Tijdens renovatie- of bouwwerken moet men zich ervan bewust zijn dat vleermuizen aanwezig kunnen zijn, zelfs als ze niet zichtbaar zijn.
Als er vleermuizen aanwezig zijn op het ogenblik van de werken, moet onmiddellijk een expert worden gewaarschuwd.
Tijdens een renovatie moet men erop letten holten waar vleermuizen zouden kunnen wonen niet dicht te maken, vooral tijdens de periode van het overwinteren (van 1 oktober tot 1 mei) en het werpen van jongen die nog niet kunnen vliegen (eind mei, juni, juli); wanneer bijvoorbeeld isolatie in een spouw wordt gespoten , moet men absoluut eerst nagaan of er geen vleermuizen aanwezig zijn.
Waar vinden we vleermuizen in een gebouw?
In gebouwen zijn er heel veel hoekjes en plekjes waar vleermuizen onderdak kunnen vinden:
- onder het dak : in de bakken van daklijsten, tussen de verschillende delen van de dakbedekking, op zolder;
- in het gebint : bij de overgang tussen de balken en de muren, op de panlatten of lambrisering, in de gleuven van balken, in hoeken, op de nokbalk,...;
- achter de beschermingen van muren : leien, planken;
- achter open luiken;
- in spouwmuren;
- maar ook onder niet-gevoegde drempel s of in ventilatiekokers.
Directe aanwijzingen: sporen
Deze dieren zijn meestal erg discreet en blijven goed verstopt. De aanwezigheid van vleermuizen is herkenbaar aan hun uitwerpselen; ze lijken op die van muizen maar vallen gemakkelijk uiteen in stof van insectendeeltjes. De uitwerpselen worden vooral binnenshuis waargenomen, vaak op zolder en soms op een buitenmuur onder de ingang van de schuilplaats die de vleermuizen hebben gekozen. Een expert kan uit de aandachtige observatie van de uitwerpselen nuttige informatie afleiden over de aanwezige soorten en de omvang van de kolonie.
Indirecte aanwijzingen: de aanwezigheid van individuen
Soms ziet men solitaire individuen, meestal mannetjes, of onvolwassen individuen. Wanneer men in de zomer groepen vleermuizen ziet, zijn het meestal voortplantingskolonies. Wanneer een kolonie jaar na jaar eenzelfde rustplaats kiest, krijgt die geleidelijk aan een bruin patina.
De aanwezigheid van vogels is meestal te herkennen aan het aan- en afvliegen van individuen op eenzelfde plaats (met materiaal in de snavel voor de bouw van een nest, of voedsel voor de kuikens).
