Terug naar

Begrippen

Levenscyclusanalyse (LCA)

Kwantificeert de potentiële impact op het milieu van een product aan de hand van een globaal beeld van de levenscyclus van dat product. Dankzij deze analyse kan de verplaatsing van vervuiling worden geïdentificeerd, kan het overheersende type milieu-impact bij de vervaardiging van een product worden geëvalueerd of kunnen bepaalde specifieke elementen met een grote impact op het milieu worden geïdentificeerd. Het gaat om een aanpak waarbij rekening wordt gehouden met meerdere types impacten en criteria.

ISO-norm 14040

Zegt: "De levenscyclusanalyse (LCA) is een techniek om de milieuaspecten en de potentiële impact op het milieu die gepaard gaat met een productsysteem te evalueren." De LCA is dus een hulpmiddel bij de besluitvorming waarmee prioritaire acties kunnen worden bepaald, die ervoor moeten zorgen dat de milieu-impact van een product wordt beperkt. In dat opzicht is de LCA een waardevolle informatiebron voor fabrikanten van bouwmaterialen.

De levenscyclusanalyse van een materiaal vormt de basis van de databases die het op hun beurt mogelijk maken om de milieubalans op te maken van een wand of een heel gebouw.

Figuur 10: Schematische voorstelling van de 4 hoofdfasen van een levenscyclusanalyse Schematische voorstelling van de 4 hoofdfasen van een levenscyclusanalyse - (Bron: safe-energie.be )

Fasen van een levenscyclusanalyse

In een eerste fase worden het doel en de draagwijdte van de LCA bepaald overeenkomstig normen ISO 14040:2006 en ISO 14044:2006 . Het doel omvat de vraagstelling en de reden van de analyse, evenals een beschrijving van het doelpubliek en het gebruik van de eindresultaten. Mogelijke doelen zijn enerzijds een individuele analyse van de milieu-impact van één product, element of gebouw en anderzijds een vergelijking van de milieu-impact van vergelijkbare alternatieve oplossingen. In deze eerste fase worden de omvang en de grenzen van het onderzochte systeem bepaald.

De tweede fase van een LCA is deinventarisanalyse (LCI of Life CycleInventory)

Deze fase bestaat erin om alle stromen (economische stromen en elementaire stromen) binnen en buiten het onderzochte systeem te inventariseren.

Op basis van de inventarisanalyse wordt vervolgens deimpactanalyse (LCIA of Life Cycle Impact Analysis) uitgevoerd. De bedoeling van deze fase bestaat erin om de impact van het in aanmerking genomen product op of de eventuele gevolgen ervan voor het milieu gedurende de volledige levenscyclus te kwantificeren. Deze fase bestaat uit verschillende al dan niet verplichte stappen:

De keuze van de milieu-impactcategorieën (bv. klimaatverandering, "uitputting van fossiele hulpbronnen – zie CEN-indicatoren en CEN+-indicatoren)

De indeling: de gegevens van de inventaris worden ingedeeld in en toegekend aan milieu-impactcategorieën

De karakterisering: de gegevens van de inventaris worden werkelijk omgezet in impactcategorieën

De laatste fase is deinterpretatie van de resultaten. Ten slotte is het op basis van de vorige fasen mogelijk om te antwoorden op de operationele vraag van de LCA, die tijdens de eerste fase van de analyse werd gesteld. Aangezien dit antwoord vaak nieuwe vragen oproept, moeten de resultaten worden geanalyseerd en geïnterpreteerd. Dat gebeurt in principe in drie stappen: identificatie van de belangrijke punten, controle van de volledigheid, de tendens en de samenhang, en ten slotte conclusies, aanbevelingen en rapportage.

Bron: WTCB

CEN TC 350: werkgroep van het Europees Normalisatie Comité, Technisch Comité 350, in opdracht van de Europese Commissie. Deze groep is actief sinds 2005 en is ingedeeld in meerdere eenheden die elk een specifiek onderwerp behandelen:

  • CEN/TC/WG1: Environmental Performance Assessment of Buildings
  • CEN/TC WG2: Building Life Cycle description
  • CEN/TC WG3: Product Level (EPD, communication formats)
  • CEN/TC WG4: Economic Performance Assessment of Buildings
  • CEN/TC WG5: Social Performance Assessment of Buildings

cradle-to-cradle / "wieg tot wieg"

Aanpak (die zowel op de ontwikkeling als op de industriële productie betrekking heeft) aan de hand waarvan de impact op het milieu van het betrokken product kan worden beperkt dankzij de re-integratie in de productiekringloop van het materiaal dat het einde van de levensduur bereikt heeft, minstens door effectieve recyclage en in het beste geval zonder tussenproces. Het fabricageprocedé dat gepaard gaat met de recyclage van de materialen en bestanddelen, resulteert idealiter in een nieuw product dat identiek is aan het product dat werd gerecycleerd. Denk eraan dat het C2C-label (of cradle-to-cradle-label) op het gebied van recyclage meerdere prestatieniveaus onderscheidt en dat de optimalisatie van het productieproces dat met de recyclage gepaard gaat, varieert naargelang van het niveau van het label.

