Terug naar

Elementen voor een duurzame keuze

Overzicht van de elementen voor een duurzame keuze

Onderstaande tabel biedt een overzicht van de diverse elementen voor een duurzame keuze met betrekking tot de voorzieningen. Voor elk ervan geeft een symbool aan in hoeverre de verschillende argumenten van toepassing zijn. De elementen voor een duurzame keuze beïnvloeden de reflectie over de duurzaamheid van het project. In dit verband is dit overzicht niet meer dan een indicatie, die in elke specifieke situatie anders moet worden geïnterpreteerd.

 

Keuze van de materialen

Technisch-economische prestaties

Impact op de gezondheid

Behoud van het erfgoed

Impact op het comfort

Muren
Buitenkant

✚✚

✚✚

✚✚

✚✚

Binnenkant

✚✚

✚✚

Spouw

✚✚

✚✚

Dak / Zoldervloer
Zoldervloer

✚✚

✚✚

✚✚

Hellende binnenzijde

✚✚

✚✚

 

Hellende buitenzijde

✚✚

✚✚

Plat

✚✚

✚✚

Vloer
Laag

✚✚

Hoogte

Raam
Verbetering van het bestaande raam

✚✚

✚✚

✚✚

Inwerking van een dubbel binnenraam

✚✚

✚✚

Plaatsing van een nieuw venster

✚✚

✚✚

✚✚

✚✚ Hoog

✚ Middelen

⚊ Laag

Milieuaspecten

Materiaalkeuze

Om rekening te houden met de globale impact van de materialen op het milieu en op onze gezondheid, dient de voorkeur bij gelijke prestaties uit te gaan naar materialen (isolatiemateriaal, kozijnen…) met een lager verbruik van grijze energie. Een globaal vergelijkend onderzoek van de bouwmaterialen, ook wel levenscyclusonderzoek of ecobalans genoemd (Life Cycle Assessment, LCA), kan als basis dienen.

Voor meer informatie, zie dossiers De levenscyclus van materialen: analyse, informatiebronnen en keuzehulpmiddelen, Duurzame keuze van thermische isolatiematerialen en Duurzame keuze van raamkaders

Economische aspecten

Welke behaalde energieprestaties zijn rendabel?

Idealiter worden alle wanden die in contact staan met de buitenomgeving en de bodem en met eventuele onverwarmde ruimten zo goed mogelijk geïsoleerd om het warmteverlies door transmissie zo veel mogelijk te beperken. Houd daarbij wel het volgende in gedachten:

  • Hoe meer u isoleert, hoe meer de investeringskosten toenemen,
  • Hoe meer u isoleert, hoe meer het verbruik en de exploitatiekosten van het gebouw afnemen.

De "eerste paar cm" isolatiemateriaal zijn het meest rendabel, want het verbruik neemt sterk af terwijl de investering min of meer lineair blijft stijgen naarmate het isolatiemateriaal dikker wordt.

Er bestaat een economisch optimum dat aangeeft welk isolatieniveau de grootste besparing oplevert zonder al te hoge investeringskosten met zich mee te brengen. Dit optimum valt echter moeilijk te beoordelen, al oogt het op onderstaande grafiek heel eenvoudig.

 

Thermische isolatie: Reëel economisch optimum© Leefmilieu Brussel

We stellen vast:

  • De energiekosten zijn zeer variabel, dus de exploitatiekosten variëren ook sterk,
  • De investeringskosten zijn nooit echt lineair in functie van de dikte van het isolatiemateriaal. Dit valt te verklaren door het feit dat elk constructiesysteem technisch bekeken zijn grenzen heeft wat de maximaal mogelijke dikte van het aan te brengen isolatiemateriaal betreft. Zo kan het nodig blijken verschillende structuurcomponenten op elkaar aan te brengen toe, met een meerkost tot gevolg.
    • Bij een holle muur kan tot 12 à 15 cm isolatiemateriaal worden aangebracht. Bij een dikkere laag wordt de aanhechting problematisch. We zien dus vaak dat het traditionele ontwerp van buitenmuren (draagblok + isolatiemateriaal + spouw + metselwerk) niet de optimale bouwwijze is voor goed geïsoleerde gebouwen.
    • Bij een gebinte en een geraamte daarentegen kan de structuur volledig worden opgevuld, zonder technische beperkingen (12 of 15 cm voor een traditioneel houten geraamte en tot +/- 40 cm bij een geraamte van composiethout). Voor de toevoeging van latwerk en extra isolatie kan een rentabiliteitsberekening door de architect vereist zijn.
    • Het bouwsysteem met draagblok + isolatiemateriaal + pleister heeft bovendien steeds meer succes bij sterk geïsoleerde panden. Deze techniek combineert een traditionele bouwwijze (gemetselde draagblokken) met de mogelijkheid tot grondige isolatie (vrijwel geen grenzen voor de dikte van het isolatiemateriaal, want het buitenmetselwerk hoeft niet te worden gesteund).

