolisme' om de kosten, verbonden aan de inkomende en uitgaande stromen (ontginning, afvalbeheer en vervuiling), te beperken, hun industriële processen te optimaliseren en de milieu-impact, te wijten aan de fabricage van het product, te beperken.

Op de schaal van een gebouw dringt dezelfde overweging zich op. Elke activiteit in de bouwsector brengt het gebruik van materiaal met zich mee. Op het bouwterrein kunnen energie, water en specifieke producten nodig zijn. Er wordt afval geproduceerd en mogelijk wordt er vervuiling veroorzaakt. Het is aangewezen deze te beperken en ze op een zo passend mogelijke manier te beheren.

De opkomst van de levenscyclusaanpak (zie dossier De levenscyclus van materialen: analyse, informatiebronnen en keuzehulpmiddelen , gebaseerd op de analyse van de inkomende en uitgaande stromen, zowel wat de materialen betreft als op schaal van het gebouw en de elementen waaruit dit bestaat, is een waardevolle evolutie. De levenscyclusanalyse is het instrument bij uitstek om dit complexe metabolisme objectief te evalueren.

De recuperatie en het hergebruik van materialen en elementen is een essentiële, maar nog altijd weinig toegepaste praktijk

Hoewel de afvalstroom van bouw en afbraak aanzienlijk is (in totaal goed voor meer dan een derde van het niet-huishoudelijke afval dat jaarlijks in het Brusselse Gewest wordt geproduceerd), wordt de recuperatie en het hergebruik van materialen en bouwelementen nog niet vaak toegepast.

Ondanks het feit dat de bouwondernemingen sommige elementen recupereren die ze in het kader van hun activiteiten kunnen gebruiken, eindigt een verpletterende meerderheid van de materialen die voor aanvang van de werken al aanwezig zijn in het gebouw en niet ter plaatse worden behouden, in de container, waar ze het statuut van afval krijgen. Hoewel een groot deel hiervan zal worden gesorteerd en gerecycleerd, had een niet te verwaarlozen percentage van deze elementen ook gedemonteerd, schoongemaakt en eventueel hersteld en opnieuw in de materiaalcyclus ingebracht kunnen worden, zodat ze een tweede leven zouden krijgen in een ander gebouw of op hetzelfde bouwterrein. ( bron: Etude Déchets, ceraa asbl & rotor asbl, 2011 ).

De terughoudendheid bij de ontwerpers om materialen en bouwelementen te hergebruiken, valt hoofdzakelijk te verklaren door het gebrek aan technische erkenningen, de vrees voor slechte kwaliteit en de moeilijkheid om de duurzaamheid van deze producten te kunnen verzekeren. Er bestaan nochtans heel wat voorbeelden van projecten waarbij materialen uit recuperatiekanalen werden gebruikt.

Voor de inventaris van de materialen die op het bouwterrein aanwezig zijn en waarvan het niet voorzien is om ze te behouden in het kader van een renovatieproject, kunt u de infofiche “ Afvalinventaris ” van Leefmilieu Brussel raadplegen.

Sociale en culturele uitdagingen

Impact van materialen en bouwtechnieken op de menselijke gezondheid

Ook al zien we op de markt en binnen het regelgevende kader steeds meer aandacht voor dit aspect (opkomst van lage emissielabels en ecolabels met beperkingen van het uitstootgehalte, de Europese richtlijn REACH, het Belgische Koninklijk Besluit over de emissies van bouwproducten in contact met het binnenklimaat (publicatie voorzien in de loop van 2013, inwerkingtreding vanaf 1 januari 2014), bestaan er op de markt nog altijd producten en bouwmaterialen die nadelig kunnen zijn voor de gezondheid, hetzij tijdens hun fabricage, hun toepassing, hun gebruik of hun beheer als afval op het einde van hun levensduur. De keuze van de materialen en bouwtechnieken moet met dit gegeven rekening houden.

In België worden jaarlijks gevallen vastgesteld van ziekten die rechtstreeks verbonden zijn met een slechte kwaliteit van de binnenlucht:

  • 12.000 gevallen van astma
  • 10.000 gevallen van hart- en vaatziekten
  • 3.000 gevallen van longkanker
  • 12.000 gevallen van het Sick Building Syndrome (ongezond gebouwsyndroom)

Daarnaast heeft de Europese studie EnVIE aangetoond dat van alle genoemde pathologieën, 7.000 gevallen per jaar te wijten zijn aan de aanwezigheid van VOS in te hoge concentraties (zie dossier Vermijden van polluenten in het gebouw ) (bron: EnVIE).

