Terug naar

Duurzame aanleg van parkings

Voorziening
Hoe kunnen we op een duurzame manier parkings aanleggen? Door uit te gaan van een juiste dimensionering en de valorisatie van gedeelde oplossingen, maar ook door rekening te houden met een hele reeks elementen zoals veiligheid, bereikbaarheid voor iedereen en verkeer, en daarnaast met energiebeheer, verlichting, beplanting, biodiversiteit, ondoorlatendheid en waterbehandeling.

Ondoorlatendheid en waterbehandeling

De aanleg van een buitenparking leidt vaak tot een ondoorlatende bodem. Die ondoorlatendheid kan worden beperkt via verschillende technologieën, met name doorlatende bekledingen. Die bekledingen hebben twee grote voordelen:

  • Het water wordt opgeslagen in het steenslag van de fundering en doet op die manier dienst als stormbekken bij hevige regen ;
  • De doorlaatbare structuren maken het mogelijk om de koolwaterstoffen van de chronische verontreinigingen te verwerken, dankzij aerobe bacteriën.

Om meer over weten, zie het dossier | Beheer van het regenwater op het perceel.

Celvormige tegels

Celvormige tegels zijn opengewerkte tegels in beton of in kunststof, die worden gevuld met graszoden (frequenter gebruik), soms met grind (geef de voorkeur aan gestabiliseerd gesteente, van het type porfier of basalt tot dolomiet) of in zeldzamere gevallen met zand. Gras en grind zijn beter geschikt voor de aanleg van parkings.

In elk geval maken die bekledingen de infiltratie van regenwater mogelijk. Deze oplossingen zijn relatief goedkoop (van € 20 tot € 35 per m²) en eenvoudig uit te voeren (plaatsing).

Er moet evenwel rekening worden gehouden met enkele aandachtspunten, voordat er met graszoden bedekte, celvormige tegels worden geplaatst:

  • Om ervoor te zorgen dat de vegetatie tot bloei komt, mag de bodem niet compact zijn, maar moet hij daarentegen van een luchtig substraat zoals gebroken grind zijn voorzien. Zo kan het nodig zijn om de bodem voor te bereiden. Er kan ook worden gekozen voor grassoorten, die beter bestand zijn tegen droogte.

  • Ze zijn niet geschikt voor al te intensief gebruik. Bijgevolg zal dat type bekleding eerder worden aanbevolen voor structuren met kleine villaatjes of relatief weinig dichte structuren
  • Ze zijn niet geschikt voor hellende terreinen.
  • Ze zijn niet toegankelijk voor personen met beperkte mobiliteit of voor fietsen. Ze zullen dus worden voorbehouden voor parkeerplaatsen (exclusief PBM-plaatsen) als zodanig, zonder ze uit te breiden naar de paden.
  • Het onderhoud is veeleisend (mechanische reiniging onmogelijk, regelmatig besproeien en zaaien van het gras).
  • Vóór de met graszoden bedekte oppervlakken dienen regenwaterkolken te worden geplaatst. Een al te sterke afvloeiing zou het gras immers kunnen beschadigen.

Met graszoden bedekte, celvormige tegels voor parkings (voor de aangrenzende paden werden de tegels opengewerkt met stenen, die toegankelijker zijn)

Met graszoden bedekte, celvormige tegels voor parkings (voor de aangrenzende paden werden de tegels opengewerkt met stenen, die toegankelijker zijn)© NORPAC IDDR

De tegels kunnen ook worden opengewerkt door middel van zogenaamde drainerende of filterende stenen. De bufferwerking van het regenwater wordt gehandhaafd. Deze oplossing, zonder beplanting, is niet bevorderlijk voor de biodiversiteit. Ze is daarentegen sterker, toegankelijker en eenvoudiger te onderhouden. Ze zal dus kunnen worden uitgebreid naar elk type parking.

Wegdek met reservoirstructuur

Een andere technologie is die van het wegdek met reservoirstructuur. Onder de grond beschikt dit wegdek over werken voor de verspreiding en de afvoer van het water dat aan de oppervlakte wordt verzameld (de afvoer in de bodem gebeurt door gebruik te maken van speciale materialen en geotextiel).

