Terug naar

Identificatie van hinder van buiten

In eerste instantie, voordat alle werken beginnen, moet worden bepaald wat de externe verontreinigingsbronnen zijn die een impact zullen hebben op de mate van blootstelling binnen het gebouw: hoogspanningslijnen, hoogspanningscabines, gsm-antennes of tramsporen, maar ook radio- en tv-golven (zie Starten).

Het is ook belangrijk om aanzienlijke inductiebronnen te vermijden in de buurt van de plek waar de aardelektrodes of aardlus (opnieuw) geplaatst moeten worden (transformator, hoogspanningsmast, etc.). De aarde dient om de verontreinigingen af te voeren en mag in geen geval de drager worden van geïnduceerde stromen die van buiten de woning afkomstig zijn.

Meer informatie over de locatie van antennes, de normen en reglementen naar de site van Leefmilieu Brussel.