Terug naar

Welke isolatiedikte kiezen?

Hoe de nodige isolatieprestaties van de ondoorzichtige wanden bereiken om aan de criteria van de nieuwe EPB-reglementering te voldoen en de energiedoelstelling van een project te optimaliseren ?

De hier aangehaalde en nader toegelichte oplossingen onderscheiden zich in functie van de aard van de werken:

  • Voor nieuwbouwconstructies vermelden we hier de isolatiepleister (in de massa) met als grootste nadeel het belang van de te realiseren diktes, de gelijmde isolatie waarvoor er rekening gehouden moet worden met eventuele bijkomende metalen bevestigingspennen die een negatieve invloed kunnen hebben, en de in een structuur geplaatste bepleistering (doorgaans in hout in één of twee lagen). De impact van deze structuur op de prestatie van de wand zal bestudeerd en beperkt moeten worden.
  • Voor renovaties zullen de uit te voeren isolatiediktes in eerste instantie ca. de helft bedragen van degene die in nieuwbouwconstructies uitgevoerd moeten worden om aan de huidige reglementering te voldoen. Het is echter verstandig om een zo hoog mogelijk prestatieniveau na te streven, aangezien een bijkomende centimeter isolatie maar weinig meer kost.

Nieuwbouw

Isolatiepleister

Om de reglementaire EPB-waarden te halen met het gebruik van een isolatiepleister , moet de pleister in kwestie al een aanzienlijke dikte hebben.

Als we bv. een warmteoverdrachtscoëfficiënt U van 0,12 W/(m².K) willen bereiken met een goede isolatiepleister , met een thermische geleidbaarheid van lambda: 0,07 W/(m.K) (λ-waarden 0,07 - 0,12 W/m.K) en een draagmuur met een weerstand van 0,11 (m².K)/W, dan hebben we een dikte van 55 cm nodig!

De hoogwaardige warmte-isolerende minerale pleister Aerogel heeft een λ-waarde van 0,028 W/(m.K) (vergelijkbaar met de waarde van polyurethaan). Deze pleister bestaat uit een kalkbasis waarin aerogelkorrels geaggregeerd zijn, een ultralicht materiaal dat voor 99,8% uit lucht bestaat, die gevangen zit in een korrelige structuur van ultraporeus silicaat.

Aangezien er echter nog geen of maar weinig ervaringsfeedback over dit product beschikbaar is, is de nodige voorzichtigheid geboden bij het opteren voor dit product . Op basis van de door de fabrikant opgegeven prestatiewaarden zou een dikte van 22 cm voldoende zijn om een warmteoverdrachtscoëfficiënt (U-waarde) te halen van 0,12 W/(m².K) bij dezelfde hypothesen als hierboven aangehaald.

Gelijmde isolatie

Vanwege het gebrek aan elementen die het isolatiemateriaal onderbreken, is deze typologie het meest aangewezen voor het behalen van een erg goede thermische prestatie bij een minimale dikte, op voorwaarde dat er voor een performant isolatiemateriaal geopteerd wordt.

Onderstaande tabel herneemt, ter informatie en voor enkele types van isolatiemateriaal, de uit te voeren dikten om een U-waarde van 0,12 W/(m².K) te behalen (bij een doorlopende isolatielaag, zonder draagstructuur). Daarbij gaat men ervan uit dat de draagmuur ofwel uit gewapend beton (20 cm), ofwel uit betonblokken (19 cm) vervaardigd is. Beide typologieën leveren een weerstand van ca. 0,11 (m².K)/W op.

De oppervlakteweerstanden die in beschouwing genomen werden om deze diktes te bepalen, zijn respectievelijk voor de buiten- en de binnenkant: R se = 0,04 (m².K)/W en R si = 0,13 (m².K)/W.

Dikte van de aan te brengen isolatie (indien doorlopend) om een waarde van 0,12 W/m²K te halen

Types van isolatiemateriaal

Thermische geleidbaarheid λ van het isolatiemateriaal
(*)

[W/(m.K)]

Aan te brengen dikte aan isolatiemateriaal

[m]

Geëxpandeerd polystyreen (EPS)0.0310.25
Geëxtrudeerd polystyreen (XPS)0.0290.23
Polyurethaan 0.0230.19
PIR0.0210.17
Glaswol0.0320.26
Kurk (stijf)0.0500.39
Cellulosewatten
(in bulk of halfstijf)
0.0380.30
Houtvezel (stijf)0.0380.30


* Het betreft hier de beste waarden vermeld op de website www.epbd.be die de gegevens van erkende EPB-producten oplijst. Dit komt overeen met de beste waarde die er op dit ogenblik op de markt beschikbaar is.

Deze eerste berekening houdt geen rekening met eventuele bijkomende pluggen die vaak nodig zijn om het isolatiemateriaal met de draagmuur te verbinden. Een verstandige keuze van deze elementen, zowel qua materiaal als qua aantal, kan hun impact evenwel verwaarloosbaar maken.

