Inhoudstafel
- Thermische weerstand van de wand
- Thermische inertie van de wand
- Waterdampdoorlaatbaarheid
- Drukweerstand
- Flexibiliteit en samendrukbaarheid van het isolatiemateriaal
- Akoestische prestatie van de thermische isolatiematerialen
- Samenvattende tabel van de technische prestaties van thermische isolatiematerialen
Het gebeurt zelden dat een thermisch isolatiemateriaal aan geen enkele andere vereiste onderhevig is dan een goede thermische prestatie. Op het gebied van de bouwfysica is de migratie van waterdamp een belangrijke factor, waarmee rekening moet worden gehouden in het hele complex waarvan het thermisch isolatiemateriaal deel uitmaakt. In termen van mechanische weerstand kan het isolatiemateriaal, afhankelijk van de exacte plaats waar het wordt geïnstalleerd, aan druk worden blootgesteld. Het moet hiertegen bestand zijn. De akoestische prestatie en de brandweerstand spelen ook een rol in de keuze van het isolatiemateriaal.
Thermische weerstand van de wand
Alle materialen die tot de productcategorie van thermische isolatiematerialen behoren, leveren per definitie een hoge prestatie inzake isolatie. De warmtegeleidingscoëfficiënt λ kan echter variëren en het keuzeaanbod is uitgebreid.
Als er in het project elementen bestaan die een beperking van de dikte van het isolatiemateriaal opleggen, zal de keuze gaan naar een product met een uitstekend isolatievermogen om toch een hoge thermische weerstand te kunnen halen. We moeten evenwel opmerken dat er, ook al is de dikte beperkt, meerdere alternatieven bestaan, waaronder materialen met een lage milieu-impact.
Als er geen enkel element is dat de dikte van het isolatiemateriaal beperkt, zal de keuze gebaseerd zijn op een keuzehulpmiddel, zoals een classificatiesysteem of een levenscyclusanalyse op niveau van het bouwelement (zie dossier De levenscyclus van materialen: analyse, informatiebronnen en keuzehulpmiddelen ). Deze hulpmiddelen houden rekening met de benodigde hoeveelheid materiaal om een bepaalde thermische weerstand te bereiken en vergelijken de materialen met een gelijke totale thermische prestatie en volgens hun toepassing.
Thermische inertie van de wand
Een bouwelement met een hoge thermische inertie verbetert aanzienlijk het thermische comfort in de zomer, omdat de transmissie van de warmte doorheen de wand verschoven wordt. Dit komt doordat de warmte zich geleidelijk opstapelt en de opgestapelde warmte slechts langzaam wordt vrijgemaakt. Zie dossier Het thermisch comfort verzekeren .
Thermische isolatiematerialen met een hoge dichtheid kunnen aanzienlijk bijdragen tot de thermische inertie van een wand, in het bijzonder in combinatie met metalen of houten structuren (geraamte en gebinte). Wanneer de structurele elementen massief zijn (beton, gemetselde of gelijmde, massieve elementen), is de bijdrage van het thermisch isolatiemateriaal tot de inertie van de wand in zijn geheel vaak verwaarloosbaar.
De specifieke warmte is een grootheid die de inertiecapaciteit van een bouwmateriaal weergeeft. Ze wordt samen met de volumieke massa, de gebruikte dikte en de oppervlakte van het materiaal gebruikt in de (complexe) berekening van de inertie. Zie dossier Een hoge thermische inertie verzekeren .
Waterdampdoorlaatbaarheid
Op het niveau van de gebouwschil vormen de thermische isolatiematerialen een van de componenten van een wand van het gebouw. Het kan gaan om een vloerplaat, een vloer of een tussenvloer, een dak of een gevelelement. De verplaatsing van waterdamp, geproduceerd binnen in het gebouw door de ademhaling van de gebruikers en door de activiteiten die ze er uitvoeren, gebeurt doorheen het hele complex van de gebouwschil, die bestaat uit meerdere lagen, waaronder de laag gevormd door het thermisch isolatiemateriaal. De waterdamp verplaatst zich van de binnenzijde naar de buitenzijde van het gebouw en doorkruist zo de verschillende lagen. Het is belangrijk het principe van waterdampdoorlaatbaarheid te respecteren. Deze stijgt naar mate de materiaallagen meer naar de buitenzijde van het complex liggen (zie dossier Het ademcomfort verzekeren ). Daarom moet de keuze van thermisch isolatiemateriaal ook gebaseerd zijn op de µ-waarde, rekening houdend met het volledige element waarvan het thermische isolatiemateriaal deel uitmaakt.
