Terug naar

Definieer de vereisten waaraan het project moet voldoen. --------------------------------------------------------

1. De gemeentelijke en gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen / verkavelingsvergunningen

Controleer bij de bevoegde gemeentelijke of gewestelijke diensten de voorschriften inzake daken (materialen, helling, kleuren enz.). Als de keuze van het materiaal en het soort dak van de geldende regels afwijkt, moet zo snel mogelijk contact worden opgenomen met de stedenbouwkundige dienst van de gemeente om het project voor te stellen.

2. De dakhelling

Bekledingen

Helling

Keramische of betonnen dakpannen

Gegoten

25 tot 50°

Plat

30 tot 80°

Houten dakpannen (dakspaan)

15 tot 90°

Natuur- of kunstleien

15 tot 90°

Dakbekledingen in ferro- en non-ferrometalen

5 tot 90°

Zelfdragende platen

5 tot 90°

Platte daken worden zodanig afgemeten dat het regenwater goed kan aflopen dankzij geïntegreerde hellingen (minimaal 2% richting de afvoerpunten voor hemelwater) in de dakstructuur of de isolatielaag op de structuur. De omtrek moet ook minimaal 15 cm naar boven toe uitsteken om infiltratie te vermijden.

3. Het gewicht van de bekleding en zijn eventuele bedekking / de draagcapaciteit van de dakstructuur

De gekozen bekleding houdt rekening met de afmetingen van de structuur en de hellingsgraden.

Alvorens bij renovaties een dakbedekking te kiezen, moet de toegelaten last op de structuur worden nagegaan.

Voor keramische of betonnen dakpannen raden fabrikanten bijvoorbeeld aan om voor 1 m² dak ongeveer 15 dakpannen van het type "grote bakvorm" te gebruiken ten opzichte van ongeveer 35 dakpannen van het type "kanaal" (Franse kleidakpan). Voor natuur- of kunstleien hangt de hoeveelheid af van de uitvoeringstechniek en de afmetingen van het materiaal. Het aantal leien zal per m² variëren tussen 97 en 26 stuks voor afmetingen tussen 25x15 cm en 40x25 cm.

Bekledingen

Gewicht [kg/m²] *

Keramische of betonnen dakpannen

Gegoten

± 45 tot 60 (naargelang de techniek)

Plat

± 45 tot 60 (naargelang de techniek)

Houten dakpannen

± 20 tot 25 (naargelang de techniek)

Natuurleien

± 27 tot 35

Kunstleien

± 18 tot 23

Dakbekledingen in ferro- en non-ferrometalen

-

Zelfdragende platen

± 4 tot 15 (volgens de techniek)

* gewicht zonder structuurelementen

Bedekking voor een plat dak

Gewicht [kg/m²] *

Steenslag

± 100 tot 130

Groendak

Extensief

± 50 tot 150 (naargelang de onderlaag)

Intensief

± 290 tot 900 (naargelang de onderlaag)

Bekleding op noppen (tegels)

Hout

± 40 tot 60

Blauwe steen

± 100 tot 162 (naargelang de dikte)

Graniet

± 100 tot 162 (naargelang de dikte)

Beton

± 132 tot 184 (naargelang de dikte)

* gewicht zonder structuurelementen

Als bij platte daken de dichting wordt vervangen, heeft de bestaande draagstructuur geen bijzondere versteviging nodig tenzij een bedekking wordt geïnstalleerd die zorgt voor extra belasting van het dak. De bestaande dichting kan worden behouden en als dampwerende laag worden gebruikt als een nieuwe isolatie wordt geplaatst, tenzij de dichting in slechte staat is. (Zie Voorziening | Isolatie van een plat dak)

4. Het onderhoud en de levensduur van de bekleding

Dakbekledingen hebben een vrij lange levensduur en vergen normaal gezien geen bijzonder onderhoud. Wel hebben weersomstandigheden, de ligging van het dak en de locatie van het gebouw invloed op de staat van het dak en de afloop van hemelwater. Bijgevolg is het nodig af en toe een controle te realiseren. Dat kan leiden tot onderhouds- of herstelwerkzaamheden.

5. De uitvoeringskosten van het materiaal

De kosten voor de uitvoering van een oplossing zijn bepalend voor de materiaalkeuze.

Alle projecten hebben bijzondere eigenschappen waardoor de kostprijs van de interventie kan wijzigen (geografische ligging, toegankelijkheid, te behandelen oppervlakken enz.). Voor elke concrete realisatie wendt men zich dus best tot een fabrikant, een handelaar of een installateur.

Zie tabel “Uitvoeringskosten” in Verwezenlijking – specifieke aspecten per voorziening