Terug naar

Ontwerp stappen

Diagnose van het bestaande dak

Is de dragende structuur geschikt voor een isolatie langs buiten?

Ongeacht of het om een renovatie of een nieuwbouw gaat, moet men zich ervan verzekeren dat de dragende structuur (gebinte) geschikt is voor de plaatsing van isolatiepanelen, wat betreft de afmetingen en tussenafstanden .

De staat van het bestaande gebinte moet nauwkeurig bekeken worden. Mogelijk is dat licht aan het doorbuigen wat niet erg is in de bestaande situatie, maar een probleem kan worden door de extra belasting als gevolg van het nieuwe isolatiemateriaal.

  • De spanten of kepers waarop de isolatiepanelen worden gelegd, moeten minstens 50 mm breed zijn. De gebruikte bevestigingselementen hebben overeenkomstige afmetingen en moeten centraal op de structuur worden geplaatst.
  • De tussenafstand tussen deze dragende elementen mag hoogstens 90 cm bedragen voor de isolatiepanelen .
  • Voor zelfdragende elementen mag de ruimte tussen de dragende elementen (pannen of kepers) tot 5 m bedragen.  

Types isolatiematerialen

Isolatiematerialen: welk type isolatiemateriaal kiezen en welke dikte plaatsen?

De te bereiken weerstand is over het algemeen het belangrijkste criterium bij de keuze van het te gebruiken type isolatiemateriaal

Nieuwbouw

Bij een nieuwbouw moet de geldende Brusselse EPB-regelgeving worden nageleefd.

Onderstaande tabel geeft u al een eerste idee van de diktes van de verschillende te plaatsen isolatiematerialen om een coëfficiënt van U = 0,10 W/(m².K) te bereiken. Dat is een schatting aan de hand waarvan een keuze kan worden gemaakt uit de verschillende beschikbare isolatiematerialen. Er moet uiteraard nog een gedetailleerde berekening van de wand uitgevoerd worden bij de invoer in de EPB-software.

Grootteorde van de dikte van het isolatiemateriaal overeenkomstig de aard ervan en het type gebinte voor een waarde Umax = 0,1 W/m².K)

image11 (Bron: WTCB (2014))

Voor oplossingen met een tweede structuur is het van het grootste belang dat de berekening van de thermische transmissiecoëfficiënt rekening houdt met dit element de structuur zelf. Dat Deze leidt immers tot grotere isolatiediktes dan de oplossingen zonder tweede structuur, om dezelfde thermische prestatie te bereiken.

Zoals dat ook het geval is bij een gevelisolatie langs buiten met een isolatiemateriaal dat een tweede structuur vereist, is het vervangen van de profielen van de caissons in massief hout door houten I-profielen altijd een oplossing om de impact van de structuur te verkleinen.

Zie dossier Isolatie van een muur aan het buitenkant

Renovatie

De plaatsing van een sarkingdak is gebonden aan een stedenbouwkundige vergunning en de huidige EPB-regelgeving legt een thermische transmissiecoëfficiënt voor het nieuwe dak.

Gezien de omvang van de werken en het feit dat een nieuwe isolatie in dit geval niet snel meer nodig zal zijn, is het verstandig de hoogst mogelijke prestatie na te streven.

Dampwerend/dampremmend membraan

De noodzaak van een dampwerend membraan hangt hoofdzakelijk af van de klimaatklasse van het gebouw. Als een dergelijk element moet worden geplaatst, moet dat doorlopend gebeuren en dienen alle aansluitingen correct te worden uitgevoerd.

Het is in het kader van een globale renovatie van het gebouw belangrijk al van bij de ontwerpfase te bepalen waar zich deze water- en luchtdichte laag zal bevinden om alle aansluitingen doeltreffend te kunnen behandelen realiseren . Details die bij het voorontwerp niet geanalyseerd worden, kunnen tijdens de werf tot aanzienlijke meerkosten leiden.

Bij renovatiewerken brengt de dakisolatie automatisch een betere luchtdichtheid met zich mee. De ruimte onder het dak moet bijgevolg goed geventileerd worden zodat het binnenklimaat gezond blijft en de lucht correct ververst wordt.

Belang van de continuïteit van de luchtdichtheid

Zorgen voor een correcte luchtdichtheid vereist enig denkwerk en een nauwkeurige uitvoering .

Er moet over gewaakt worden dat de elementen die deze functie vervullen (pleister, gips, dampwerend/dampremmend membraan, etc.) doorlopen .

Volgens de continuïteitsregels is het nodig:

  • de gaatjes veroorzaakt door mechanische bevestigingen te bedekken met een luchtdichte kleefband
  • de verbindingen (naden) van het lucht- of dampdichte membraan door lijmen of lassen af te dichten en de verbindingen van het paneel dat daartoe dienst doet, af te sluiten.
  • membranen te voorzien in afwachting van de aansluitingen tussen de pannen (nok of tussenliggend) en op de aanpalende muren (zoals de binnenmuren of dakvoet) voor een hermetische aansluiting
  • de technische doorboringen af te dichten met de gepaste producten of een technische ruimte te voorzien tussen het lucht- en dampdichte membraan en de binnenafwerking

Continuïteit van het dampwerende membraan aan de dakvoet

image13(Bron: WTCB)

Zie voorziening dampwerende voorziening voor meer informatie over de uitvoering van de details van de aansluitingen.

De zelfdragende panelen zijn vaak voorzien van een decoratieve onderkant die dienst doet als binnenafwerking en/of lucht- en dampdichte laag. Als de fabrikant de prestaties van het dichtheidssysteem van de naden (tochtband, flexibele kleefband, vooraf samengedrukt schuim) en de duurzaamheid ervan niet kan garanderen aan de hand van verouderingsproeven, is het verstandig een bijkomende lucht- en dampdichte laag te voorzien. Er moet dan wel over gewaakt worden dat de naden van de verschillende elementen niet over elkaar geplaatst worden.