cradle-to-gate / "wieg tot fabriekspoort"

Het is voor een fabrikant moeilijk om voor een bepaald bouwproduct rekening te houden met de impact die dat product veroorzaakt zodra het de fabriek heeft verlaten. Deze impact varieert sterk per werf en sommige levenscyclusanalysemethodes reiken derhalve niet verder dan de fabriekspoort: we spreken dan van cradle-to-gate. Deze methodes houden over het algemeen rekening met de bekende elementen die noodzakelijk zijn voor de ingebruikneming, zoals het gebruik van lijm, mortel...

cradle-to-grave / "wieg tot graf

Houdt rekening met de levenscyclus van een product vanaf de winning van de grondstoffen tot het einde van de levensduur (d.w.z. "het graf").

Milieuverklaring van type I

Milieuverklaringen van type I (overeenkomstig ISO-norm 14020) zijn gebaseerd op expliciete criteria die rekening houden met de volledige levenscyclus van het product en worden onafhankelijk gecontroleerd. De bekendste zijn: het Europese ecolabel, het FSC-gelijkvormigheidsmerk, het PEFC-certificaat, het Nature Plus-label, de Scandinavische 'Nordic Swan' en de Duitse 'Blaue Engel' ( bron: wtbc.be ).

Milieuverklaring van type II

Milieuverklaringen van type II zijn zogenaamde 'zelfverklaringen': het gaat om verklaringen van de producent of de distributeur die echter niet worden gecontroleerd door derden (bron: wtbc.be ).

Milieuverklaring van type III

Milieuverklaringen van type III (de Environmental Product Declarations of EPD's, bv.) zijn informatiefiches waarin de producent of de distributeur kwantitatieve gegevens verstrekt over de milieu-impact van de producten tijdens de volledige levenscyclus ervan. Deze gegevens worden gecontroleerd door een onafhankelijke derde partij. Derhalve willen wij er de aandacht op vestigen dat de CEN TC 350 momenteel een Europese norm met betrekking tot de EPD's voor bouwproducten aan het opstellen is, evenals een norm met betrekking tot de berekeningsmethodes voor de beoordeling van de milieu-impact van de gebouwen. Op dit ogenblijk zijn dergelijke EPD's nog niet verkrijgbaar op de Belgische markt (bron: wtbc.be ).

Bouwelement

Component van een gebouw die wordt gevormd door een geheel van materialen en producten en die kan worden geïdentificeerd als een bestanddeel. Met name: een tegel, een vloer, een buitenmuur, een binnenmuur, een raam, een trap, een tussenwand.

EPD

zie milieuverklaring van type III

Economische stromen

De stromen van materialen, energie, diensten enz. die worden uitgewisseld tussen de elementaire processen en met de externe systemen.

Elementaire stromen

De stromen die worden uitgewisseld met de ecosfeer (grondstoffen, afval dat in het milieu terechtkomt en uitstoot)

CEN-indicatoren

De milieu-impactindicatoren die worden bepaald door de CEN TC 350, moeten verplicht worden geïntegreerd in een levenscyclusanalyse van de materialen en producten. Deze indicatoren zullen in de toekomst ook verplicht zijn voor de opstelling van milieuverklaringen van type III (EPD).

De CEN-indicatoren zijn terug te vinden in de onderstaande tabel.

ImpactindicatorEenheidBeschrijving
KlimaatveranderingGlobal Warming Potential (GWP)kg CO² equiv

Broeikasgasuitstoot die een stijging van de temperatuur van de onderste luchtlagen veroorzaakt

Voorbeelden: CO ² , CH 4, N2 O, CFC, CO…

Vernietiging van de stratosferische ozonlaagDepletion potentiel of the stratospheric ozone layer (ODP)kg CFC 11 equiv

Uitstoot in de lucht van stoffen die de stratosferische ozonlaag vernietigen

Voorbeelden: CFC, HCFC, CCI 4…

Verzuring van de bodem en het waterAcidification potential of land and water (AP)kg (SO2)2- equiv

Uitstoot in de lucht van stoffen die zure regen veroorzaken

Voorbeelden: NOx , SO 2 , NH 3, VOS'en , HCI…

EutrofiëringEutrophication potential (EP)kg (PO4)3- equiv

Uitstoot in de lucht en het water van stoffen die een overschot aan voedingsstoffen in de meren, rivieren en oceanen veroorzaken

Voorbeelden: bestanddelen van N en P

Vorming van fotochemische ozon (smog)Formation potential of tropospheric ozone photochemical oxidants (POCP)kg ethene equiv

Uitstoot in de lucht van stoffen die de productie van troposferische ozon of smog veroorzaken

