Terug naar

Ontwikkeling van het project

De levenscyclusaanpak (of Life Cycle Approach) van bij de start van het project integreren

Om van bij het begin van een bouw- of renovatieproject de uitdagingen in verband met de levenscyclus van materialen te integreren, is het van belang om de volgende streefdoelen (die afkomstig zijn uit de industriële ecologie) in aanmerking te nemen:

  • De kringloop sluiten: ernaar streven om de materiaal- en hulpbronstromen cyclisch te maken: afval = hulpbron, gebouw = voorraad, stortplaats = waardevolle bron
  • Lekvrij maken: de verliezen tijdens de volledige levenscyclus van het gebouw tot een minimum beperken, door meer efficiëntie en een optimale preventie
  • Versterken: dematerialiseren: de gebouwen renoveren / een nieuwe bestemming geven, de bouwelementen en -materialen hergebruiken, de oppervlakten en volumes optimaal gebruiken, ontwerpen om te demonteren en niet om te slopen
  • Verlichten: de impact op het milieu en de gezondheid verkleinen, rekening houden met de milieubalansen, het gebruik van de hulpbronnen optimaliseren

Bij renovatie: de samenhang tussen het gebouw/terrein en het programma van het project evalueren

Hoewel renovatie bepaalde voordelen heeft met betrekking tot de cyclus van materialen, omdat (structuur-, gevel- en materiaal)elementen ter plaatse worden behouden, is het niettemin van fundamenteel belang dat een gebouw verenigbaar is met het programma dat men ervoor in petto heeft.

Het is derhalve raadzaam om het volgende te evalueren:

  • Kunnen de bestaande structuren en gevels ter plaatse worden behouden zonder groot kwaliteitsverlies of ingrijpende werken?
  • Zijn het bestaande volume en de moeilijk wijzigbare inrichting van de binnenruimten geschikt voor het geplande gebruik?
  • Wanneer een uitbreiding wordt overwogen, kan die dan worden uitgevoerd binnen de (horizontale en verticale) grenzen die door de stedenbouwkundige regelgeving worden bepaald?
  • Als deze uitbreidingen mogen worden uitgevoerd, kan dat dan zonder aanzienlijke structurele versterkingen te voorzien?
  • Kan het energieprestatieniveau dat voor het renovatieproject wordt beoogd, worden bereikt door het materiaal rationeel te gebruiken? Zal het met andere woorden geen al te grote afbraakwerkzaamheden met zich meebrengen? Moeten er door de samenstelling van de bouwschil niet te veel nieuwe bouwmaterialen worden gebruikt, en laat die samenstelling een hoog gebruikscomfort toe (voor wat de temperatuurregeling, het geluid en de migratie van waterdamp betreft)?
    • Deze verschillende aspecten moeten dus in aanmerking worden genomen bij de keuze van het te renoveren gebouw.

Flexibiliteit en aanpasbaarheid

  • Het niet-permanente karakter van de functie, van de bezetting van een gebouw integreren: de maatschappelijke en demografische behoeften evolueren onophoudelijk. Een gebouw kan tijdens zijn levenscyclus een nieuwe bestemming en een andere functie dan de oorspronkelijke krijgen.
  • Anticiperen op de te verwachten veranderingen met betrekking tot het gebruik en de bezetting in de toekomst. Een schema opstellen kan daarvoor een interessant hulpmiddel zijn
  • Anticiperen op de mogelijke uitbreidingen van het gebouw, zodat het bestaande materiaal kan worden behouden, minder afval wordt geproduceerd en het gebruik van nieuwe elementen en producten wordt beperkt.

maximale flexibiliteit in een evolutief huis

Figuur 12: [047] Stuckensstraat, maximale flexibiliteit in een evolutief huis, architect: FHW architectes.[047] Stuckensstraat, architect: FHW architectes.

Duurzaam bouwen betekent niet alleen bouwen met oog voor het milieu en

energiebesparingen, maar ook de duurzaamheid in de loop der tijd garanderen. Voor de jonge bouwheren van het Voorbeeldgebouw in de Stuckensstraat in Evere was de keuze om te "bouwen/verbouwen voor de duur van een leven" zeer belangrijk. Hun wens: een project realiseren dat volledig voldoet aan hun huidige behoeften, maar ook aan die van morgen.