Aan de oppervlakte kunnen die inrichtingen uit het volgende bestaan:

  • Poreuze bekledingen (vandaag zijn bepaalde bitumina, die een specifieke samenstelling hebben, drainerend). In dat geval zal de absorptie van het water worden verdeeld over de volledige behandelde oppervlakte.
  • Klassieke ondoorlatende bekledingen, waarbij de infiltratie van het water zal gebeuren via een gelokaliseerd werk.

Parking met drainerende bekleding en wegdek met reservoirstructuur

Parking met drainerende bekleding en wegdek met reservoirstructuur in Lomme (Frankrijk)© Lille Métropole

In de afbeelding hieronder wordt de werking van deze technologie beschreven.

Over deze inrichtingen moet ver van tevoren worden nagedacht, naargelang van de bijzonderheden van het terrein. Ze zijn relatief duur (investering van om en bij de € 80 per m²). Het onderhoud ervan is bovendien veeleisend.

Het gaat om een zeer doeltreffende voorziening op het gebied van de infiltratie van het water, die geschikt is voor elk type gebruik. De voorziening heeft geen visuele impact. Ze beperkt bovendien spatten en verschijnselen van aquaplaning aan de oppervlakte.

Een aantal punten moet in het achterhoofd worden gehouden:

  • gezien de broosheid van dit type structuur kan het beter zijn om de parkeerplaatsen schuin aan te leggen, om de draaibewegingen te beperken;
  • Het is niet vanzelfsprekend om in België bedrijven te vinden die aangepaste ontstoffers hebben;
  • het zal belangrijk zijn om er bij toekomstige werken (plaatsing van kabels, bijvoorbeeld) op toe te zien dat de aannemer geen klassiek asfalt aanbrengt, wanneer hij zijn werken afsluit.

Meer weten zie voorziening: Reservoirstructuren.

Principedoorsnede van een wegdek met reservoirstructuur

Principedoorsnede van een wegdek met reservoirstructuur© GuidenR

Geulen en opvangtanks

Naast de bekledingen is het aanbrengen van geulen langs de ondoorlatende rijbanen een voorziening die het mogelijk maakt om het afvloeiingswater te behandelen. De in de geulen aanwezige vegetatie draagt bovendien bij tot de sanering van het water, dat verontreinigd kan zijn met olie en brandstof van de auto's. Deze geulen kunnen de verdamping of de infiltratie van dat water garanderen, of de verzameling ervan in een opvangtank. De plaatsing van de opvangtank en de aanleg van de geulen kunnen het voorwerp zijn van kwalitatieve landschapsvoorzieningen.

Meer weten zie voorziening: Geulen.

Geul met beplanting, aangelegd op een parking

Wadi met beplanting, aangelegd op een parking in Salem (Oregon, Verenigde Staten)© Leefmilieu Brussel

Bekleding voor paden en toegangen

Er bestaan tal van drainerende bekledingen voor de aanleg van de paden binnen de buitenparkings. Ze garanderen evenwel niet systematisch een optimale toegankelijkheid voor alle gebruikers, in het bijzonder voor fietsers en personen met beperkte mobiliteit. De bekledingen die het meest geschikt zijn voor deze paden, het meest toegankelijk zijn, en waaraan voorrang dient te worden gegeven, zijn de volgende:

  • houten beplatingen (met een voorkeur voor inheemse houtsoorten);
  • gestabiliseerd gebroken grind (hoornkiezel): geef de voorkeur aan gestabiliseerd gesteente, van het type porfier of basalt tot dolomiet;
  • rond grind.

Zie voorziening Paden en acces.

Beplanting en biodiversiteit

De beplanting van de buitenparkings is belangrijk voor zover ze bevorderlijk is voor de drainering van het water en de ontwikkeling van de biodiversiteit. Deze beplanting wordt met name gerealiseerd in de interstitiële ruimten (directe omgeving, ruimten tussen de parkeerplaatsen, omtrek van de paden ...).

