Terug naar

Hoe draagt het project bij aan de verrijking van het stedelijke landschap ?

Hoe draagt het project bij aan de structurering en vormgeving van de leefomgeving waarbinnen het zich bevindt? Hoe creëert het project een dialoog / continuïteit / samenhang binnen de bebouwde omgeving waarvan het deel uitmaakt?

Elk renovatie- of bouwproject heeft de neiging om:

  • ofwel het landschap aan te vullen: de grenzen van de openbare ruimte te herdefiniëren, nieuwe visuele sequenties te creëren etc.
  • ofwel de eigenschappen van het bestaande gebouw en/of de bestaande ruimte te ondersteunen: restauratie van een gevel, integratie van de vegetatie in de straat, benadrukking van een bestaand visueel perspectief etc.

Gebouwd volume

  • Zorgen voor de leesbaarheid van de openbare ruimte (afbakening, configuratie). Zorgen voor de samenhang van de locatie van het gebouw met de openbare ruimte waarop het uitgeeft / het huizenblok / de formaten en volumes van de gebouwen rondom.
    • Voorbeeld: bouw van het pand op een hoekperceel om het extra in het oog te doen springen.

Kwaliteit van de bouwmantel

  • Architecturale vormgeving, texturen, materialen... in verhouding tot de openbare ruimte en de gebouwen rondom.
    • Voorbeeld: doortrekken van de lijnen van aangrenzende gebouwen en definitie van de continuïteit tussen het ene gebouw en het andere, gebruik makend van de bestaande patroonelementen: daklijsten, vensterlijsten, dakwerk, steunmuren, bovendorpels, lijstwerkpatronen etc.
  • Keuze van de materialen: textuur (glad/ruw, glanzend/mat, transparant/ondoorzichtig, etc.), uitstraling (natuurlijk/beschilderd, etc.),
  • Via de vormgeving van de openingen in de gevel zorgen voor sociale controle van de openbare ruimte en de omgeving vanuit het gebouw.
  • Vormgeving van de ‘5de gevel' (groendak, terras, etc.

Visuele sequenties in de niet-bebouwde ruimte

  • Valorisatie van de bestaande visuele sequenties / creatie van nieuwe visuele sequenties: omkadering van het uitzicht, presentatie van het gebouw, uitlichting van een landschapselement, waterdoorlatendheid van het huizenblok etc.
  • Variatie en complexiteit van de sferen, hoogtevariatie, variatie in de dichtheid en de vormen van de gebouwen
  • Opening naar opmerkelijke elementen op de site

Programma

  • Complementariteit van het programma met de functies van de gebouwen in de omgeving: te creëren banden en eventuele mogelijkheden tot uitwisseling met de stedelijke omgeving
  • Als het project het toestaat een dienst in de buurt installeren die de wijk ten goede komt
  • Renovatie: afstemming op het bestaande gebouwtype en de bestaande structuur

Interface privéruimte – openbare ruimte

  • Zorgvuldige vormgeving van de onmiddellijke omgeving van het gebouw (bouwvrije strook, ingang, bordes, veranda, binnenplaats, etc.) om de privéruimte / gedeelde ruimte / openbare ruimte duidelijk van elkaar te scheiden en de privacy van de gebruikers van het gebouw te verzekeren.
  • Wanneer het mogelijk is een bouwvrije strook aan te brengen (soms kan dit niet omdat het gebouw verplicht op de andere moet aansluiten), wordt hier een kwaliteitsvolle inrichting voorzien met planten, een waterdoorlatende bekleding, een fietsenstalling... naargelang de gebruiksfunctie van de gelijkvloerse verdieping.
  • Indien de gelijkvloerse verdieping toegankelijk is voor het publiek, moet de bouwvrije strook worden ingericht als ‘uitbreiding van het trottoir' of als voetgangersvoorplein met toegang tot het gebouw.
  • Indien zich op het gelijkvloers woningen bevinden, moet de bouwvrije strook zodanig worden ingericht dat de privacy van de vertrekken binnen gewaarborgd wordt of een benedenverdieping op een hoger niveau dan de openbare ruimte. Voorbeeld: de typisch Brusselse stadswoning.
  • De toegang en de openingen op de benedenverdieping moeten zodanig worden vormgegeven dat ze sociale controle op de omgeving en de openbare ruimte rond het gebouw mogelijk maken.
    • Blinde benedenverdiepingen (parkings bijvoorbeeld) zijn te vermijden.

Biodiversiteit

  • Behoud / valorisatie van bestaande groene elementen op het perceel (berekening van de BAF+) via de inrichting van waterdoorlatende verharde oppervlakken, tuin in volle grond, groendak, etc.
  • Zorgen voor de continuïteit van de groene en blauwe netwerken.

Voir dossier | Biodiversiteit bevorderen

Mobiliteitsbehoefte

  • Realisatie van voorzieningen voor fietsers en voetgangers.
  • Definitie van de plaats van de auto op het perceel: integratie van de parkeerruimte, de toegang, etc.
  • Ontwerp van de voetgangerswegen en fietspaden op het perceel.
  • Integratie van het project binnen de bestaande openbaarvervoernetwerken.
  • Zorgen voor een mix van functies binnen de wijk (evenwicht tussen wonen en werken, voorzieningen en diensten) om alternatieve vervoermiddelen dan de auto te bevorderen door de afstanden te verkleinen.

Voir dossier | Actieve vervoerswijzen bevorderen

Laatste herziening op 03/12/2019