Terug naar

Filtreerstroken

Filtreerstroken, ook bufferstroken met gras genoemd, worden aangebracht tussen een ondoorlatend stroomopwaarts oppervlak dat afvloeiing veroorzaakt en een stroomafwaartse andere voorziening voor waterbeheer. Ze vormen dus overgangsvoorzieningen naar voorzieningen voor regenwaterbeheer. Ze verbeteren de prestaties van de stroomafwaartse voorziening en beperken de afvloeiing van regenwater sterk. Dit zijn bijgevolg zogenaamde voorbehandelingsvoorzieningen, die het regenwater vertragen en filteren voor het andere voorzieningen voor waterbeheer bereikt. De filter- en infiltratieprocessen (bezinking, opname door beplanting, enz.) van de filtreerstroken verwijderen bepaalde verontreinigende stoffen.

Wat zijn de voordelen van filtreerstroken?

  • planten- en worteldek met de volgende voordelen:

  • beperking van de afvloeiing: op een beplant oppervlak vloeit 10% van de invallende regen af, vergeleken met bijna 90% op een ondoorlatend oppervlak;
  • voorbehandeling van een deel van de verontreinigende stoffen door filtratie en infiltratie;
  • eenvoudige en goedkope installatie.

Wat is er zo bijzonder aan filtreerstroken?

Filtreerstroken zijn stroken gras of vegetatie waarop bij regenval een langzame, diffuse en homogene afvloeiing kan plaatsvinden. Ze verschillen dus van lineaire afvloeiingsvoorzieningen: grachten, goten, greppels en andere waterwegen waarin het regenwater samenkomt. Hun werking is optimaal in combinatie met andere technieken (greppels, bekkens enz.) in een zuiveringsketen (het principe van het cascadebeheer van regenwater) .

Wat zijn de aandachtspunten bij de aanleg van een filtreerstrook?

  • Een lichte helling van 2 tot 6% en homogeen over de volledige breedte, loodrecht op de stromingsrichting, om een laminaire stroming te bevorderen, d.w.z. een over de breedte van het oppervlak verdeelde afvloeiing;
  • een zo diffuus mogelijke toevoer. Vermijd de concentratie van de waterstroom door een spuitmond.
  • plaats:

    • stroomopwaarts van het retentie/infiltratiesysteem;
    • nabij elk groot ondoorlatend oppervlak (parkeerterreinen, wegen, terrassen, enz.);
  • het ondoorlatende oppervlak (waarvan het water wordt afgevoerd) mag niet groter zijn dan 6 maal de oppervlakte van de filtreerstrook;
  • breng voor grote oppervlakken, een met grind gevulde geul aan, of boordstenen met openingen die het water stroomopwaarts van de filtreerstrook verdelen, zodat het de afvloeiing gelijkmatig wordt gespreid. Merk op dat de openingen van de boordstenen in sommige gevallen kunnen worden uitgerust met verticale roosters die afval tegenhouden (dit kan de inzameling van afval vergemakkelijken in straten met druk verkeer, maar heeft een impact op het toevoerdebiet);
  • een hoogteverschil van 25 tot 50 mm tussen het niveau van het ondoorlatende oppervlak en dat van de filtreerstrook, om de vorming van afzettingen bij de ingang van de filtreerstrook te beperken;
  • vegetatieeen dichte vegetatie om de afvloeiing van het water te vertragen en zo de infiltratie te bevorderen;een vegetatie die bestand is tegen aanzienlijke schommelingen van het bodemvochtgehalte en, in voorkomend geval, zorgvuldig geselecteerd is voor zones waar strooizout wordt gebruikt;een ecologisch/gedifferentieerd beheer van deze ruimten, zodat de vegetatie zich kan ontwikkelen.
  • Kolk: indien de configuratie van het project geen voorzieningen voor de opslag en infiltratie stroomafwaarts van de filtreerstrook mogelijk maakt, moet men voorbij de filtreerstrook een kolk voorzien. Waterwegen of reliëfs kunnen dan helpen om het niet-geïnfiltreerde teveel op te vangen en naar de kolk te leiden.

Boordsteen met rooster voor een filtreerstrook

Boordsteen met rooster voor een filtreerstrook© Leefmilieu Brussel
Integratie van een filtreerstroken© Leefmilieu Brussel

Welk verontreinigingsbeheer maken filtreerstroken mogelijk?

De installatie van een filtreerstrook speelt een grote rol in de beperking van sedimenten (zwevende stoffen). Een filtreerstrook kan bepaalde verontreinigende stoffen verwijderen (met name koolwaterstoffen en aan zwevende deeltjes vastgehechte verontreinigende stoffen), maar niet alle. Meer dan 70% van de zwevende deeltjes in het afvloeiende water kan door de filtreerstrook worden opgevangen, terwijl slechts 25% van de verontreinigende stoffen wordt gefilterd. Daarom is het uiterst belangrijk dat men voor elk project de risico's van grondwaterverontreiniging inschat. Afvloeiend water afkomstig van installaties met hoog risico, zoals benzinestations, mag meestal niet naar een filtreerstrook worden geleid.

Voor meer informatie over het risicobeheer van infiltratievervuiling op basis van de inzamelgebieden, zie de pagina | Het risico van milieuvervuiling beheersen

Welk onderhoud hebben filtreerstroken nodig?

Als een geconcentreerde afvloeiing van het water de grond heeft uitgehold (vorming van geulen en voren) moet men corrigerende maatregelen nemen om een laminaire afvloeiing mogelijk te maken, door middel van met grind gevulde sleuven ter hoogte van de aankomst van het afgevoerde water (zie het ontwerpgedeelte). Vul de geulen en voren om te voorkomen dat ze te diep worden uitgegraven. Zorg ook voor het onderhoud van de beplanting (maaien, snoeien, enz.).

Welk type van planten kiezen voor waterdoorlatende beplante oppervlakken?

  • voorkeur voor inheemse planten;
  • potentieel invasieve planten zijn te mijden;
  • bevorder de diversiteit van de geplante soorten;
  • kies geschikte hygrofiele planten met een hoge ecologische amplitude (aangepast aan veranderende omgevingen: overstroming, droogte, enz.).

Pagina van de Gids met vermelding van de inheemse plantensoorten die Leefmilieu Brussel aanbeveelt

Pagina van Leefmilieu Brussel over te mijden invasieve planten

Pagina van Leefmilieu Brussel over aangepaste hygrofiele planten met een hoge ecologische amplitude

Meer weten

In de Gids

Voorzieningen die stroomopwaarts van filtreerstroken kunnen worden geplaatst:

Voorzieningen die stroomafwaarts van de filtreerstroken kunnen worden geplaatst (opslag en infiltratie):

Pagina's in verband met filtreerstroken:

Bibliografie

Laatste herziening op 12/02/2020