Basisregel

Onderstaande tabel vermeldt de regelingstrategie voor het verzekeren van een doeltreffende free-cooling en het vermijden van condensatierisico's. Naargelang de uitgewerkte strategie kunnen bijkomende sensoren nodig blijken. Zo zal men bv. de temperatuur aan de uitgang van een atrium of een schoorsteen moeten kennen om de luchttoevoeropeningen te automatiseren of de afvoerinrichtingen te activeren, enz.

Werkingsvoorwaarden van free-cooling

	Werkingsvoorwaarden van free-cooling
Algemene regel	Geen free-cooling tijdens het verwarmingsseizoen Voor de natuurlijke en hybride free-cooling moet de windsnelheid minder dan 12 m/sec. bedragen en afhankelijk van de geïnstalleerde openingen mag het niet regenen. Voor de hybride free-cooling wordt de ventilator aangeschakeld in functie van de snelheid waarmee de binnentemperatuur daalt (berekening van de temperatuurafwijking).
Overdag: van 6.00 tot 22.00 u.	Werkingsvoorwaarden : Zonder actieve klimaatregeling : Buitentemperatuur ≤ binnentemperatuur verminderd met minstens 2°C Binnentemperatuur ≥ 22°C Buitentemperatuur ≥ 14°C en, ter herinnering, verwarming uitgeschakeld Indien klimaatregeling actief, zijn de volgende voorwaarden van toepassing : Binnentemperatuur < ingestelde waarde voor de klimaatregeling Stopzetting van de free-cooling wanneer de binnentemperatuur > ingestelde waarde klimaatregeling verminderd met 1°C (om het risico op energievernietiging te vermijden door een dode zone te voorzien).
's Nachts van 22.00 tot 6.00 u.	Werkingsvoorwaarden : Buitentemperatuur ≤ binnentemperatuur verminderd met minstens 2°C Externe temperatuurpiek in de loop van de voorbije dag > 15°C Interne temperatuurpiek in de loop van de voorbije dag > 24°C Binnentemperatuur ≥ 18°C Buitentemperatuur ≥14°C

Algemene regel

Geen free-cooling tijdens het verwarmingsseizoen
Voor de natuurlijke en hybride free-cooling moet de windsnelheid minder dan 12 m/sec. bedragen en afhankelijk van de geïnstalleerde openingen mag het niet regenen.
Voor de hybride free-cooling wordt de ventilator aangeschakeld in functie van de snelheid waarmee de binnentemperatuur daalt (berekening van de temperatuurafwijking).

Overdag:

van 6.00 tot 22.00 u.

Werkingsvoorwaarden :

Zonder actieve klimaatregeling :
- Buitentemperatuur ≤ binnentemperatuur verminderd met minstens 2°C
- Binnentemperatuur ≥ 22°C
- Buitentemperatuur ≥ 14°C en, ter herinnering, verwarming uitgeschakeld
Indien klimaatregeling actief, zijn de volgende voorwaarden van toepassing :
- Binnentemperatuur < ingestelde waarde voor de klimaatregeling
- Stopzetting van de free-cooling wanneer de binnentemperatuur > ingestelde waarde klimaatregeling verminderd met 1°C (om het risico op energievernietiging te vermijden door een dode zone te voorzien).

's Nachts

van 22.00 tot 6.00 u.

Werkingsvoorwaarden :

Buitentemperatuur ≤ binnentemperatuur verminderd met minstens 2°C
Externe temperatuurpiek in de loop van de voorbije dag > 15°C
Interne temperatuurpiek in de loop van de voorbije dag > 24°C
Binnentemperatuur ≥ 18°C
Buitentemperatuur ≥14°C

Aan de hierboven beschreven werkingsvoorwaarden moet tegelijkertijd worden voldaan. Zodra een van deze voorwaarden niet langer vervuld is, stopt de free-cooling: als de binnentemperatuur overdag bv. lager is dan 22°C, betekent dit dat de comfortzone bereikt is en dat er geen free-cooling meer nodig is.

Eveneens als voorbeeld geldt voor een natuurlijke free-cooling overdag dat als de binnentemperatuur onder de 25 °C ligt, de temperatuur van de buitenlucht lager moet zijn dan 25 - 2 = 23°C (waarbij de temperatuur echter wel meer dient te bedragen dan 14°C).

Verder moet een bijzondere aandacht uitgaan naar de plaats waar de windmeting verricht wordt. Zo kan een windmeting per gevel bijvoorbeeld nodig blijken als vastgesteld werd dat de omringende gebouwen voor turbulentie zorgen.

Gerelateerde inhoud