Terug naar

Keuze van efficiënte uitrustingen/randapparatuur

Intern drukverlies beperken

De accessoires van de ventilatiegroep, zoals warmte- en koudebatterijen of filters, creëren drukverlies dat door de ventilatoren binnen de perken moet worden gehouden. Aanzienlijk aanvankelijk drukverlies binnen de ventilatiegroep zelf betekent hoge energiefacturen. De accessoires moeten dus niet alleen op basis van hun intrinsieke prestaties worden gekozen, maar ook rekening houdend met het drukverlies dat ze opleveren. Zo kan bijvoorbeeld uit de filters die het gewenste filtratieniveau leveren, degene worden gekozen die het minste drukverlies veroorzaken. Regelmatig onderhoud (elke 6 maanden) zal dit overmatig verbruik ook helpen verminderen en vormt tegelijk een garantie voor een goede luchtkwaliteit.

Extern drukverlies beperken

De luchtnetwerken van systemen van het type C en D moeten zodanig worden ontworpen dat ze drukverlies zoveel mogelijk tegengaan.

Het drukverlies in de rechte gedeelten mag niet meer dan 1 Pa/m bedragen (idealiter 0,5 Pa/m) en de luchtsnelheid mag niet meer zijn dan 5 m/s (idealiter 4 m/s) in de hoofdgedeelten (verticale schachten, voornaamste horizontale leidingen) en 2 tot 3 m/s in de horizontale vertakkingen.

De lengte van de leidingen moet dus beperkt blijven (centrale positie van de ventilatiegroepen) en ze moeten zo groot mogelijk van formaat zijn. Als voor eenzelfde debiet de doorsnee van een leiding wordt gehalveerd, wordt de snelheid verdubbeld en neemt het drukverlies met factor 4 toe!

Ook krijgen harde leidingen met een grote doorsnede de voorkeur. Bochten moeten zoveel mogelijk worden vermeden, de lengte moet beperkt blijven en ook vertakkingen en sectiewijzigingen moeten tot een minimum worden teruggebracht.

Zee Pagina | Pertes de charge

Ronde leidingen hebben als voordeel dat het drukverlies afneemt: bij de overgang van een cirkelvormige koker naar een rechthoekige koker waarvan de verhouding van de zijden gelijk is aan 4, stijgt het drukverlies met ongeveer 30%.

Indien bij een renovatie om ruimte te besparen buizen met een rechthoekige doorsnede gekozen worden, moet de verhouding tussen de breedte/hoogte zo dicht mogelijk bij de waarde 1 liggen.

Cirkelvormige leidingen maken ook een zeer goede luchtdichtheid van het netwerk mogelijk door het aanbrengen van dichtingen op de aansluitingen.

Ook het drukverlies van de uitrustingen die deel uitmaken van de luchtverdeling, moet maximaal beperkt worden. Er wordt aangeraden om de categorie "kleine drukverliezen" van de volgende tabellen na te streven.

Drukverlies van de verschillende componenten van een ventilatiesysteem

OnderdeelKleine drukverliezen [Pa]Middelgrote drukverliezen [Pa]Grote drukverliezen [Pa]
Buizen100200300
Geluiddemper305080
Luchtaanvoeropening3050100
Inlaat voor lucht van buiten205070
Afvoerbuizen (inclusief opening)100200300
Buitenrooster204060

Warmteterugwinning uit afgevoerde lucht

De combinatie van een systeem van het type D en een warmteterugwinningssysteem maakt het mogelijk de in het gebouw binnengevoerde lucht gedeeltelijk op te warmen. Zo neemt het benodigde vermogen voor de verwarming van het gebouw af; de energiefactuur valt dus eveneens lager uit. Warmteterugwinning maakt een recuperatie van 50 tot 90% van de energie in de afgevoerde lucht mogelijk.

Warmteterugwinning uit afgevoerde lucht is echt interessant als het gebouw voldoende luchtdicht is (n50 < 1 vol/u) en wanneer het aanvoer- en afvoerdebiet in evenwicht is.

?image_échangeur de chaleur-NL.jpg?Bron: EcoRce

Het rendement van een warmteterugwinningssysteem wordt vastgelegd in de norm NBN EN 308, zoals hieronder beschreven.

  • Warmteterugwinning: η = (t2-t1)/ (t3-t1)
  • Vochtterugwinning: η = (h2-h1)/ (h3-h1)

Er bestaan verschillende soorten warmteterugwinningssystemen: warmteterugwinningsinstallaties met glycolwater, platenwarmtewisselaars, hygroscopische wielen, warmtewielen… De toepassing, de benodigde ruimte, de onderhoudsvereisten en het rendement zijn parameters die maken dat men het ene systeem boven het andere verkiest.

Algemeen beschouwd is de gerealiseerde besparing rechtstreeks afhankelijk van het toegepaste debiet en het warmteterugwinningsrendement van de gekozen warmtewisselaar. Dat rendement moet minstens 80% zijn (berekend volgens de norm NBN EN 308).

Het warmteverlies beperken

De ventilatieleidingen zijn onderworpen aan vereisten inzake de warmte-isolatie (zie de relevante besluiten in de EPB-verordening). Er moet voldoende ruimte worden voorzien in de kokers en schachten, rekening houdend met deze isolatie en de aanbevolen vormgeving op groot formaat.

