Terug naar

Ontwerp stappen

Om de efficiëntie van de technische installaties in een gebouw te kunnen verzekeren, moet reeds in de plannings- en schetsfase aandacht worden besteed aan dit onderwerp. Tijdens de ontwikkeling moeten technische keuzes worden gemaakt. De hierna volgende informatie geeft aan welke vragen daarbij spelen.

1. Definitie van de behoeften waaraan de systemen moeten kunnen beantwoorden:

Behoefte aan warmte en sanitair warm water. Deze behoeften moeten worden gerationaliseerd (1ste stap van de Trias Energetica), rekening houdend met het thermisch comfort en het gebruikscomfort van de gebruikers.
Samen met de bouwheer moet worden bepaald wat de vereisten zijn voor het gebruik van het gebouw (functie, flexibiliteit…)

2. Zones met homogene behoeften creëren

Op basis van het gebruik van het gebouw kunnen de vertrekken in homogene zones worden gegroepeerd, uitgaande van de behoeften (ligging, bezetting, comfortvereisten). Dit helpt bij de keuze van de afgifte-elementen , het ontwerp van het distributienetwerk en de realisatie van een efficiënt regelsysteem .

3. Keuze van de installatie componenten

Al deze elementen zullen zo moeten worden gekozen dat ze instaan voor het beste thermische comfort waarbij het energieverbruik wordt beperkt.

De keuze van deeindunits zal dan weer gebeuren onder meer door rekening te houden met de plaats die ze innemen, hun onderhoud, de aard van de warmtegeleidende (water of lucht) en het temperatuurstelsel daarvan.
De keuze van het productiesysteem zal onder meer gebeuren in functie van de toegankelijkheid van de energiebron, de dienst die het systeem moet leveren (verwarming en/of sanitair warm water), het rendement, het gebruikscomfort, de plaats die het inneemt.
Het distributienet is afhankelijk van de typologie van het gebouw en van de keuze van de warmte en SWW productie. Elke zone moet ideaal een eigen verwarmingscircuit hebben.
3d. De regeling van de installatie
Il s'agit de définir la régulation des différents composants de l'installation (production, distribution, émission).

4. Dimensionering van de verwarmingsinstallatie

De eindunits worden gedimensioneerd om te beantwoorden aan de comfortbehoeften in elk vertrek, in overeenstemming met de geldende normen (NBN 62-003 (1986), NBN EN 12831 (2003), NBN EN 12828 (2012)).

Zo worden het afgiftevermogen (dimensionering) en de plaatsing van de afgifte-elementen in het vertrek gekozen (rekening houdend met koude wanden en de luchtverplaatsing door ventilatie).

Optimiser l'installation technique en termes de puissance, de nombre de systèmes,... tout en considérant le réseau de distribution/émission pour le chauffage et l'eau chaude sanitaire.
Het distributienet dient te worden geoptimaliseerd op basis van de organisatie van de zones in het gebouw, de keuze van de eindunits en de keuze van het productiesysteem. Zo kan het warmteverlies beperkt blijven en kan het systeem zo goed mogelijk werken met zo min mogelijk ladingsverlies.

5. Efficiënte regeling van de installatie

Het regelsysteem maakt het mogelijk de energiestroom voor elke zone optimaal te beheersen, zowel wat het comfort van de gebruikers betreft (temperatuur) als wat de werking van de installatie aangaat (tijdsprogramma's om de nodige wijzigingen mogelijk te maken, rekening houdend met de wisselende activiteiten en/of bezetting van de vertrekken).

Te volgen stappenplan voor efficiënte verwarmings- en warmwaterinstallaties

Laatste herziening op 22/01/2024