Terug naar

Ontwerpen om een structuur uit elkaar te halen, te ontmantelen en te demonteren

Een "levenscyclusbenadering" hanteren betekent dat de doelstellingen voor ontmanteling en afbraak in het project moeten worden opgenomen, van het ontwerp tot aan de realisatie en voor alle componenten van het gebouw, met inbegrip van de structuur (zie dossiers Duurzaam materiaalgebruik en De levenscyclus van materialen: analyse, informatiebronnen en keuzehulpmiddelen ). Ter informatie wijzen we erop dat gelijmd metselwerk moeilijk demonteerbaar is, terwijl theoretisch alle onderdelen van een geraamte (van metaal of van hout) kunnen worden gerecupereerd.

De omkeerbaarheid van bouwwerken houdt in dat de elementen die een gebouw vormen gemakkelijk kunnen worden gedemonteerd, zonder dat de kwaliteit van de producten die behouden worden hieronder lijdt. Zo is het niet alleen mogelijk om de materialen terug te winnen om ze opnieuw te gebruiken (ter plaatse of elders), maar ook om hun onderhoud of eenvoudige vervanging te verzekeren. Mechanische assemblages kunnen eenvoudig worden gedemonteerd en maken reparatie of vervanging van constructie-elementen dus gemakkelijker. Structuurelementen van ter plaatse gegoten beton, solidaire massieve elementen en gelijmde bevestigingen hebben een negatieve impact op deze aspecten.

Van bij het ontwerp van het project rekening houden met de ontmanteling van het gebouw betekent:

  • De structuur, de ruwbouw en de afbouw zo ontwerpen dat ze een ruimtelijke structuur scheppen die kan beantwoorden aan de veranderingen in de behoeften van de gebruikers of bewoners;
  • De mogelijkheid openlaten om de gebouwschil en de indeling van de interne ruimtes van het gebouw volledig of gedeeltelijk te wijzigen zonder een grote impact op de structuur en de ruwbouw;
  • De mogelijkheid voorzien om de technische installaties te wijzigen of te vervangen zonder beschadiging van de andere duurzaamheidslagen en met een minimale weerslag op het gebruik van het gebouw;
  • De mogelijkheid openlaten om de inrichting te onderhouden, te herstellen, te demonteren en te vervangen zonder de andere componenten van het gebouw te veranderen en met een minimale afvalproductie;
  • De details, de assemblages en de modulariteit bestuderen om de hierboven vermelde doelstellingen te kunnen waarmaken;
  • Op het einde van de levensduur de demontage, de vervanging, het hergebruik of de recyclage van elk element waaruit het gebouw samengesteld is, mogelijk maken.

Daarom is het volgende aanbevolen:

  • Geef de voorkeur aan mechanische bevestigingsmethodes, liefst middels gestandaardiseerde systemen waarvan de uitvoeringstechniek op de werf weinig complex is.
  • Let op de toegankelijkheid van de bevestigingssystemen.
  • Besteed bijzondere aandacht aan de coördinatie en de compatibiliteit van de structuurelementen in termen van aanpasbaarheid: montage-/assemblagevolgorde + type bevestigingen.
  • Vermijd bevestiging met lijm
  • Maak zo min mogelijk gebruik van chemische verankeringen en ter plaatse gestort beton.
  • Denk na over de noodzaak (in functie van het programma van het project) om ondergrondse gebouwelementen te realiseren (bijv. ondergrondse parkings).

Ziedossier Bouwafval, impact van conceptuele keuzes en overwegingen in de projectfase.

Bouw van een kantoorpand in Delft.

?image5_image6_ Projet XX, construction d'un immeuble de bureaux à Delft.jpg?Architecten: XX architecten © Architectenweb

De ontwerpbenadering onderscheidt zich doordat de tijdelijkheid van het gebouw wordt meegenomen: het staat vanaf de planningsfase vast dat het gebouw een economische levensduur van slechts 20 jaar zal hebben. Het is zeker dat na deze periode ingrijpende renovatiewerken zullen plaatsvinden. De structuur- en andere materialen en elementen zijn gekozen met het oog op een maximale beperking van de milieu-impact. Alle structuurelementen zijn volledig demonteerbaar.