 

Thermische isolatie: Economisch optimum© Leefmilieu Brussel

Voorts moet de aan te brengen hoeveelheid isolatiemateriaal niet los van de andere technische en architecturale strategieën worden gekozen. Die kunnen de behoefte aan verwarming immers beperken. De volgende grafiek toont de terugverdientijd voor de bouw en de renovatie van een klein gebouw met twee gevels en 4 appartementen van ca. 440 m² op het gelijkvloers +4 verdiepingen. De constructie is massief en het glazen oppervlak is ongeveer 75% glas per gevel.

Nieuwbouw

  • Referentiecasus: Nieuwbouw 1: Isolatie dak = 10 cm, muren = 10 cm, vloer = 10 cm, dubbel laagemissieglas, houten kozijnen, enkelstroomventilatie

  • Nieuwbouw 2: Isolatie dak = 25 cm, muren = 25 cm, vloer = 15 cm, dubbel laagemissieglas, houten kozijnen, enkelstroomventilatie

  • Nieuwbouw 3: 2 + thermische zonne-energie

  • Nieuwbouw 4: 3 + dubbelstroomventilatie en warmteterugwinning

  • Nieuwbouw 5: 4 + warmtepomp

  • Nieuwbouw 6: 5 + driedubbel glas

 

Terugverdientijd: nieuwbouw© Leefmilieu Brussel

Renovatie

  • Referentiecasus: Renovatie 1 = referentie: Isolatie dak = 2,5 cm, muren = 0 cm, vloer = 0 cm, enkel laagemissieglas, aluminium kozijnen
  • Renovatie 2: Isolatie dak = 2,5 cm, muren = 10 cm, vloer = 7,5 cm, dubbel laagemissieglas, aluminium kozijnen met warmteblokkering.
  • Renovatie 3: 2 + enkelstroomventilatie
  • Renovatie 4: 3 + dubbelstroomventilatie en warmteterugwinning
  • Renovatie 5: 4 + isolatie dak=30cm, muren=15cm, vloer=5cm
  • Renovatie 6: 5 + driedubbel glas + warmtepomp

 

Terugverdientijd: renovatie© Leefmilieu Brussel

Merk op dat bij renovatie, voor vrijwel identieke maatregelen, de terugverdientijd gunstiger is. Dit hangt samen met het feit dat de referentiecasus voor renovatie veel meer energie verbruikt dan de referentiecasus voor nieuwbouw. Dit betekent dat een bouwheer die een nieuw pand wil neerzetten, moet worden aangemoedigd om het "in één keer goed te doen".

Een technisch-economische studie van de isolatiemaatregelen voor gebouwen geeft voor een meesterwoning (2 gevels) als voorbeeldgeval de volgende minimuminvesteringen om een gegeven energiebesparing te realiseren.

 

Technisch-economische studie: Renovatie van een herenhuis© Leefmilieu Brussel

Deze illustratie toont dat in vergelijking met de referentiesituatie een investering van ca. € 50/m² een vermindering van het verwarmingsverbruik tot 60% van het oorspronkelijke verbruik zou betekenen en dat een investering van meer € 150/m² nodig is om het verbruik terug te brengen tot 40%. Afgezien van de absolute investeringswaarden, die per geval en per project moeten worden geëvalueerd, laat dit getal zien dat aanzienlijke besparingen mogelijk zijn aan een lage prijs en dat de terugverdientijd alleszins interessant te noemen is.

Bij appartementsgebouwen zijn de investeringen relatief lager. Dit heeft te maken met het feit dat het gebouw zeer compact is.