Als de dikte van de uit te voeren isolatielaag aanzienlijk wordt, dan kan er ook in twee lagen gewerkt worden. In dat geval is het belangrijk om de voegen zodanig te laten verspringen dat hun impact op de prestatie van de wand beperkt wordt.

Alternering van de houtvezelplaten – beperking van de impact van de voegen

image08Project Strauwen (Batex 95) © Leefmilieu Brussel

Isolatie in de structuur

Als de isolatie in een structuur wordt geplaatst, dan moet de impact hiervan eveneens in aanmerking genomen worden bij de berekening van de warmteverliescoëfficiënt door transmissie via de wand. In de mate van het mogelijke moeten metalen structuren vermeden worden, omdat de warmteverliezen die ze veroorzaken veel groter zijn dan diegene te wijten aan een houten structuur. Er bestaan verschillende technieken om de negatieve impact van deze structuur op het isolatieniveau te beperken.

Zo zijn er tal van oplossingen mogelijk, naargelang de situatie.

  • De aangebrachte isolatie, van het type half stijf, soepel, gespoten of in bulk, heeft een structuur nodig voor haar bevestiging, die bijgevolg eveneens als steun zal fungeren voor het lat-/lijstwerk van de gevelbekleding (plaatsing in één laag).
  • Daarnaast kan er ook gewerkt worden met twee lagen isolatie van een verschillende soort (plaatsing in twee lagen) om de impact van de structuur te beperken. De eerste - stijve - laag wordt dan tegen de draagmuur gekleefd, gevolgd door een tweede laag – half stijf/soepel/in bulk - die in een houten structuur wordt geplaatst. In dat geval moet er wel toegezien worden op de compatibiliteit van beide isolatiematerialen.

Verder mag men niet vergeten om de plaatselijke metalen elementen in aanmerking te nemen, die de eerste laag doorkruisen en verbonden worden met de houten stijlen. Deze oplossing, die op het eerste gezicht de aan de structuur te wijten verliezen lijkt te beperken, zorgt in werkelijkheid niet voor enige verbetering van de situatie, tenzij er een zeer performante stijve isolatie gebruikt wordt. Zelfs in dat geval is de impact van de metalen bevestigingselementen (à rato van minstens 3 per m² en met een doorsnede van 2,5 x 62 mm) echter bijzonder nadelig.

Dikte van de isolatie volgens de toepassing

Aan de hand van onderstaand voorbeeld kunnen we de thermische prestatie van de wanden vergelijken bij gebruik van eenzelfde isolatiemateriaal dat op twee verschillende manieren wordt aangebracht: gelijmd en geplaatst in een houten structuur.

Het doel van deze vergelijking is om de impact van een structuur op de thermische prestatie van een wand te illustreren. Het gaat hier dus om een fictief voorbeeld en dat omwille van de volgende redenen:

  • Er wordt van uitgegaan dat de hele dikte van de isolatie gekleefd zal kunnen worden (zonder dat er een structuur nodig is). In werkelijkheid zal dat niet altijd mogelijk zijn.
  • Er wordt van uitgegaan dat de gebruikte lokale bevestigingselementen een verwaarloosbare impact. In de realiteit kan dat, maar zal dat niet altijd het geval zijn.

Het gebruikte isolatiemateriaal is houtvezel met een λ van 0,041 W/(m.K).

De plaatsing van dit isolatiemateriaal in een houten structuur resulteert in een dikte van 41 cm om de waarde van 0,12 W/(m².K) te halen.

Ter vergelijking: het gebruik van diezelfde houtvezel maar dan om te lijmen , zou een isolatielaag vereisen van 32 cm dik om diezelfde U-waarde van 0,12 W/(m².K) te bereiken.

Het gebruik van een structuur, zelfs in hout, heeft dus een niet te verwaarlozen impact op de dikte van de uit te voeren isolatielaag, wil men de gewenste prestatie halen. Er is namelijk 9 cm extra isolatie nodig om de impact van de structuur teniet te doen.

Renovatie

De gevels moeten zodanig geïsoleerd worden dat er een warmteverliescoëfficiënt opgelegd door de geldende wetgeving wordt bereikt.

Gezien de omvang van de werken (stellingen, aan te passen externe afwerkingselementen, ...) is het evenwel belangrijk om goed voor ogen te houden dat deze wellicht lange tijd niet meer vernieuwd zullen worden. De hoogst mogelijke prestatie willen behalen, is dan ook een verstandige keuze. Bovendien zal een extra cm isolatie in termen van kostprijs over het algemeen maar een klein verschil maken in het totale kostenplaatje van de werkzaamheden.

Als u minstens de vereiste prestatie wilt halen met een door de beschikbare plaats beperkte dikte, is het van primordiaal belang dat u zich goed de karakteristieken van elke typologie van buitenisolatie voor de geest kunt halen.

Bij een eerste schatting kunnen de voor de nieuwbouwconstructies verrichte berekeningen hergebruikt worden om een idee te hebben van de dikte van de uit te voeren isolatie in functie van de typologieën. Daartoe volstaat het om de voor de nieuwe constructies vermelde diktes door twee te delen.

Laatste herziening op 06/01/2016