Voorbeelden: NOx,, VOS'en , CH 4 , CO…

Uitputting van abiotische, niet-fossiele hulpbronnenAbiotic resource depletion potential for elements (ADP_e)kg SB equivUitputting van de abiotische niet-fossiele hulpbronnen (= mineralen)
Uitputting van abiotische hulpbronnen, fossiele hulpbronnenAbiotic resource depletion potential of fossil fuels (including feedstock) (ADP_f)MJ, netto calorische waardeUitputting van de fossiele hulpbronnen

CEN+-indicatoren

De aanvullende impactindicatoren die worden bepaald door de CEN TC 350, ter aanvulling van de CEN-indicatoren. Het is in dit stadium niet verplicht om ze te gebruiken. Deze indicatoren zijn echter zeer relevant en een fabrikant of consultant kan ervoor kiezen om ze te integreren in de levenscyclusanalyse die hij uitvoert.

De CEN+-indicatoren zijn terug te vinden in de onderstaande tabel.

ImpactindicatorEenheidBeschrijving
Toxiciteit voor de mensHuman toxicitykg 1,4 DB equiv (dichloorbenzeen)

Uitstoot in de bodem, de lucht en het water van stoffen die schadelijk zijn voor de gezondheid van mensen

Voorbeelden: zware metalen, dioxines, VOS'en, NOx , SO 2 , fijn stof...

Vorming van fijn stofParticulate matter formationkg PM10 equivUitstoot in de lucht van zwevende deeltjes die kleiner zijn dan 10 micrometer
Ioniserende stralingIonising radiationkg 235U equivIoniserende of radioactieve straling
EcotoxiciteitBodemecotoxiciteitTerrestrial exotoxicitykg 1,4 DB equiv (dichloorbenzeen)

Uitstoot in de bodem en de lucht van stoffen die schadelijk zijn voor de ecosystemen (fauna en flora) in de bodem

Voorbeelden: zware metalen, pesticiden...

Aquatische ecotoxiciteit, zoet waterFreshwater ecotoxicitykg 1,4 DB equiv (dichloorbenzeen)

Uitstoot in het water en de lucht van stoffen die schadelijk zijn voor de ecosystemen (fauna en flora) in zoet water

Voorbeelden: zware metalen, zuren, pesticiden...

Aquatische ecotoxiciteit, marienMarine ecotoxicitykg 1,4 DB equiv (dichloorbenzeen)

Uitstoot in het water en de lucht van stoffen die schadelijk zijn voor de ecosystemen (fauna en flora) van oceanen en zeeën

Voorbeelden: zware metalen, zuren, pesticiden...

Bezetting van het grondgebiedBezetting van het landbouwgebiedAgricultural land occupationm²/jaarDe bezetting door de mens van een bepaalde grondoppervlakte tijdens een bepaalde periode voor landbouw en de wijzigingen aan het landschap of de ruimte die daaruit voortvloeien
Bezetting van het stadsgebiedUrban land occupationm²/jaarDe bezetting door de mens van een bepaalde grondoppervlakte tijdens een bepaalde periode voor stedelijke doeleinden en de wijzigingen aan het landschap of de ruimte die daaruit voortvloeien
Omvorming van het grondgebiedOmvorming van het grondgebied, natuurNatural land transformationm²/jaarDe omvorming en bezetting door de mens van een bepaalde natuuroppervlakte tijdens een bepaalde periode
Omvorming van het grondgebied, regenwoudenRainforest land transformationm²/jaarDe omvorming en de bezetting door de mens van een bepaalde regenwoudoppervlakte tijdens een bepaalde periode
Uitputting van de waterhulpbronnenWater depletionNettoverbruik van zoet water

Impactindicator

De impactcategorieën zijn talrijk. We kunnen twee types onderscheiden die op twee niveaus een rol spelen.

De op schade gerichte categorieën:

  • uitputting van de hulpbronnen,
  • impact op de gezondheid van mensen,
  • milieu-impact.

De op problemen gerichte categorieën:

  • klimaatverandering / klimaatopwarming,
  • vernietiging van de stratosferische ozon,
  • verzuring,
  • eutrofiëring,
  • vorming van foto-oxidanten (smog),
  • aantasting van de abiotische hulpbronnen,
  • aantasting van de biotische hulpbronnen,
  • grondgebruik,
  • ecotoxicologische impact,
  • ecologische impact (bij de mens).

Functionele eenheid

Dit begrip speelt een centrale rol in een levenscyclusanalyse, omdat het van fundamenteel belang is om producten onderling te vergelijken. De functionele eenheid omvat drie aspecten: de functie die het product moet vervullen, de verwachte prestatie en de theoretische levensduur. Het is niet altijd vanzelfsprekend om deze eenheid te bepalen: zo kan een isolatiemateriaal tegelijkertijd warmte- en geluidsisolerend zijn, maar kan ervoor worden gekozen om het isolatiemateriaal niet beide prestaties te laten leveren.
Laatste herziening op 01/01/2013