Begrippen
Elektrisch veld (E)
Magnetisch veld (B)
Elektromagnetisch veld
Het elektrisch veld en het magnetisch veld zijn onderling afhankelijk van radiofrequenties en hyperfrequenties (microgolven). Ze vormen de twee loodrechte componenten van een elektromagnetisch veld dat zich verbreidt in de vorm van een elektromagnetische "golf".
De intensiteit van dit veld wordt gemeten aan de hand van de vermogensdichtheid , die wordt uitgedrukt in watt per vierkante meter (W/m 2 ).
Frequentie
De frequentie, weergegeven als ν, van een fysisch fenomeen is het aantal keren dat dit fenomeen zich per tijdseenheid herhaalt.
De frequentie wordt uitgedrukt in "hertz" of "Hz". Een frequentie van 1 Hz betekent dat het fenomeen zich eenmaal per seconde herhaalt.
Voorbeelden:
- De in België verdeelde wisselstroom heeft een frequentie van 50 Hz
- Gsm's hebben een frequentie van ca. 900 of 1800 MHz (1 MHz = een miljoen Hz)
Elektromagnetisch spectrum
Het spectrum is het gamma dat de frequenties omvat waarbij zich elektromagnetische fenomenen voordoen.
We onderscheiden twee categorieën straling:
- niet-ioniserende straling , die de chemische aard van moleculen niet wijzigt,
- ioniserende straling , die elektronen aan atomen kan onttrekken (uv, röntgenstralen, gammastralen ...).
Alleen de eerste variant is hier van belang.
In de categorie niet-ioniserende straling worden gewoonlijk de volgende varianten onderscheiden:
- extreem lage frequenties (ELF, Extremely Low Frequencies in het Engels), waaronder de frequentie van 50 Hz van onze elektrische installaties valt;
- tussenfrequenties;
- radiogolven, waaronder microgolven die voor radio, televisie en mobiele telefonie worden gebruikt;
- zichtbaar licht.
Binnen de telecommunicatie worden de frequentiebanden door de operatoren gedeeld in functie van de toepassingen. Onderstaande tabel vat de meest gebruikte banden samen.
Frequentieband (MHz) | Toepassingsdomein |
---|---|
48 - 100 | Tv |
90 - 110 | FM-radio |
100 - 850 | Tv |
380 - 395 | Astrid (TETRA) |
890 – 960 | Gsm (ö890-915; ø935-960) (2G) |
930 en 960 | CT1+ en CT1 (Cordless Telephone Generation 1: analoge draadloze telefoon thuis) |
1710 – 1880 | DCS (ö1710-1785; ø1805 – 1880), DECT (Digital Enhanced Cordless Telephone: de huidige, digitale draadloze telefoon thuis) |
1900 - 2170 | UMTS (3G) |
2400 - 2480 | Wlan, bluetooth |
800 / 1800 / 2600 | 4G of "LTE"-netwerken (Long Term Evolution) |
3500 | Wimax |
Frequentiebanden en toepassingsdomeinen
Vermogensdichtheid
Specifiek absorptiedebiet
Het specifiek absorptiedebiet (SAD, of SAR in het Engels) is het debiet waarmee de energie van een hyperfrequentiebron wordt geabsorbeerd per massa-eenheid lichaamsweefsel. Dit wordt uitgedrukt in watt per kilogram (W/kg).
Contactstroom
Indicatoren
Bepaalde grootheden kunnen worden gemeten om de kwaliteit van de locatie en de prestaties van de voorzieningen te beoordelen.
- Weerstand (Ω) : In de praktijk zijn we vooral geïnteresseerd in de aardweerstand: die moet minder dan 30 ohm zijn en liefst zo laag mogelijk.
- Frequentie [Hz]: elke bron van elektromagnetische verontreiniging heeft een eigen specifieke frequentie. Voor de elektrische installatie is dit 50 Hz, voor telecommunicatie varieert ze naargelang de herkomst van het signaal (bijv.: 900 MHz en 1800 MHz voor de twee meest gebruikte gsm-standaarden)
- Intensiteit van het elektrisch veld (E) [V/m]: het elektrisch veld is rechtstreeks meetbaar als het om een lage frequentie gaat.
- Intensiteit van het magnetisch veld (H) [T]: de meting van de magnetische inductie (B) heeft de voorkeur voor het bepalen van het niveau van dit veld.
- Vermogensdichtheid : voor signalen met hoge frequentie (HF) kunnen het elektrisch veld en het magnetisch veld niet van elkaar worden onderscheiden, maar op een bepaalde afstand van de bron zijn ze proportioneel tot elkaar en geeft het product van de twee de vermogensdichtheid (in W/m²) van het signaal. We meten dus de vermogensdichtheid om tot de componenten elektrisch veld en magnetisch veld te komen.