Er kunnen verschillende oplossingen worden overwogen: bedekking van de onbedekte bodem om er een grasvegetatie te laten groeien, aanplanting van bloemenweiden met lokale planten, met gras bezaaide stroken, beplante muurtjes of muren, enz.

Faunapassage onder een ondoorlatende parking

Faunapassage onder een ondoorlatende parking in Lille© NORPAC

Naargelang van de soorten en de periodes van het jaar, of wanneer er juist is gezaaid, dienen er rustperiodes te worden voorzien voor deze beplante ruimten, voordat ze worden opengesteld voor het publiek.

Om de vegetatie te beschermen, vooral tegen vertrappeling, kunnen er "natuurlijke" barrières worden voorzien (braambosjes, modderige zones ...). Merk op dat de paden, om het verschijnsel van "ongecontroleerde" kortere wegen te beperken, van bij het begin zo recht en praktisch mogelijk moeten zijn ontworpen voor alle gebruikers (zie de voorziening Paden en toegangen).

Inheemse soorten moeten altijd voorrang krijgen. De soorten moeten ook zorgvuldig worden gekozen: naargelang van hun aanpassing aan het lokale klimaat en het onderhoudsgemak.

Wat het beheer betreft, is het raadzaam om laattijdig te maaien.

Onkruidbestrijding moet maximaal worden beperkt. Gebruikmaken van een onkruidbestrijder heft immers de positieve effecten op die zijn verbonden met de doorlatende parking: verontreiniging van het geïnfiltreerde water, vernietiging van de biodiversiteit ... Een geotextiel kan de inplanting van ongewenste wortels beperken. Wanneer dat nodig is, wordt een selectieve verwijdering van de planten in combinatie met een periodieke maaibeurt aanbevolen. Maar over het algemeen is het raadzaam om tot op zekere hoogte een tolerante houding aan te nemen tegenover het "onkruid".

Bij droogte moet er worden gesproeid. Als er een opvangtank voor afvloeiingswater aanwezig is, kan die vanuit duurzaam oogpunt worden gebruikt voor de besproeiing, wanneer dat nodig is.

Wanneer de ondoorlatendheid noodzakelijk en de bedekking van de paden onmogelijk is, kunnen er faunapassages worden voorzien, om de biodiversiteit te bevorderen, teneinde de fragmentatie van de ecologische habitats te beperken.

Energiebeheer

Het energiebeheer van de gesloten parkings is een grote uitdaging. Het lijkt noodzakelijk om de wanden tussen de verwarmde ruimten van de parking correct te isoleren om energieverlies te vermijden, maar ook om koudebruggen (afkoeling van de aangrenzende ruimten) te vermijden.

Raadpleeg ook het dossier Transmissieverliezen beperken. Het is ook een kwestie van comfort in de zin dat de isolatievoorzieningen naast thermisch ook akoestisch zijn.

Vandaag biedt een aantal fabrikanten isolatiematerialen aan die specifiek zijn ontworpen voor ondergrondse parkings, die de hoge normen op het gebied van thermische en geluidsisolatie naleven, en die de brandveiligheidsnormen naleven.

De isolatie is ook verbonden met de toegangen naar en van buiten. Een snelle sluiting van de toegangen wordt aanbevolen; er bestaan snelsluitende soepele luiken met een doorzichtige zone om een goede zichtbaarheid te garanderen.

Merk op dat rekening houden met het energieaspect ook betrekking kan hebben op de bovengrondse parkings (buitenparkings of parkeergebouwen). In een aantal recente voorbeelden werden er bijvoorbeeld zonnepanelen geïntegreerd als overdekking van de parkings.

Verlichting

Vandaag biedt een aantal fabrikanten verlichtingssystemen voor parkings aan die de lichtsterkte aanpassen aan het werkelijke gebruik van de parkings (de verlichting is sterker waar de voertuigen daadwerkelijk staan geparkeerd, waar ze rijden, en waar de voetgangers stappen). In combinatie met het gebruik van nieuwe verlichtingstechnologieën zoals leds zou de gerealiseerde energiebesparing om en bij de 65 % liggen.