Drukweerstand
Afhankelijk van de plaats waar het isolatiemateriaal wordt aangebracht in het bouwelement waarvan het deel uitmaakt, kan het zijn dat het weerstand moet bieden aan compressie (bv. isolatie op vloerplaat, isolatie onder vloerplaat met draagvermogen, isolatie boven de structuur van een plat dak). In de regel is het zo dat, als het thermisch isolatiemateriaal belasting moet verdragen, hetzij structurele belasting, hetzij belasting verbonden aan het gebruik of het onderhoud van het gebouw, het gegarandeerd een goede drukweerstand moet hebben.
Flexibiliteit en samendrukbaarheid van het isolatiemateriaal
Als de wand, het element of het materiaal waartegen het thermisch isolatiemateriaal zal worden geplaatst, onregelmatig is (i.e. niet vlak), of als het isolatiemateriaal tussen de elementen van geraamte of een gebinte moet worden gevoegd, zal u bij de keuze van het thermisch isolatiemateriaal rekening moeten houden met zijn vermogen om zich aan dit gegeven aan te passen. Hoe soepeler het isolatiemateriaal, hoe dichter het op de oppervlakken zal aansluiten en hoe beter het kan worden samengedrukt. In dergelijke gevallen zijn isolatiematerialen in bulk, soepele isolatiematerialen en gespoten isolatiematerialen bijzonder goed geschikt. U kunt ook kiezen voor halfharde isolatiematerialen, maar deze dienen voor lichtjes onregelmatige oppervlakken en voor gebinten en geraamtes waarvan de elementen bijna evenwijdig liggen. Harde isolatiematerialen zijn te vermijden.
Akoestische prestatie van de thermische isolatiematerialen
Gezien de overeenkomsten tussen de gebruikte materialen zouden we kunnen veronderstellen dat thermische isolatie ook altijd akoestische isolatie biedt. Thermische isolatie is echter niet altijd akoestisch.
Bepaalde soorten thermische isolatiematerialen bieden immers geen enkel betekenisvol akoestisch voordeel. Dit is het geval bij de meeste harde panelen (uitgezonderd kurk): deze producten spelen de rol van veer in een massa-veer-massacomplex (zie Dossier | Het akoestisch comfort van gebouwen verzekeren voor gedetailleerde informatie hierover). In elk geval is het qua akoestische prestatie aangewezen de voorkeur te geven aan thermische isolatiematerialen in een soepele of halfharde vorm of in bulk (te storten of in te blazen).
Het is ook belangrijk dat u zich ervan verzekert dat het betreffende materiaal juist wordt gebruikt in een akoestisch wandgeheel (massa creëren, defaseren, ondoordringbaar maken, scheiden).
Samenvattende tabel van de technische prestaties van thermische isolatiematerialen
Mechanische weerstand |
Specifieke warmte (EN IO 10456) (draagt bij tot de thermische intertie van de wand) | Warmte-geleid-baarheid λ (volgens de norm NBN B62-002 A1) | Waterdamp-diffusie μ (vochtig en droog) | Akoestische prestatie |
Brand-reactie (Euro-klasse) |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Materiaal | [daN/m³] | [J/kg.K] | [W/m.K] | ||||
Poly-styreen | geëxtrudeerd (XPS) | 25-55 | 1300 tot 1500 |
0,04 (0,029 tot 0,035)* |
150 tot 300 80 tot 200* |
- | E |
geëxpandeerd (EPS) |
15-30 | 1450 |
0,045 (0,032 tot 0,038)* |
60 (20 tot 100)* |
E | ||
Polyurethaan (PUR) | 20-40 | 1300 tot 1500 |
0,035 (0,024 tot 0,03)* |
30 (30 tot 200)* |
- | C | |
Fenolschuim (resolschuim) | 8-20 | 1400 | (0,04)* | 1,5 tot 3 | - | C | |
Glaswol | 25 | 840 tot 1000 |
0,045 (0,032 tot 0,042)* |
1,2 tot 1,3 (1)* |
+ | A1 | |
