Terug naar

Begrippen en indicatoren

Berippen

Zontoetredingsfactor (g)

Lichttransmissiewaarde (LTA-waarde)

De hoeveelheid licht die door een beglazing wordt doorgelaten in verhouding tot de totale hoeveel licht die op de beglazing invalt.

Elke persoon geeft warmte af. Deze warmteafgifte wordt in de klimaattechnologie metabolisme genoemd, met als eenheid met. 1 met is gelijk aan 58,2 Watt. 1 met is de hoeveelheid warmte geproduceerd per m² lichaamsoppervlakte van een gemiddeld persoon in rust (zittend). De gemiddelde persoon heeft een lichaamsoppervlakte van 1,8m². Dit resulteert in rust in een warmteproductie van 105 Watt.

De bedrijfstemperatuur, die gelijk is aan het gemiddelde van de temperatuur van de lucht en de temperatuur van de wanden (Ta+Tp)/2, definieert de comforttemperatuur die de bewoners ervaren.

Passieve koeling

Free-cooling

Nachtventilatie

Een passieve koeltechniek waarbij er 's nachts extra buitenlucht door het lokaal of gebouw wordt geventileerd (met of zonder mechanische ondersteuning). Op deze manier wordt de massa van het gebouw afgekoeld.

Warmtelasten

Trias Energetica

Heat Island

Een fenomeen waarbij het warmer is in (grote) steden dan in de omgeving van deze steden. De grootste oorzaken hiervan zijn:

  • veel materialen die warmte absorberen,
  • veel minder warmteverlies door verdamping van water dan in groene gebieden en
  • warmteproductie t.g.v. menselijke bronnen zoals b.v. koeling, autoverkeer, … .

Opake delen (ondoorschijnende, niet-transparante delen) van de gebouwschil hebben

Hebben een g-waarde, al is deze bijzonder laag. Een opaak gebouwdeel absorbeert namelijk ook zon en geeft een deel hiervan af aan de binnenomgeving (warmtedoorslag). De beïnvloedende parameters voor deze warmtedoorslag zijn:

  • De reflectie van het oppervlak: Donkere materalen zullen veel zonnewarmte absorberen. Lichte materialen zullen veel zonnewarmte reflecteren
  • De isolatiegraad van het oppervlak: Goed geïsoleerde oppervlakken zullen slechts een zeer klein (tot verwaarloosbaar) aandeel van de geabsorbeerde warmte doorgeven aan de binnenomgeving. Niet-geïsoleerde oppervlakken zullen een aanzienlijk deel van de geabsorbeerde zonnewarmte naar de binnenomgeving overdragen.

Zwarte en vooral niet-geïsoleerde daken kunnen daarom ook sterk bijdragen tot het discomfort in gebouwen tijdens de zomer. (En in de winter verliezen ze bijzonder veel warmte via het niet-geïsoleerd dak). Daarnaast zorgt een lichte kleur bij afwerking van de gevel en het dak voor minder thermische spanning in de materialen, wat de levensduur verhoogt.

Ter info: het verloop van de directe en indirecte zonnewinsten op een horizontaal vlak (referentieklimaat Ukkel).

Directe en indirecte zonnewinsten

Directe en indirecte zonnewinsten Bron: Designbuilder

Oververhittingsindicatoren

  • PMV / PPD: In diepgaande comfortstudies wordt vertrokken van de Predicted Mean Vote (PMV) en de Predicted Percentage of Dissatisfied (PPD), schalen die weergeven hoeveel procent van de gebouwgebruikers ontevreden zijn over het comfort (de oververhitting). Meer uitleg hierover staat in het dossier Het thermisch comfort verzekeren .
  • Temperatuursoverschrijdingen: De PMV en PPD zijn vaak vertaald in makkelijk te hanteren parameters zoals TO (Temperatuursoverschrijdingen): Het aantal uren dat een bepaalde comfortgrens overschreden wordt.
  • Comfortklasse volgens de EN 15251
  • Comfortklasse volgens ISO 7730
  • De EPB regelgeving heeft voor woningen zijn eigen indicatoren:
    • Oververhittingsindicator [Kh] (Kelvin-uur): Deze indicator vertegenwoordigt de niet bruikbare zonnewinsten, of meer bepaald de niet in de constructie opgeslagen zonnewinsten. Hoe hoger dit getal, hoe groter de kans op discomfort t.g.v. oververhitting.
    • Netto energiebehoefte voor koeling (kWh/m²/jaar): Theoretische waarde, bepaald door b.v. de EPB software, die weergeeft wat de weg te koelen last is op jaarbasis.
  • Specifiek voor een beglazing of een combinatie beglazing-zonwering is de g-waarde een indicator (zie begrippen).

Elektrische toestellen

  • Vermogen van het elektrisch toestel: Het vermogen van het elektrisch toestel kan gelijk gesteld worden aan de warmte die het toestel afgeeft. Alle door het toestel opgenomen energie wordt namelijk omgezet in warmte.
  • Energielabel van het elektrisch toestel: Het energielabel van een elektrisch toestel gaat van A+++ tot D. Dit label geeft de energie-efficiëntieklasse van het toestel weer.
Laatste herziening op 01/01/2013