Zonnepanelen als overdekking van een buitenparking

Zonnepanelen als overdekking van een buitenparking, Bordeaux (Frankrijk)© Communauté métropolitaine de Montréal

Zonnepanelen die zijn geïntegreerd op het dak van een parkeergebouw

Zonnepanelen die zijn geïntegreerd op het dak van een parkeergebouw in Santa Monica (Verenigde Staten)© Communauté métropolitaine de Montréal

Paden, toegangen, verkeerszones binnen de parking

De slagbomen voor de toegang tot de parkings moeten in voorkomend geval de noodzakelijke plaats voorzien om fietsen door te laten.

De toegangen tot de parkings moeten zijn ontworpen voor alle gebruikers: voetgangers, personen met beperkte mobiliteit, fietsen ( a fortiori als de toegang tot de parkeerplaats voor de auto's en de fietsen een gedeelde toegang is).

Binnen de parking moeten de paden voor de voetgangers en de personen met beperkte mobiliteit goed aangelegd en veilig zijn, en alle normen met betrekking tot de toegankelijkheid voor personen met beperkte mobiliteit naleven. Raadpleeg met name het dossier Een gebouw ontwerpen dat toegankelijk is voor iedereen en de voorziening et Paden en toegangen.

De slagbomen voor de toegang tot de parkings moeten in voorkomend geval de noodzakelijke plaats voorzien om fietsen door te laten© Technum/Belfius

Het is belangrijk om goed rekening te houden met het feit dat voetgangers geen secundaire gebruikers van de parkings zijn. Elke autobestuurder is ook een voetganger voordat hij in zijn voertuig stapt, en nadat hij eruit is gestapt. Hij moet dus kunnen profiteren van goed ingerichte en aangepaste infrastructuren, op dezelfde wijze als wanneer hij rijdt. Voetgangers die niet rechtstreeks gebruikmaken van een parking, kunnen er op dezelfde wijze toe worden gebracht om door de parking te stappen, om bijvoorbeeld een gebouw te bereiken.

De beste oplossing bestaat erin om apart van de autobestuurders routes te realiseren (bijvoorbeeld door een markering op de grond) om te garanderen dat de verschillende gebruikers op een veilige manier samen gebruik kunnen maken van de infrastructuur. Er moeten ook aparte ingangen en uitgangen worden voorzien.

Over het algemeen worden de volgende afmetingen en technische aspecten aanbevolen voor de paden, toegangen en verkeerszones binnen de parkings, overeenkomstig de handleiding met betrekking tot de beveiliging van de parkings van de Algemene Directie Veiligheid en Preventie van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken :

Wat de auto's betreft

(exclusief het specifieke geval van de plaatsen die zijn voorbehouden voor personen met beperkte mobiliteit: zie hieronder):

  • In voorkomend geval een minimale plafondhoogte van 2,10 meter;
  • Een aanpak van de hoogteverschillen met hellingen van bij voorkeur 10 % (het wettelijke maximum is 16 %). Daarnaast geeft de GSV aan dat de helling aan de uitgang van de parkings een maximale hellingsgraad van 4 % mag hebben voor de eerste 5 meter vanaf de gelijkloop ;
  • Een breedte van minstens 2,5 meter voor de parkeerplaatsen (15 centimeter meer als er een muur of een zuil aanwezig is). Een diepte van de plaatsen van minstens vijf meter wordt aanbevolen;
  • Een vrije ruimte van 6 meter (4 meter voor de schuine parkeerplaatsen) vóór de parkeerplaatsen die loodrecht op het wegdek staan;
  • Het is raadzaam om rijstroken van minstens 3 meter breed voor de eenrichtingsbanen en 5,5 meter voor de tweerichtingsbanen te voorzien.

Merk op dat de ontwerper bijzondere aandacht zal moeten besteden aan de rijrichtingen. Het is raadzaam om te vermijden dat voertuigen elkaar kruisen.

