Terug naar

Rationaliseer de structuur

Hieronder zijn enkele denkpistes weergegeven. Deze zijn niet absoluut bedoeld. De relevantie van een structurele keuze hangt steeds af van de bijzonderheden van het bouw- of renovatieproject.

Kies bouwelementen die materiaal uitsparen

  • Naast hun structuur, die een dikke laag isolatiemateriaal mogelijk maakt, en het duurzame karakter van het materiaal leveren houten geraamtes ook een materiaalbesparing en dus een lichtere structuur op. Let op: die lichtheid kan 's zomers thermisch ongemak veroorzaken indien geen voorzorgsmaatregelen worden genomen (zie dossier | Het thermisch comfort verzekeren). Dit type structuur levert weinig inertie op en het beheer van het zomercomfort is moeilijker dan bij een massieve structuur (metselwerk, beton). Afhankelijk van de situatie kan de voorkeur uitgaan naar een houten structuur met verticale wanden en een ‘zwaardere' structuur voor de gelijkvloerse vloerplaat of de tussenverdiepingsvloer. Zo wordt aan het gebouw meer inertie verleend. .
  • Constructies van massief hout zijn daarentegen minder interessant, want ze verbruiken meer materiaal dan een houten geraamte en bieden minder soepelheid en minder isolatie. Ze zijn dus minder gunstig dan een houten structuur, maar kunnen desalniettemin een interessante optie zijn.
  • De keuze tussen een schuin dak (gebinte) en een plat dak is moeilijker. Bij een plat dak is het warmteverliesoppervlak kleiner, terwijl dat bij een schuin dak toeneemt. Een schuin dak wordt meestal vervaardigd uit een geraamte (hout, metaal), hetgeen materiaalbesparing mogelijk maakt. Bij platte daken wordt meestal voor massieve oplossingen (beton) gekozen. Bij een schuin dak kan dan weer geen groendak worden aangelegd (behalve bij een helling van minder dan 30° - zie dossier | Een groendak realiseren). Het is ook van belang om deze voorafgaande keuze te overwegen in overeenstemming met de lokale stedenbouwkundige voorschriften.
  • De informatie uit milieubalansen en evaluatie- en classificatiehulpmiddelen op basis van een levenscyclusanalyse (zie dossier | De levenscyclus van materialen: informatiebronnen en keuzehulpmiddelen) dient als richtlijn voor de keuze, maakt het mogelijk de milieu-impact objectief te bepalen en biedt een vergelijking tussen de verschillende structurele scenario's.

Denkpistes voor een rationele structuur

  • Gebruik van structuur- en ruwbouwmaterialen en -elementen van algemeen in de handel verkrijgbare en/of standaardformaten,
  • Gebruik van geprefabriceerde of demonteerbare elementen
  • Maximale duidelijkheid en eenvoud
  • Minimale complexiteit
  • Beperking van het aantal verschillende materialen

Overdimensionering van bepaalde structuurelementen maakt extra belasting mogelijk, waardoor toekomstige renovatieprojecten mogelijk zijn zonder dat de bestaande structuren hoeven te worden gewijzigd. Maar vanuit het oogpunt van de materiaalcyclus is het aanbevolen de structuur van het gebouw zo rationeel mogelijk vorm te geven. Dit betekent niet dat we onderdimensionering of excessieve beperkingen wat het aantal structuurelementen aangaat aanmoedigen. Het gaat veeleer om het principe van zuinig gebruik van materialen: voor bijvoorbeeld een deur moet de hoeveelheid materiaal worden onderzocht die per materiaaltype nodig is om deze functie te vervullen. De hoeveelheid materiaal op zichzelf is echter niet het enige keuzecriterium: ze moet in combinatie met de milieu-impact worden bekeken, evenals het potentieel voor hergebruik (rechtstreeks in verband met de mogelijkheid voor demontage en bepaald door het type aansluitingen en bevestigingen) en de totale samenstelling van het structuurelement.

Overweeg prefabricage en voormontage

De voordelen van geprefabriceerde systemen zijn groter wanneer het systeem binnen het gebouw herhaaldelijk wordt toegepast.

Het is moeilijk om eenduidig te zeggen of prefabricage altijd een financiële besparing oplevert. Wel is zeker dat prefabricage vele voordelen heeft. Ze maakt het volgende mogelijk:

Op korte termijn:

  • Een snelle toepassing van de geprefabriceerde elementen. Voor elementen die de bouwmantel vormen, betekent dit dat de ruwbouw snel kan worden gesloten.
  • Een beperking van de duur van de werf – dit is een groot voordeel, zeker in een stadsomgeving waarin de ruimte die door de werfinstallaties wordt ingenomen veel geld kan kosten (blokkering van voetpaden/wegen...)
  • Een beperking van de productie en dus van het beheer (scheiding / transport) van het werfafval
  • Een betere beheersing van het risico op werfongevallen
  • Goede kwaliteit van de elementen door betere technische beheersing in de fabriek (uitvoering in een gesloten omgeving vrij van weersinvloeden)

Op lange termijn:

  • Een hoog demontagepotentieel voor de geprefabriceerde elementen bij renovatie, wijziging van de functie van het gebouw of gedeeltelijke of complete afbraak
  • Mechanische bevestigingen maken het meestal mogelijk de materialen weer van elkaar los te maken en op termijn een selectieve scheiding van het afval en een optimale valorisatie te bieden (recyclage)

We wijzen erop dat prefabricage ook "technische" beperkingen oplevert, onder meer door het transport en de hantering van de geprefabriceerde elementen. Er moet dan ook een onderzoek plaatsvinden naar de afmetingen van de prefabricage-elementen, rekening houdend met de beperkingen inzake de toegang en de plaatsing van heftoestellen op de werf, het transport van de elementen naar de site en de manoeuvreerruimte voor de realisatie. Prefabricage kan ook aanzienlijke meerkosten met zich meebrengen indien het om beperkte series onderdelen gaat.