Rotswol | 40 | 840 tot 1000 |
0,045 (0,034 tot 0,044)* |
1,3 (1)* |
+ | A1 | |
Schuimglas | 120-180 | 800 tot 1100 |
0,055 (0,04 tot 0,048)* |
Oneindig | - | A1 | |
Geëxpandeerd perliet | 50-80 | 900 tot 1000 | (0,065 tot 0,095)* |
5 tot 7 (1 tot 5)* |
- | A1 | |
Geëxpandeerd vermiculiet | <100 | 800 tot 1000 | (0,046 tot 0,08)* |
5 tot 7 (3 tot 4)* |
- | A1 | |
Geëxpandeerde klei | 100-500 | 1100 | (0,08 tot 0,16)* | (2 tot 8)* | - | A1 | |
Houtwol | halfhard | 50-100 | 1600 tot 2300 | (0,038 tot 0,042)* |
3 tot 4 (1 tot 2)* |
+ | E |
Harde platen | 100-150 | (3 tot 5)* | |||||
Cellulose | in bulk | 35-50 | 1600 tot 2000 | (0,035 tot 0,04)* | 1 tot 2 | + | B |
Halfhard platen | 70-100 | (0,04)* | |||||
Kurk | in bulk | 18 | 1700 tot 2000 | (0,034 tot 0,06)* |
4,5 tot 29 (1 tot 5)* |
+ | B |
Harde platen | 80-120 | (0,032 tot 0,045)* | (5 tot 30)* | ||||
Hennepwol | 25-210 | 1300 tot 1750 | (0,039 tot 0,042)* | (1 tot 2)* | + | E | |
Hennepscheven | / | 1950 | 0,048 tot 0,06 | (1 tot 2)* | + | / | |
Vlaswol | Soepel | 18-35 | 1300 tot 1700 | (0,037 tot 0,045)* | 1 tot 2 | + | E |
Halfhard | 70-100 | ||||||
Kokosnootwol | 20-50 | (0,047 tot 0,05)* | (1 tot 2)* | + | B | ||
Katoenwol | 20-30 | 1300 tot 1700 | (0,04)* | (1 tot 2)* | + | E | |
Wol van gerecycleerd textiel | 20-30 | 1200 tot 1400 | (0,0039 tot 0,042)* | (2 tot 3)* | + | E | |
Schapenwol | 10-30 | 1000 tot 1800 | (0,035 tot 0,045)* | (1 tot 2)* | + | E | |
Stro | ±100 | 1400 tot 2000 | (0,04 tot 0,08)* | (1 tot 2)* | + | C |
Waarden overgenomen uit "L'isolation thermique de la toiture inclinée", Ministerie van het Waalse Gewest en uit "L'isolation thermique écologique" van J-P. Oliva en S. Courgey, Uitg. Terre Vivante, 2010, alsook uit de documentatie van de leveranciers (deze waarden zijn met een * aangeduid).
Voor isolatiematerialen op basis van minerale en petrochemische grondstoffen zijn de prestaties meestal precies gekend doordat ze beschikken over een technische goedkeuring, afgeleverd door het Belgische goedkeuringsinstituut BUtgb . Voor materialen op basis van plantaardige of dierlijke grondstoffen zijn niet alle prestaties gecertificeerd door de BUtgb (wegens de kleine omvang van de Belgische markt ten overstaan van de kost van de certificatieprocedure, die voor kleine fabrikanten soms onbetaalbaar is), maar kan er wel een lambdawaarde worden opgegeven op basis van buitenlandse normen. Ze zijn niet te vergelijken met de bovenstaande waarden, waarvoor de tests wel werden uitgevoerd overeenkomstig de Europese norm EN ISO 10456. Deze referentie moet vermeld staan op het document dat de prestaties van het materiaal certificeert en moet op verzoek kunnen worden voorgelegd. We merken op dat een Europese technische goedkeuring (ETA) in het kader van een EPB-verklaring als bewijsstuk wordt aanvaard. Hetzelfde geldt voor de buitenlandse technische goedkeuringen, op voorwaarde dat ze de hierboven vermelde norm naleven.
Dunne reflecterende isolatiematerialen worden door hun verkopers vaak als bijzonder interessant voorgesteld. De contactfiche van WTCB #35 (3-2012) biedt een overzicht van deze producten. Daarin is te zien dat de dunne isolatiematerialen in het allerbeste geval de thermische prestaties van klassieke minerale isolatie kunnen evenaren. De plaatsing van deze materialen blijft delicaat en hun prestatie hangt rechtstreeks van de kwaliteit van de plaatsing af.