Om veiligheidsredenen en om te garanderen dat de verschillende gebruikers op een harmonische manier samen gebruik kunnen maken van de infrastructuur, moet de snelheid van de voertuigen binnen de parkings laag zijn. De aanbevolen maximumsnelheid bedraagt 10 km/uur. De aanwezigheid van vertragers maakt het mogelijk om de snelheid van de voertuigen te beperken, en verbetert op die manier de verkeersveiligheid.

Ten slotte kan parkeerplaatsen onderworpen zijn aan een milieuvergunning. Om meer te weten over de milieuvergunning, zie de Administratieve Gids  op de Leefmilieu Brussel website. Om meer te weten over de voorschriften van de milieuvergunning, zie de Ondernemersgids.

Wat de paden voor voetgangers betreft

  • Paden van minstens 1,5 meter breed.
  • In voorkomend geval moeten de liften toegangen hebben van minstens 90 centimeter breed en moeten de cabines minstens 1 x 1,3 meter zijn.
  • Er zijn twee uitgangen nodig vanaf een oppervlakte van 1000 m² voor parkings tot drie verdiepingen, en vanaf een oppervlakte van 500 m² voor parkings van meer dan drie verdiepingen. Vanaf een oppervlakte van 5000 m² zijn er minstens drie uitgangen nodig voor alle parkings.
  • De afstand die een voetganger aflegt op een verdieping van een parking mag niet groter zijn dan 45 meter.

Veiligheid

De toegang tot de parking kan worden beveiligd, met name door middel van een poort of slagbomen. Deze voorzieningen kunnen worden ingeschakeld door middel van badges, codes, enz .

De veiligheid is een belangrijke uitdaging in parkings (vooral in ondergrondse parkings), want deze plaatsen kunnen door de gebruikers als weinig geruststellend worden ervaren.

Er moet op twee niveaus over de veiligheid in de parkings worden nagedacht:

  • Het beheer van de gebouwen (bewaking, videobewaking, beveiliging van de toegangen, sensibiliseringscampagnes ...), naargelang van eisen die verband houden met de kosten of met de evaluatie van de potentiële risico's. Merk op dat een goed onderhoudsniveau en een toereikende verlichting bijdragen aan het veiligheidsgevoel.
  • Maar een zeker aantal aandachtspunten is in staat om de veiligheid te verbeteren in het ontwerp zelf van de parking:

    • Het ontwerp van een duidelijke en aangepaste bewegwijzering om elke gebruiker de mogelijkheid te bieden zich beter aan te passen en zich beter te oriënteren in de parkeerruimte.
    • De aanwezigheid van doodlopende straten of uithoeken moet worden vermeden, of die ruimten moeten goed worden afgesloten als ze toch aanwezig zijn.
    • Een inrichting die een breed gezichtsveld bevordert, door visuele obstakels (zoals zuilen) en dode hoeken te vermijden. Het gebruik van doorzichtige materialen zoals glas (ook voor de brandwerende deuren), of de aanwezigheid van lichtschachten, kan ertoe bijdragen dat de ruimte ruimer wordt en het gezichtsveld breder wordt, en dat het veiligheidsgevoel op die manier wordt versterkt. Bij een renovatie kunnen in de hoeken spiegels worden geplaatst, om zichtbaarheid te creëren.

Gesloten parkings zijn ook gebonden aan strenge veiligheidsvoorschriften op het gebied van brandveiligheid, ventilatie, enz. De ontwerper dient er altijd voor te zorgen dat hij zich eraan houdt.

Toegankelijkheid voor personen met beperkte mobiliteit

De toegankelijkheid voor personen met beperkte mobiliteit in parkings is een bijzonder belangrijk punt, zowel wat de paden en de aanleg van de parking zelf als wat het parkeeraanbod betreft.

Het is raadzaam om in de parkings 6 % van de parkeerplaatsen voor te behouden voor PBM's, of één PBM-parkeerplaats per begonnen reeks van zeventien plaatsen (overeenkomstig de handleiding Beveiliging van de parkings van de Algemene Directie Veiligheid en Preventie van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken).