 

Technisch-economische studie: renovatie van een appartementsgebouw© Leefmilieu Brussel

Gemiddeld moet bij een project waarbij de hele bouwmantel wordt aangepakt om de meest pertinente investeringen te doen, worden gerekend op een investering van € 0,75 per bespaarde kWh. Bij een huidige kost van ca. € 0,045/kWh voor stookolie en gas betekent dit een gemiddelde terugverdientijd van 16 jaar.

Premies

In het Brussels Gewest bestaan tal van premies, onder meer voor de isolatie van wanden, thermografische analyse en renovatie van vensters, zie de website van Leefmilieu Brussel.

Alle informatie inzake de geldende premies vindt u op de hieronder vermelde adressen:

Opmerking: Bij zware of eenvoudige renovatie moeten bij toevoeging, verwijdering of vervanging van een venster in een vertrek van een EPB-eenheid Individuele woning voorzieningen voor de aan- of afvoer van lucht worden voorzien. Die moeten beantwoorden aan de vereisten voor intensieve ventilatie, zo stelt de EPB-regelgeving, die op de site van Leefmilieu Brussel kan worden geraadpleegd.

Socio-cultureel aspecten

Impact op de gezondheid – Luchtkwaliteit

Een goed ontworpen isolatie van een gebouw heeft normaal gezien geen impact op de gezondheid van de gebruikers. Aangezien de isolatiematerialen niet rechtstreeks in contact komen met de binnenomgeving, hoeft niet te worden gevreesd voor eventuele afgifte van kleine stofdeeltjes. Desalniettemin is tijdens het plaatsen van het isolatiemateriaal het dragen van beschermingsmiddelen (masker / handschoenen / bril) verplicht, in het bijzonder bij het hanteren van steenwol.

De noodzaak tot isolatie en verbetering van de afdichting van de bouwmantel om de thermische prestatiedoelstellingen te behalen, moet verplicht gepaard gaan met de installatie van een efficiënt ventilatiesysteem. Zo kan concentratie van vervuilende stoffen en vochtigheid worden vermeden en wordt een optimale binnenluchtkwaliteit gegarandeerd.

Dit onderwerp wordt uitgewerkt in het dossier Het ademcomfort verzekeren

Doordat ze koudebruggen creëren (meestal met een oppervlaktetemperatuur van < 12°C), zijn problematische bouwknopen zones waar zich snel condensatie van het vocht in de binnenlucht zal voordoen. En op plekken waar condensatie optreed, kunnen zich schimmels ontwikkelen. Deze schimmels kunnen een gezondheidsrisico vormen (astma enz.).

Het is nuttig de prestaties van de ramen te verbeteren om de transmissieverliezen te beperken, maar daarbij moet wel een voldoende luchtkwaliteit behouden blijven:

  • Slecht isolerende ruiten hebben als "voordeel" dat ze beslaan en zo dus een zichtbaar signaal afgeven als het vertrek gelucht moet worden. Bij efficiënte beglazing zal die condensatie op niet-geïsoleerde muren plaatsvinden of op de plek van problematische bouwknopen. Die condensatie is minder zichtbaar en kan tot schimmelgroei leiden. Daarom is het nodig om voor hygiënische ventilatie te zorgen wanneer het schrijnwerk wordt verbeterd.
  • Inzake de EPB-vereisten: bij renovatie moet, als vervanging van een kozijn is gepland, voor luchttoevoer- of afvoervoorzieningen worden gezorgd voor het betreffende vertrek. Het is dus in dit geval niet verplicht om een hygiënisch ventilatienetwerk aan te leggen conform de EPB-units. Verandert het gebouw echter van functie – naar "Individuele woning" of "Kantoren en diensten" – dan is het verplicht om een volledig systeem te installeren, ook als er geen werken zijn voorzien.

Zie EPB-eisen op de website van Leefmilieu Brussel

Behoud van het erfgoed en stedenbouwkundige regels

Wanneer het noodzakelijk is om bestaande panden te isoleren, zal het gemakkelijker zijn deze isolatie aan de buitenkant aan te brengen. Een dergelijke interventie heeft uiteraard een impact op de esthetiek van de gevel. Het is daarom noodzakelijk over de intrinsieke eigenschappen van de gevel na te denken en stil te staan bij de harmonie van de gevel met de omgeving alvorens dit uiterlijk te wijzigen.