Principes voor de vormgeving van een ventilatienetwerk

De vormgeving van een ventilatienetwerk houdt in dat de doorsnee van de verschillende leidingen moet worden bepaald en dat hier de manometrische hoogte van de ventilatoren uit moet worden afgeleid. Er bestaan verschillende methodes waarmee deze parameters kunnen worden vastgelegd. De methode van het drukverlies per vertakking is er een van. Deze wordt hieronder uiteengezet.

Methode van het constante Drukverlies per vertakking

Deze methode houdt in dat het lineaire drukverlies in de meest resistente vertakking van het netwerk wordt vastgelegd (a priori de langste). Vervolgens, vertrekkend van de meest benadeelde opening, wordt het drukverlies van elke parallelvertakking geëgaliseerd, waardoor de doorsnee ervan kan worden bepaald. Zo wordt uiteindelijk een rechtstreeks in evenwicht gebracht netwerk verkregen. Volgens de tabellen in de literatuur worden trajectincidenten (bochten, doorsneewijzigingen, T-stukken, tweesprongen…) gelijkgesteld aan een equivalente buislengte, dat wil zeggen met hetzelfde drukverlies.

Bij de voordimensionering kan worden uitgegaan van een luchtsnelheid van 2 tot 3 m/s in de leidingen om er zeker van te zijn dat geluidshinder door de bewegende lucht wordt vermeden.

De verhouding tussen het vereiste debiet en de luchtsnelheid geeft de doorsnee van de te voorziene leidingen:

S = v/Q [m²]

Waarbij :

  • S = doorsnee van de leiding [m²]
  • v = luchtsnelheid in de leiding [m/s]
  • Q = vereist luchtdebiet [m³/s]

Dimensionering van de technische ruimten

Er moeten voldoende technische ruimten worden voorzien om een mechanisch ventilatiesysteem te kunnen installeren (systeem C of dubbelstroomsysteem). Er moet met name worden gezorgd voor verticale schachten van voldoende doorsnee en voor verlaagde plafonds in bepaalde vertrekken (hallen, gangen).

Bij een systeem van het type D moet ook voldoende ruimte worden voorzien voor het warmteterugwinningssysteem.

Hieronder worden voorbeelden gegeven van de benodigde ruimte (op basis van de door de fabrikanten geleverde documentatie) voor debieten die dicht bij de noodzakelijke waarden voor woningen of kantoorgebouwen komen. Er moet ook voldoende ruimte worden voorzien voor de installatie van geluiddempers bij het vertrekpunt van de leidingen.

CapaciteitBenodigde ruimte
155 m³/u0,70 x 0,73 x 0,54 m
290 m³/u0,81 x 0,73 x 0,57 m
7 500 m³/u4,21 x 1,67 x 1,60 m
13 300 m³/u4,44 x 2,21 x 1,97 m

Individuele ventilatiegroepen

?Figure21 : Groupes de ventilation individuels [055_Biplan], Source : Cenergie?Project Biplan (Batex 55) © Cenergie

Ventilatiegroepen in een kantoorgebouw

?Figure22 : Groupes de ventilation d’un immeuble de bureaux [040_Aéropolis II], Source : Cenergie?Projet Aéropolis II (Batex 40) © Cenergie

Aandachtspunt: afvoerschoorstenen

Bij een systeem van het type A worden de afvoerschoorstenen gedimensioneerd en geplaatst in overeenstemming met bijlage II van de norm NBN D50-001. Gebeurt dat niet, dan kan de wind de stroom omkeren of het ventilatiedebiet verminderen.

De hoogte van de schoorsteen wordt als volgt bepaald:

Afmetingen en locatie van de afvoerschoorstenen© Leefmilieu Brussel

h > [ 0,5 + 0,16 ]. b (m)

Met:

  • hellingsgraad van het dak (°).
  • b: horizontale afstand tussen de afvoeropening en de nok van het dak (m).

De aanwezigheid van obstakels in de omgeving (hogere aanpalende gebouwen bijvoorbeeld) betekent in sommige in de norm beschreven gevallen dat van statische afzuigers gebruik moet worden gemaakt

Uitrusting door ventilatiesysteem

Systeem ASysteem CHybride ventilatieSysteem D

Ventilator

?tableau_ventilateur.jpg? Centrifugaalventilator (Bron: Energie+ )

Warmteterugwinning

?image683881708859040869.png? Platenwarmtewisselaars (Bron: Energie+ )

Bevochtiger

?image9.png? Bevochtiger (Bron: Energie+ )

Verwarmingsbatterij

?image2402149435483716408.png?Verwarmingsbatterij (Bron: echosnature)

Filter

?image5279661151201162497.png?Filter (Bron: GEA – ter illustratie)

Geluiddemper

?image12.jpeg?Harde ronde geluiddemper (Bron: Trox – ter illustratie)

Ventilatiebuizen

?image13.jpeg?Ronde stalen koker (Bron: Airkan – ter illustratie)

Natuurlijke ventilatieopeningen

?image5086045188402259613.png? Zelfregelend rooster (Bron: Energie+ )

Luchttoevoer- en -afvoeropeningen

?image1990644404630314503.png?Luchttoevoer- en -afvoeropeningen (Bron: Fläkt Woods – ter illustratie)

Luchtinlaten en -uitlaten

?image16.jpeg? Luchtinlaten (Bron: Energie+ )

Regeltoestellen

?image6863387817685283260.png? Regeltoestellen (Bron: Energie+ )

Laatste herziening op 29/10/2018