Terug naar

Doelstellingen

Reglementaire basis en goede praktijk ★

  • Het terrein kennen : Identificatie van het overstromingsrisico, nabijheid van een waterwinning of een beschermende natuurzone, hoogte van de grondwaterlaag, kennis van de bodemkwaliteit.
  • De afvoernetten ontwerpen, rekening houdend met de beperkingen van de site en met het overstromingsrisico.
  • Opslagdaken en groendaken aanbrengen

  • Een gescheiden net ontwerpen voor de afzonderlijke afvoer van hemelwater, zodat men het kan hergebruiken en/of de neerslag van onweersbuien kan vertragen. In dat geval moet men zich ervan verzekeren dat het traditionele saneringsnet door het hemelwater wordt gespoeld en dat afvalwater niet per ongeluk met hemelwater wordt gemengd.
  • De reglementering naleven : Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening (GSV) en Gemeentelijke Stedenbouwkundige Reglementen (GSR), waar ze van toepassing zijn

  • Een globale aanpak voor het waterbeheer op het perceel ontwerpen, gerechtvaardigd door studies die de keuzes motiveren.
  • Zich ervan verzekeren dat men over een voldoende buffervolume beschikt om ten minste 1 uur regen met een terugkeerperiode van 10 jaar te vertragen. Het buffervolume moet ten minste 25 l/m² ondoorlatende oppervlakte in horizontale projectie bedragen.
  • Een lekdebiet naar het afvoerpunt van het perceel voorzien van maximaal 5 l/s.ha.
  • De kwaliteit waarborgen van het hemelwater dat door de voorzieningen passeert en buiten de site wordt verwijderd (infiltratie en/of lozing)

    • het risico van verstopping van de voorzieningen voorkomen: stroomopwaartse filters + regelmatig onderhoud;
    • de kwaliteit van de lozing verzekeren: de vervuiling door organische stoffen, koolwaterstoffen, zware metalen enz. beperken. Het Koninklijk Besluit van 3 augustus 1976 bepaalt de volgende limieten voor de lozing van water in oppervlaktewater: 0,5 ml/l voor de bezinkbare stoffen, 60 ml/l voor de zwevende stoffen; 3 mg/l voor de apolaire koolwaterstoffen extraheerbaar met tetrachloorstof.

Aanbevolen minimum ★★

De reglementaire basis en de goede praktijk worden aangevuld met de volgende criteria:

  • Een lekdebiet naar het afvoerpunt van het perceel voorzien van maximaal 2 l/s.ha en 0 l/s.ha in het geval van een infiltreerbare bodem.

Optimaal ★★★

De reglementaire basis en de goede praktijk worden aangevuld met de volgende criteria:

  • Het beheer inpassen in een globale aanpak voor het stroomgebiedwaarvan het project deel uitmaakt ;

    • Al het afvloeiende hemelwater op het perceel vertragen, voor elk type van neerslagepisode (met verschillende intensiteiten, op basis van de twintigjarige neerslag in woonzones en de dertigjarige neerslag in het centrum van de stad ;
    • Als er een overstromingsrisico bestaat op of achter het perceel ("solidariteit van het stroombekken"), een reserve voorzien voor honderdjarige neerslagepisodes van verschillende duur (van 10 minuten tot 5 dagen), (zie De voorzieningen voor waterbeheer dimensioneren) ;
  • De VHB dimensioneren om twee neerslaggebeurtenissen te kunnen absorberen in 24 uur ;
  • De voorkeur geven aan landschapstechnieken die de watercyclus kunnen sluiten: open voorzieningen en aanplantingen ;
  • De watercyclus op het perceel valoriseren met behulp van didactische en ludieke uitrustingen die de bewustwording van de gebruikers bevorderen ;
  • Een lekdebiet naar het afvoerpunt van het perceel voorzien van maximaal 1 l/s.ha en 0 l/s.ha in het geval van een infiltreerbare bodem ;
  • Een verantwoordelijke beheerder bepalen die het onderhoud van de voorzieningen verzekert en de doorlopende werking van de installatie en de kwaliteit van het afgevoerde water waarborgt.