Terug naar

Technische kenmerken

Het is van essentieel belang dat vanaf de uitwerking van het project rekening wordt gehouden met de kenmerken van de volgroeide klimplant, zodat de technische kenmerken van de groene gevel kunnen worden vastgesteld.

Gewicht van de groene gevel

Bij het project moet rekening worden gehouden met de totale mechanische belastingen (trekspanningen ten gevolge van permanente en occasionele belastingen) en met de door de wind veroorzaakte belastingen. Het gewicht van het geheel kan een aanzienlijke impact hebben op het gebouw. Zware lasten (bijv. plantenbakken) moeten bij voorkeur ter hoogte van de structurele elementen van de gevel worden geplaatst.

Systeem met klimplanten

Bij de berekening van de sterkte en de stabiliteit van het bevestigingssysteem moet rekening worden gehouden met:

  • het gewicht van de draagstructuur en de planten (1 tot 50 kg/m²);
  • de door neerslag toegevoegde belasting (gewicht x 2 indien bladverliezend/gewicht x 3 indien groenblijvend);
  • de windbelasting op de planten en de ondersteunende structuur.

Naarmate het gewicht van de plant toeneemt, moeten de meeste soorten regelmatig met halfstijve verbindingen aan hun draagstructuur worden bevestigd.

Globale belasting in kN/m² volgens de hoogte van de draagstructuur

Tot 8 m0.5
Tussen 8 en 20 m0.8
Hoger dan 20 m1.1

Verticale tuin

Het gewicht van het systeem hangt samen met het substraattype en heeft invloed op de draagstructuur van de verticale tuin.

  • "Vilttechniek": 15 tot 20 kg/m2
  • "Boxtechniek" met een substraat van 10 cm: 80 tot 100 kg/m2 (het gewicht bestaat voor 60 tot 80% uit water). Drooggewicht: 20 tot 30 kg/m2

Dikte van de groene gevel

De te voorziene dikte varieert naargelang het gekozen type groene gevel:

  • Voor een begroeide groene gevel, een vegetatielaag van 5 tot 50 cm voorzien ;
  • Voor een groene gevel met een gescheiden groeigordijn, een vegetatielaag van 10 tot 80 cm voorzien ;
  • Voor een verticale tuin rekening houden met:

    • De dikte van het substraat hangt af van het gekozen systeem:

      • pvc-plaat van 1 cm dik + vilt,
      • systeem met bakken / manden tot 20 cm + dikte van de begroeiing.
    • De structuur (ca. 5 tot 8 cm);
    • De luchtlaag (2 tot 6 cm) ;

Voor de afstanden van de steunelementen, zie de voorziening | Begroeide gevel of gescheiden groeigordijn

Hoogte van de groene gevel

Bij klimplanten moet de plantensoort worden gekozen in functie van de hoogte van de gevel. Op basis van de hoogte kunnen zes soortengroepen worden onderscheiden. De grenzen tussen deze groepen zijn evenwel niet altijd ‘exact'.

Voor verticale tuinen is er niet echt een hoogtegrens, aangezien de planten op volt of in substraatbakken aan de gevel groeien. Wel moet het systeem bereikbaar blijven voor onderhoud.

  • 1a: Soorten die geen steun nodig hebben en tot 30 m hoog kunnen worden. Voorbeeld: klimop.
  • 1b: Planten met een groei van 8 tot 25 m die een steunsysteem nodig hebben. Voorbeeld: bosrank.
  • 2: Planten met een groei van 5 tot 15 m die een steunsysteem nodig hebben. Voorbeeld: hop, kamperfoelie.
  • 3: Kleine winterharde planten, tot 5 m hoog. Voorbeeld: bosrank.
  • 3b: Klimrozen.
  • 4: Kleine klimplanten, tot 3 m hoog. Voorbeeld: haagwinde, akkerwinde, bitterzoet

Groene gevel : Hoogte van de groene gevel© Leefmilieu Brussel

Staat van de gevel

Op een gezonde muur die correct opgevoegd is, zal een klimplant geen schade aanrichten. Als de voegen van de gevel echter afbrokkelen, als ze werden uitgevoerd met cement van slechte kwaliteit of zijn samengesteld uit natuurlijke hydraulische kalk of aarde, bevordert dit het binnendringen van hechtwortels en wortels en de vestiging van varens, grassen of zelfs struikachtige planten of bomen die de gevel kunnen aantasten.

De keuze van het type groene gevel hangt dus af van de toestand van de gevelbekleding: planten met een opdringerig hechtsysteem mogen niet worden gebruikt op licht beschadigde muren. 'Onschuldige' klimplanten (kamperfoelie, blauweregen enz.) verdienen de voorkeur boven soorten met hechtwortels, zoals klimop. Het gebruik van een draagstructuur los van de gevel maakt het mogelijk om de plant op afstand van de gevel te houden in het geval van licht beschadigde muren.

Bij renovatiewerkzaamheden moet, voordat een groene gevel wordt aangebracht, een voorafgaande beoordeling van de bestaande gevel worden gemaakt, waarbij eventuele reparaties moeten worden uitgevoerd en maatregelen moeten worden genomen om de bekleding te beschermen, aangezien de begroeiing dan de toekomstige toegang tot de gevel verhindert. Het is ook raadzaam een oude gevel eerst te reinigen en niet van een extra verf- of pleisterlaag te voorzien, aangezien die moeilijk te onderhouden is nadat de beplanting is aangebracht.

In het geval van verticale tuinen moet de muur of de draagstructuur, indien deze niet door de architect werd ontworpen om bestand te zijn tegen met voedingsstoffen verrijkt water, hiertegen worden beschermd.

Bovendien moet de positionering van de begroeiing ten opzichte van de gevel worden bestudeerd in relatie tot de ontwikkeling ervan en voorzieningen zoals verlichting en elektriciteitskabels.

Funderingen

Bepaalde boomwortels kunnen doordringen in de scheuren van steunmuren, in ondergrondse kelders of in barsten in leidingen. Dit verschijnsel doet zich enkel voor wanneer de installaties reeds beschadigd zijn. Er zijn echter maar weinig dergelijke gevallen waarbij de wortels van klimplanten betrokken zijn. Als voorzorgsmaatregel is het mogelijk om een antiwortelmembraan tegen de funderingsmuur van de gevel te plaatsen.

Laatste herziening op 15/09/2021