Gelijmde/mechanisch bevestigde isolatie
- Dit is het meest voorkomende systeem dat over het algemeen wordt aangevuld met een afwerkingspleister. Dit systeem wordt vaak ook ETICS genoemd ('External Thermal Insulation Composite System with rendering', samengesteld systeem voor externe thermische isolatie met bepleistering).
- Er wordt een isolatieplaat (met of zonder mechanische bevestigingselementen) tegen de draagmuur gelijmd.
- De afwerking kan bestaan uit een bepleistering (aangebracht op een gewapende onderpleisterlaag) of een harde gevelbekleding (parement in baksteen, gevelstrips).
- Voor deze typologie wordt gebruikgemaakt van stijve isolatie: PUR, EPS, XPS, platen van houtvezel, houtwol, hennepblokken, geëxpandeerde kurk, etc.
Voor-/Nadelen
Voordelen:
- Diverse types van afwerking;
- Over het algemeen goed aanvaard op stedenbouwkundig vlak;
- Goede continuïteit van het isolatiemateriaal;
- Moet over een ATG beschikken.
Nadelen:
- Gemiddelde schokbestendigheid;
- Onderconstructie moet vlak zijn
Gespecialiseerde aannemer .
Isolatie in de structuur
- De isolatie wordt in de structuur geplaatst, die als functie heeft om ofwel de isolatie en de afwerking ofwel alleen de afwerking te dragen. De afwerking bestaat meestal uit een gevelbekleding (hout, aluminium, vezelplaat, ...) maar kan ook een bepleistering zijn.
- Een oplossing waarbij er eerst een doorlopende laag isolatie tegen de draagmuur wordt aangebracht, gevolgd door een laag met een structuur, behoort eveneens tot de mogelijkheden.
- Het gebruikte isolatiemateriaal is doorgaans van het halfstijve of bulk type. Tal van isolatiematerialen komen voor dit systeem in aanmerking: houtwol, cellulose, hennepblokken, geëxpandeerde kurk, etc.
Voor-/Nadelen
Voordelen:
- Diverse types van afwerking;
- Goede schokbestendigheid
Aanbrenging op heterogene onderconstructies; - Uitstekende waterdichtheid.
Nadelen:
- Soms moeilijker om er groen licht voor te krijgen vanuit stedenbouwkundige hoek;
- De structuur onderbreekt de isolatie.
Geprefabriceerde elementen: sandwichpanelen
- Panelen met een isolerende kern worden bedekt met een metalen, kunststof, minerale of uit steenstrips bestaande bekleding. Ze worden mechanisch bevestigd in de muur.
- De gebruikte isolatiematerialen zijn van het stijve type.
Er dient bijzondere aandacht uit te gaan naar het dichten van de voegen tussen de panelen.
Voor-/Nadelen
Voordelen:
- Aanbrenging op heterogene onderconstructies;
- Goede continuïteit van het isolatiemateriaal.
Nadelen:
- Redelijk gemakkelijk om stedenbouwkundig goedgekeurd te krijgen, naargelang de gekozen afwerking;
- De afwerking kan niet gewijzigd worden zonder het volledige sandwichpaneel te demonteren (afwerking+isolatie).
Geprefabriceerde elementen: structuur in hout
- Voor renovatieprojecten;
- In de werkplaats vervaardigde, langs één of beide zijden gesloten houtstructuur (caissons);
- In de werkplaats uitgevoerde of op de werf ingeblazen isolatie;
- Zonnegevel mogelijk (toevoeging van een beglazing met luchtspouw langs de buitenkant);
- Eventuele isolatielaag om het gebrek aan vlakheid van de gevel op te vangen in geval van renovatie.
Voor-/Nadelen
Voordelen:
- Aanbrenging op heterogene onderconstructies;
- Goede continuïteit van het isolatiemateriaal;
- Weinig bouwvocht, omdat alles in de werkplaats uitgevoerd wordt;
- Verschillende types van bekleding mogelijk;
Nadelen:
- Opgelet bij het opslaan op de werf (voor een goede bescherming tegen vocht zorgen).
Isolatiepleister (in de massa)
-
De isolatiepleister kan een:
- plantaardige (hennep, kurk, ...),
- minerale (perliet, vermiculiet, ...) of
- organische basis (polystyreen, polystyreen + aerogel, ...) hebben.
- Deze verschillende pleisters kunnen met de hand aangebracht, gespoten of zelfs bekist worden, naargelang hun karakteristieken.
Voor-/Nadelen
Voordelen:
- Diverse types van afwerking;
- Over het algemeen goed aanvaard op stedenbouwkundig vlak;
- De onderconstructie mag enkele vlakheidsfoutjes bevatten (renovatie).
Nadelen:
- Gemiddelde schokbestendigheid;
- Vereist het gebruik van meerdere opeenvolgende lagen die correct moeten worden aangebracht om de gewenste prestatie te verkrijgen;
- Bij redelijke diktes is de behaalde prestatie niet zo goed als bij de andere technieken;
- Uitvoering moet door een professional gebeuren.
Voorts is het belangrijk om er hier op te wijzen dat er ook dunne reflecterende producten (DRP) bestaan, die door sommige bedrijven voorgesteld worden. Hun gebruik als buitenisolatie wordt echter afgeraden . Hun thermische prestaties zijn namelijk niet alleen vaak minder goed dan aangekondigd, maar ze werken daarnaast eigenlijk vooral als dampscherm. Als ze tegen de koude kant van een muur aangebracht worden, kunnen ze dan ook voor condensatie tussen de muur en het isolatiemateriaal zorgen.
Een dun reflecterend product (DRP), ook dun reflecterend, thermoreflecterend of multireflecterend isolatiemateriaal genoemd, bestaat uit een dunne materiaalkern (schuimstof, polyethyleenfolie met luchtbellen of een vezelmateriaal) die aan één of beide buitenzijden bekleed is met een reflecterende film (aluminiumfolie of gealuminiseerde folie). Bepaalde producten bestaan uit meerdere lagen die van elkaar gescheiden zijn door reflecterende tussenlagen. De totale dikte is doorgaans begrepen tussen 5 en 30 mm.
Omwille van zijn dikte beschikt een DRP over een lage intrinsieke warmteweerstand. Om voordeel te kunnen halen uit het reflecterende effect (zwakke emissiviteit) van de oppervlaktelagen, moet het product tegenover één of – beter nog – twee ongeventileerde luchtspouwen geplaatst worden. De zwakke emissiviteit van de oppervlaktelagen beperkt de warmteoverdracht door thermische uitstraling en verhoogt aldus de warmteweerstand van de luchtspouw(en). Om doeltreffend te zijn, mogen deze laatste niet geventileerd worden.
DRP worden vooral gebruikt bij renovatie, met name voor de warmte-isolatie van daken, vloeren en plafonds, muren, garagepoorten, ...
Zie Duurzame keuze van thermische isolatiematerialenn , Duurzame keuze van materialen voor gevelbekleding
