Na de behoeften te hebben gedefinieerd en de kwetsbare zones in kaart te hebben gebracht, stellen we in grote lijnen de transportstromen voor de elektriciteit van de meter naar de gebruikspunten op, waarbij we belasting van de kwetsbare zones vermijden. Zoals bij elke klassieke installatie, wordt gebruik gemaakt van het AREI (Algemeen reglement voor de elektrische installaties) om het minimumaantal kringen (maximaal 8 punten per kring) en de nodige beschermingen te bepalen.
Als alternatief kan worden gewerkt met domotica onder zeer lage spanning. Deze optie draagt bij aan de verbetering van de situatie in termen van permanente elektrische velden wanneer de installaties in de waakstand staan, maar doet niets tegen de blootstelling aan de velden die ontstaan wanneer de kringen geladen zijn.
Tot slot moet bijzondere aandacht worden besteed aan de aangesloten kringen :
- de aardingskring en de equipotentialen
- de telecommunicatiekringen : hier gaat de voorkeur vanaf het ontwerp naar vaste kringen die onderlinge verbinding tussen de vertrekken mogelijk maken zonder dat later met draadloze technologieën moet worden gewerkt
- eigen productie : houd de ondulator op afstand van de woonvertrekken (minstens 2 meter)