De flexibiliteit van de bouw/verbouwing begint bij de keuze van de geschikte locatie: goed bereikbare winkels, aanwezigheid van openbaar vervoer... De huidige indeling heeft ruimte gecreëerd in de kelders, om er een architectenbureau te vestigen, waarvan een van de bewoners een vennoot is. De benedenverdieping en de eerste verdieping zullen worden bewoond door het koppel dat eigenaar is van het gebouw. De ruimten erboven zullen worden verhuurd.

Dankzij deze configuratie wordt het gebouw optimaal bezet. Als het gezin uitbreidt, zullen de verhuurde ruimten geleidelijk aan opnieuw kunnen worden ingenomen. Nog later zal deze woning perfect als "kangoeroewoning" kunnen worden ingericht, waarbij een jong en een ouder koppel de ruimten onder elkaar verdelen.

Het is belangrijk om elke woonmodule van bij het ontwerp uit te rusten met een eigen toilet en een eigen keuken. De impact op het milieu van een woning die werd gekozen voor de duur van een volledig leven, is duidelijk kleiner dan wanneer in elke fase van het leven van gebouw wordt veranderd. Een nieuwe woning betekent immers over het algemeen dat de ruimten moeten worden heringericht al naargelang de behoeften, wat vaak afbraakwerken en het gebruik van nieuwe materialen met zich meebrengt.

Een levenscyclusanalyse van het gebouw uitvoeren

Met de analyse voor het gebouw kunnen bouw- en uitrustingskeuzes worden gecontroleerd en goedgekeurd door het gebouw in zijn geheel in aanmerking te nemen, zonder zich uitsluitend op de economische en technische prestaties toe te spitsen, zoals de technische installaties en de energieprestatie. Dankzij deze analyse gaat de ontwikkelaar zich vragen stellen over de materiaalkeuze en de keuze van de bouwtechnieken, die tot dusver niet of nauwelijks werden gesteld.

Het is in de ontwerpfase dat alles wordt beslist: het is dus zeer raadzaam om een LCA-analyse van het gebouw uit te voeren bij het begin van die fase.

  • Er moet worden opgemerkt dat de analyse van het gebouw wordt uitgevoerd op basis van de levenscyclusanalyse van de bouwelementen waaruit het gebouw bestaat, en die zelf het resultaat zijn van een verstandige keuze van materialen en producten, die wordt gemaakt met behulp van een LCA-tool of minstens de ecolabels of productinformatiefiches als leidraad neemt. Het gaat dus om een denkoefening waarbij de verschillende niveaus in aanmerking moeten worden genomen: materiaal – bouwelement – gebouw.

Ontwikkeling van een Belgisch levenscyclusanalysehulpmiddel

Momenteel bestaat er geen volledig levenscyclusanalysehulpmiddel dat aangepast is aan de Belgische markt. Toch werken de drie gewesten van ons land en het federale niveau actief samen om daar verandering in te brengen. De OVAM (Openbare Vlaamse Afval Maatschappij) heeft een studie laten uitvoeren die bepalend is voor de ontwikkeling van dit hulpmiddel: de MMG-studie ("milieugerelateerde materiaalprestaties van gebouw(element)en"). Deze studie zet een levenscyclusanalysemethode uiteen, waarbij de CEN-indicatoren en CEN+-indicatoren worden gebruikt en de kenmerken van de Belgische bouwcontext in aanmerking worden genomen. De studie legt een stevige basis voor de ontwikkeling van een echt Belgisch LCA-hulpmiddel.

Meer weten over de Belgische methode om de milieu-impact van materialen te evalueren

Het beoogde doel? De realisatie van een evaluatiehulpmiddel dat in de drie gewesten kan worden gebruikt en gebaseerd is op eenzelfde methode (MMG) en eenzelfde materiaaldatabase waarin de EPD's opgenomen zijn (overeenkomstig de eisen van het Belgische Koninklijk Besluit met betrekking tot de weergave van milieu-informatie op de bouwproducten, en waarbij gebruik wordt gemaakt van de CEN-indicatoren en CEN+-indicatoren), en waarmee een evaluatie voor de bouwelementen en voor het gebouw kan worden uitgevoerd.

Laatste herziening op 01/01/2013