De voor de PBM's voorbehouden plaatsen zullen duidelijk moeten worden aangegeven.

Deze plaatsen zullen zich bovendien altijd zo dicht mogelijk bij de toegangen tot de gebouwen moeten bevinden. Het is belangrijk dat de plaatsen die zich het dichtst bij de toegangen bevinden, altijd op basis van dat criterium, en niet op basis van andere (zoals de hiërarchie binnen het bedrijf), worden toegekend.

In de parking moeten alle paden aan de van kracht zijnde normen met betrekking tot de toegankelijkheid voldoen. Er dient ook voor te worden gezorgd dat alle uitrustingen (in voorkomend geval: automatische kassa's, toegangsknoppen, slagbomen, liften, enz.) toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit.

Aanleg van de parkeerplaatsen die voor personen met beperkte mobiliteit zijn bestem

Loodrecht op het wegdek staan

image09_nl© Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Algemene Directie Veiligheid en Preventie

Bij gebrek aan tussenruimte tussen de parkeerplaatsen zal de breedte van de plaatsen van 3 op 3,5 meter moeten worden gebracht

Evenwijdig zijn met het wegdek

image10_nl© Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Algemene Directie Veiligheid en Preventie

Schuine

-© Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Algemene Directie Veiligheid en Preventie

Bij gebrek aan tussenruimte tussen de parkeerplaatsen zal de breedte van de plaatsen van 3 op 3,5 meter moeten worden gebracht

Meer weten

Websites

Andere publicaties van Leefmilieu Brussel

  • LEEFMILIEU BRUSSEL (2007), Zich beter verplaatsen in Brussel, 100 tips om het milieu te sparen bij uw verplaatsingen , Leefmilieu Brussel, Brussel
  • LEEFMILIEU BRUSSEL (2009), Memento voor duurzame wijken , Leefmilieu Brussel, Brussel
  • LEEFMILIEU BRUSSEL (2014), Regenwater, een troef voor de openbare ruimte – Studie naar vernieuwende projecten op het vlak van regenwaterbeheer in de openbare ruimte en op wegen
  • Ondernemersgids: Overdekte en ondergrondse parkings
  • Ondernemersgids: Openluchtparkings

Bibliografie

  • COMMUNAUTE METROPOLITAINE DE MONTREAL, Recueil de bonnes pratiques en aménagement de stationnement , Communauté métropolitaine de Montréal, Montréal (Canada)
  • COMITE REGIONAL ENVIRONNEMENT MONTREAL (2014), Guide : le stationnement un outil incontournable de gestion de la mobilité et de l'aménagement durables , Comité Régional Environnement Montréal, Montréal (Canada)
  • ALGEMENE DIRECTIE VEILIGHEID EN PREVENTIE (2010), Draaiboek voor de technopreventief adviseur – Beveiliging parkings , Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken , Brussel
  • LILLE METROPOLE SERVICES URBAINS, Fiche technique 5 : les chaussées à structure réservoir , Lille Métropole Communauté Urbaine, Lille (Frankrijk)
  • NORPAC/IDDR, Fiches techniques : Allées, parkings : revêtements à biodiversité positive , NORPAC, IDDR, Lille (France)
  • PAYS DE GATINE (2011), Guide de la définition et des bons usages des matériaux de revêtement et du petit mobilier urbain relatifs à l'espace public, numéro 11, Les revêtements alvéolaires , Syndicat mixte d'action pour l'expansion de la Gâtine, Parthenay (Frankrijk)
  • BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST (2006), Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening – Titel III:bouwplaatsen, MBHG/BROH, Brussel.
  • BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST (2006), Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening – Titel III:bouwplaatsen, MBHG/BROH, Brussel.
  • BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST (2006), Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening – Titel IV:toegankelijkheid van gebouwen voor personen met beperkte mobiliteit , MBHG/BROH, Brussel.
Laatste herziening op 15/03/2022