Wanneer het bij renovatie de bedoeling is om het externe uiterlijk te behouden:

Het oplossen van problemen met bouwknopen bij de vloer en de tussenuren wordt dan ingewikkeld. Als die niet worden opgelost, bestaat er een risico op condensatie en dus van schimmel. Daarom is het soms verstandiger om de renovatie te beperken tot isolatie van de vensters (met integratie van hygiënische ventilatie), de daken en de blinde muren.

Indien isolatie van buiten mogelijk is, moet bij het gemeentebestuur informatie worden ingewonnen over de stedenbouwkundige beperkingen inzake het gebruik van het buitenbekledingsmateriaal.

Betekent de isolatie van de gevel van buiten dat de huidige aansluiting op de weg wordt doorbroken, dan moet de gemeente hiervan worden verwittigd en moeten de vereiste vergunningen worden verkregen.

In het algemeen moet steeds informatie worden ingewonnen bij het gemeentebestuur om de geldende regelgeving en de te verwerven vergunningen te kennen, zowel op stedenbouwkundig als energieprestatievlak.

Wat als renovatie van kozijnen met erfgoedwaarde wordt gepland? Deze kozijnen vertonen na verloop van tijd allerlei problemen (veroudering, slijtage…). De keuze tussen energie en erfgoed kan moeilijk zijn. Vaak wordt gekozen voor systematische vervanging van alle kozijnen.

Het dossier Duurzame keuze van raamkaders stelt oplossingen voor om de erfgoedwaarde van de kozijnen te behouden en tegelijk hun thermische prestaties te verbeteren

Impact op het comfort

Door isolatie van de wanden van een gebouw kan het gebruikscomfort merkbaar worden verhoogd. De aanwezigheid van een als koud ervaren wand (door gebrek aan isolatie) kan een reëel ongemak creëren voor de gebruiker. Deze ervaring kan worden veroorzaakt door onvoldoende isolatie of onvoldoende presterend glas. In het kader van de winterstrategie moet niet koste wat het kost naar een bepaalde temperatuur in de vertrekken worden gestreefd, maar moet het thermisch comfort gegarandeerd worden.

Dit thema wordt gedetailleerd behandeld in het dossier Het thermisch comfort verzekeren

Arbitrage

De proporties van de vensters

De vensters zorgen in de winter voor een aanzienlijke warmteverliesoppervlakte. Voor de meeste passieve woningen gebeurt de helft van het warmteverlies van de bouwmantel via het buitenschrijnwerk. De ramen zijn 5 tot 8 keer minder geïsoleerd dan ondoorzichtige wanden (bron www.passiefhuisplatform.be). Daarom is het des te belangrijker om de thermische prestaties van de vensters te verbeteren. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevinden zich talloze traditionele gebouwen waarvan de bestaande kozijnen erfgoedwaarde hebben. Het is daar moeilijk om de thermische prestaties van die kozijnen te verbeteren.

De dossier Duurzame keuze van raamkaders biedt een reeks voorstellen om die prestaties te verbeteren

In een omgeving met veel lawaai is het ook met het oog op de geluidsisolatie aanbevolen de hoeveelheid glas tot het strikt noodzakelijke te beperken, want de vensters vormen in dit verband een zwakke plek. Wel kan worden gekozen voor akoestisch glas, raamwerk met meervoudige aanslag, enz.

Voor meer informatie, zie Dossier | Het akoestisch comfort van gebouwen verzekeren

Vensters kunnen ook een bron van oververhitting zijn. De keuze en de noodzaak van zonwering dient te worden onderzocht. Er kan worden gekozen voor kleinere ramen. Maar afhankelijk van de toepassing kunnen de openingen naar buiten onmisbaar zijn om 's winters van zonnewarmte te kunnen profiteren.

Voor meer informatie, zie dossier Warmtelasten beperken

Een minimaal belichtingsoppervlak is eveneens essentieel voor een goede natuurlijke verlichting.

Voor meer informatie, zie dossier Zorgen voor visueel comfort dankzij natuurlijk daglicht

De dimensionering van de vensters is dus een delicaat probleem. Er moet een compromis worden gevonden tussen transmissieverliezen, akoestiek, oververhitting, zonnewarmte en visueel comfort.

Renovatie – Welke wanden krijgen prioriteit bij de isolatie?

