Om de kolonisatie van vervangingshabitats te bevorderen, is het essentieel dat men voor zowel verticale als horizontale verbindingen zorgt tussen de habitats en de omliggende natuurlijke ruimten, zodat de soorten in hun behoeften en vooral in de behoefte aan voedsel kunnen voorzien. Het gebouw zal immers in de stedelijke omgeving de rol van habitat spelen, analoog aan de manier waarop een klif dat in het natuurlijke milieu doet.
Verbindingen verzekeren betekent concreet:
- Nieuwe verbindingen aanleggen of bestaande behouden : dit geldt zowel voor globale verbindingen (met de omgeving) als voor lokale (binnen het perceel),
- Opletten dat men geen barrière opwerpt tussen de habitats en de natuurlijke ruimten,
- Geschikte soorten planten , afhankelijk van de in de vorige fase geïdentificeerde soorten. Als aanplantingen verwijderd zijn, moet men ze herstellen. Men kan bijvoorbeeld voor de huismus een haag met inheemse struiken planten of een muur met klimop laten begroeien, aangevuld met een natuurlijk hoekje van de tuin. Om een habitat voor solitaire bijen te scheppen, moeten de soorten bloemendragende planten afgestemd zijn op de bijensoorten.
In natuurlijke rotsmilieus ontwikkelen korstmossen, bladmossen en zelfs hogere planten zich in de spleten van de rots. In diepere spleten of in holten kan de accumulatie van humus voldoende zijn om kleine grasveldjes te doen ontstaan die worden gekoloniseerd door soorten 'vetplanten' en kleine soorten eenjarige bloemen. Deze bijzondere habitats vervullen de rol van stapstenen om een ecologische connectiviteit in stand te houden tussen de top en de bodem van het klif.
In de stedelijke omgeving tracht men deze verbindingen op lokaal niveau te reproduceren, bijvoorbeeld door klimplanten langs een gevel te laten groeien of door een secundair plat dak te beplanten. Het kan heel interessant zijn om een gedeelte van een gevelbekleding in droge stenen uit te voeren, wat erg dicht in de buurt van een natuurlijke habitat komt – op voorwaarde dat men de ontwikkeling van de vegetatie niet in de weg staat!
Groene gevel - Votira, Spain
Het is ook belangrijk dat een lokaal project wordt ontworpen met een globale visie op de mogelijke verbindingen tussen het project en het bestaande netwerk op grotere schaal. Indien mogelijk is het soms beter het perceel met hagen in plaats van muren af te sluiten, met voorrang voor inheemse soorten (egelantier, wilde kornoelje, klimop, meidoorn, sleedoorn, liguster, haagbeuk, enz.).
Als in de omgeving van het project een zone voor natuurontwikkeling bestaat, moet men in de mate van het mogelijke trachten er rekening mee te houden en de twee met elkaar te verbinden. Het is natuurlijk altijd interessant de op de site aangeboden habitats zoveel mogelijk te diversifiëren.