Terug naar

Uitdagingen

De fysische omgeving in de stedelijke context

Bij bouw- en renovatieprojecten wordt zelden nagedacht over de kenmerkende eigenschappen van het gebouw en de impact die ze hebben op de omgeving. Tegelijkertijd evolueren de analyse-instrumenten, het territoriale beleid van de gewesten en de aanpak van de gemeenten op het gebied van stedenbouw vandaag de dag wel in deze richting.

Als de prestaties van een duurzaam gebouw worden geoptimaliseerd en de hinder ervan zoveel mogelijk wordt beperkt voor de bewoners van het gebouw, dan dient er ook rekening te worden gehouden met de stedelijke omgeving eromheen. De effecten die de leefomgeving en het welzijn van de gebruikers én dat van de wijkbewoners negatief beïnvloeden, moeten worden tegengegaan. In het kader hiervan is het nuttig om de aandacht te vestigen op:

  • de invloed op het microklimaat (behandeld in het vorige punt)
  • geluidshinder veroorzaakt door het gebouw (weerkaatsing van het geluid volgens de volumetrie en de keuze van het gevelmateriaal, maar ook het geluid dat wordt voortgebracht door technische installaties die rechtstreeks in contact staan met de buitenomgeving)
  • de hoek waaronder de hemel te zien is (een hoog gebouw in combinatie met een smalle straat verlaagt deze indicator, die essentieel is in termen van comfort en welzijn, bijvoorbeeld aanzienlijk)
  • de lichtvervuiling, veroorzaakt door buitenverlichtingsapparatuur met een diffuse en/of naar de hemel gerichte lichtbundel (die de biodiversiteit negatief beïnvloedt en omwonenden ertoe kan dwingen de vensters te verduisteren voor een goede nachtrust).

Weergave van de nachtelijke lichtvervuiling in Europa

Weergave van de nachtelijke lichtvervuiling in Europa© lightpollutionmap.info

De invloed die een gebouw op zijn omgeving heeft in combinatie met het onvoldoende in aanmerking nemen van de plaatselijke specificiteiten kan leiden tot onbegrip, slechte verhoudingen met de buren en spanningen tussen de bewoners en omwonenden. Het project kan zelfs - al dan niet terecht - als pretentieus of arrogant worden ervaren, omdat het lijkt alsof het geen rekening houdt met de omgeving.

De invloed op het microklimaat

In een dichtbebouwde stedelijke omgeving is de luchttemperatuur plaatselijk hoger dan de luchttemperatuur die op hetzelfde moment wordt gemeten op een vrij gelegen plek. We spreken dan van het "hitte-eilandeffect". Ondoorlaatbare oppervlakten die bedekt zijn met materiaal dat zonlicht absorbeert (i.p.v. weerkaatst) leveren een belangrijke bijdrage aan dit effect. Andere factoren die dit fenomeen nog versterken zijn o.a. verwarming van gebouwen in de winter, concentratie van gemotoriseerd verkeer, luchtvervuiling, lagere windsnelheden, minder voorkomen of afwezigheid van begroeide en wateroppervlakken. Hitte-eilanden hebben invloed op:

  • het energieverbruik: gebruik van actieve koeling
  • de luchtkwaliteit: verhoging van de hoeveelheid CO2, ozon, NO2 (stikstofdioxide)
  • de biodiversiteit, met inbegrip van bepaald gedrag van dieren
  • de gezondheid: verhoging van het risico op cardiovasculaire complicaties, epidemieën, verlenging van het hooikoortsseizoen

    De windsnelheden liggen over het algemeen lager in de stad, maar er kunnen plaatselijk meer turbulentie en versnellingen voorkomen afhankelijk van de vorm en de ligging van de gebouwen. Deze effecten veroorzaken ongemak voor de gebruikers van de aangrenzende openbare ruimtes.

Factoren die een obstructie vormen voor de zon zijn eveneens veel belangrijker dan op vrij gelegen plekken, vooral als de gebouwen hoog en de openbare ruimtes smal zijn. De toegang tot natuurlijk licht is niet alleen van essentieel belang in gebouwen (zie dossier | Zorgen voor visueel comfort dankzij natuurlijk daglicht) maar ook in de openbare ruimte: een tuin of een openbare plek die zich een groot deel van de dag in de schaduw van een gebouw bevindt, kan aan gebruikskwaliteit en comfort inboeten.

Vastgoedprojecten versus het schaarser worden van braakliggende terreinen

Van 1980 tot 2003 is de totale bebouwde gekadastreerde oppervlakte in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met 30% gestegen, ten koste van de onbebouwde oppervlakte. De daling van het aantal beschikbare niet-bebouwde terreinen maakt dat de resterende open ruimtes drukker worden bezocht. Dit resulteert, in de eerste plaats in de meest dichtbevolkte wijken, in een snelle verzadiging van deze ruimtes en benadrukt het feit dat ze wat grootte en functies betreft niet geschikt zijn voor het betrokken aantal inwoners en hun noden.

De beschikbaarheid van bouwgronden varieert sterk van de ene tot de andere gemeente. Zo is er in de gemeenten Etterbeek, Sint-Gillis en Sint-Joost geen enkel terrein meer vrij. Brussel-Stad en Anderlecht beschikken, hoofdzakelijk in de tweede kroon, wel over een belangrijke hoeveelheid terreinen die kunnen worden ontwikkeld. Waar bepaalde publieke actoren dus per definitie gedwongen zijn andere oplossingen in overweging te nemen, kunnen degene die zich op het eerste gezicht in een gemakkelijkere positie bevinden, zich evenmin onttrekken aan een verstandig gebruik van deze gronden in het licht van de demografische druk en de grondschaarste.

Aantal onbebouwde percelen van meer dan 1000 m², in publieke eigendom (links) en totale oppervlakte (rechts)

Aantal onbebouwde percelen van meer dan 1000 m², in publieke eigendom (links) en totale oppervlakte (rechts)© Tijdschrift Brusselse Bond voor het Recht op Wonen, nr. 38, 2010.

Overigens zijn talloze verdiepingen in gebouwen boven handelszaken onbezet, ondanks de invoering van belastingmiddelen om deze trend te keren. En ook al liggen er initiatieven op tafel voor de reconversie van leegstaande kantoorruimtes, dan nog is de haalbaarheid van deze projecten niet altijd vanzelfsprekend. En ook vastgoedspeculatie is nog steeds een feit. Het resultaat van dit alles is dat er verspreid over de stad panden leegstaan: allemaal onbenutte oppervlakten, ondanks de steeds groter wordende vastgoeddruk.

Laatste herziening op 01/01/2013