Als het budget een aanpak van de gehele bouwmantel uitsluit, hangt de keuze van de wanden die het eerst moeten worden geïsoleerd af van

  • de energie-impact van de wand,
  • de kosten van de interventie per individuele wand en
  • de technische uitvoerbaarheid van de interventie.

Het is moeilijk hier algemene regels voor op te stellen. Renovatie vindt vaak plaats in het kader van een verbouwing (transformatie van de zolder tot slaapkamers bijvoorbeeld). Er wordt dan "van de gelegenheid gebruik gemaakt" om iets te doen aan de gebrekkige isolatie van de wanden waarop de interventie betrekking heeft. Is energiebesparing de hoofdreden voor de interventie, dan raden we aan een energieaudit van het gebouw te laten opstellen door een expert.

Onderstaande evaluatie toont de impact van de verschillende wanden op de thermische balans van een standaardwoning:

Thermische balans voor een rijwoning van 216m² en 650m³

Wand Oppervlakte U (W/m².K) Samenstelling Aandeel in de balans
Gevel 78 m² 2,3 19 cm baksteen, 2 cm cement. 21 %
Openingen 30 m² 4,6 Houten kozijnen, enkel glas. 27 %
Dak 100 m² 2,4 Dakpannen, onderdak en gebinte 37 %
Vloer 75 m² 3,9 20 cm beton. 15 %

Thermische balans voor een huis met drie gevels van 216m² en 650m³

Wand Oppervlakte U (W/m².K) Samenstelling Aandeel in de balans
Gevel 178 m² 2,3 19 cm baksteen, 2 cm cement. 46 %
Openingen 30 m² 4,57 Houten kozijnen, enkel glas. 16 %
Dak 100 m² 2,4 Dakpannen, lucht en houten planken. 27 %
Vloer 75 m² 3,88 20 cm beton. 11 %

Thermische balans voor een appartement met twee gevels van +/-115m² en 350m³

Wand Oppervlakte U (W/m².K) Samenstelling Aandeel in de balans
Gevel 34 m² 2,3 19 cm baksteen, 2 cm cement. 42 %
Openingen 23 m² 4,57 Houten kozijnen, enkel glas. 58 %

 

Het verschil tussen de rijwoning en het huis met 3 gevels toont de impact van de soms blinde topgevel op het warmteverlies. Deze oppervlakten kunnen dus een aanzienlijke energiebesparing opleveren bij renovatie. Isolatie van buitenaf is bovendien vrij eenvoudig te realiseren.

Het verschil tussen de rijwoning en het appartement laat zien dat de openingen een zeer grote impact hebben op het globale verbruik van het appartement. Vervanging van het enkel glas is dus in het algemeen een zeer interessante investering.

Anderzijds laat een technisch-economische analyse van de rentabiliteit van in 2005 gerealiseerde energiebesparingsinvesteringen in opdracht van Leefmilieu Brussel het volgende potentieel zien:

  • Een dakisolatie maakt en energiebesparing van 15 % van de gemiddelde verwarmingsfactuur mogelijk.
  • Vervanging van kozijnen met enkel glas door dubbel laagemissieglas levert een verwarmingsbesparing van 18 % op in een huis en 30 % in een appartement.
  • Vervanging van kozijnen met dubbel glas door dubbel laagemissieglas levert een verwarmingsbesparing van 5 % op in een huis en 12 % in een appartement.

Uitgaande van deze evaluatie wordt vaak prioriteit gegeven aan de isolatie van het dak of de zolder, want die is eenvoudig en tegen een lage kost uit te voeren en levert een aanzienlijke energiewinst op. Onderstaande tabel biedt een logische prioriteitsvolgorde voor de isolatie van wanden.

Overzicht van de prioriteiten inzake de isolatie van wanden

  Prioriteiten bij de isolatie van een gebouw
Prioriteit 1 Zoldervloer of dakhellingen
Prioriteit 2

Isolatie van buitenaf:

  • Platte daken
  • Gevels zonder uitsteekbeperkingen (achtergevels, puntgevels)
Prioriteit 3 Vensters
Prioriteit 4 Vloerplaten boven een kelder of geventileerde vide
Prioriteit 5 Gevels aan de straatzijde die niet mogen uitsteken enz.

 

Laatste herziening op 07/11/2018