Verdeling van gezondheidsproblemen volgens de antwoorden van de bewoners op de vragenlijst

 

Verdeling van gezondheidsproblemen volgens de antwoorden van de bewoners op de vragenlijst Bron: RCIB 2008

In het Brusselse Gewest voert de RCIB (Regionale Cel voor Interventie bij Luchtvervuiling) onderzoek naar dit probleem op verzoek van een behandelend geneesheer wanneer die vermoedt dat ernstige gezondheidsproblemen mogelijk aan vervuiling van de binnenlucht in het gebouw te wijten zijn. De 'groene ambulances' nemen in de onderzochte woningen monsters van de binnenlucht. Bij de analyse van die monsters werden meerdere vervuilende stoffen vastgesteld: benzeen, tolueen, formaldehyde, trichlorethyleen, tetrachlorethyleen en limoneen. Deze componenten zijn vaak aanwezig in afwerkingsmaterialen en -producten , verspreiden zich in de binnenlucht en kunnen al naargelang hun aard, hun concentratie en de gevoeligheid van de bewoners, gezondheidsproblemen veroorzaken, gaande van hoofdpijn en overgeven tot hartritmestoornissen. (Bron: RCIB, Analyse en resultaat van de enquêtes, Observatorium voor milieugegevens, december 2007).

Tot vandaag blijft het aspect 'gezondheid' bij de materiaalkeuze het zwakke broertje van het architectuurontwerp. Weinig ontwerpers besteden er bijzondere aandacht aan en wanneer de bestekken van architectuurprojecten de maximumlimieten voor de uitstoot in de binnenlucht opgeven, steunen ze op het huidige reglementaire kader, waarvan de vereisten de aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie (zie dossier Vermijden van polluenten in het gebouw ) niet halen. Merk bovendien op dat de impact van de gebruikte producten op de gezondheid niet beperkt is tot de gebruikers en bewoners van de lokalen, maar ook de werknemers treft die deze producten tijdens de bouwwerken toepassen, wat een risico voor hun gezondheid kan betekenen.

Economische uitdagingen

De perceptie van de kost van de bouwmaterialen en -technieken met een lage impact op het milieu en de gezondheid

  • De bouwsector (opdrachtgevers, ontwerpers, aannemers) associeert materialen met een lage impact op het milieu en de gezondheid vaak met een hogere prijs. De opvatting heerst dat ze per definitie het budget zouden verhogen en het dus moeilijk te rechtvaardigen zou zijn deze materialen in de specificaties op te nemen. Nochtans beperkt de reële, globale kost van een bouw of renovatie zich vanuit het oogpunt van duurzame ontwikkeling niet tot de financiële investering die eindigt bij de oplevering van de werken. Enerzijds kan de keuze voor een aangepast bouwsysteem en montage- en assemblagetechnieken die het uiteenhalen, ontmantelen en/of demonteren gemakkelijker maken, besparingen opleveren voor de exploitatie van het gebouw. Met de studie Life Cycle Costing kunt u verschillende bouwscenario's en technieken evalueren op basis van hun financiële impact op de lange termijn. Een dergelijke studie wordt momenteel echter vaak enkel uitgevoerd in het kader van grootschalige projecten.
  • Anderzijds kunnen de kosten voor het milieu en de gezondheid ten gevolge van een onaangepaste keuze van materialen en producten oplopen en de hele maatschappij treffen, bv. wat betreft de beschikbaarheid van de grondstoffenreserves, de kosten voor de gezondheidszorg en het afvalbeheer. Bij levenscyclusanalyses (lees hieromtrent de dossier De levenscyclus van materialen: analyse, informatiebronnen en keuzehulpmiddelen ) kunnen kosten van dit type financieel worden uitgedrukt. Dit betekent dat de impact vertaald wordt in geld, in verhouding tot de kosten die door de maatschappij worden gedragen. Als deze parameters vandaag niet in het ontwerp van een project opgenomen zijn, is het nodig de aandacht te vestigen op het belang ervan en de professionals op de hoogte te brengen van het bestaan van een financiële evaluatiemethode die in de evaluaties van de materialen en producten kan worden opgenomen wat betreft de impact op het milieu en de gezondheid.
Laatste herziening op 03/09/2023