Terug naar

Isolatie van de wanden van de bouwmantel

Een gevel isoleren

Voor gevels bestaan er 3 verschillende technieken: isolatie van binnen, van buiten en van de spouw .

Onderstaande tabel toont de voor- en nadelen van isolatie van een gevel en laat zien welke technieken de meeste bouwknopen opleveren.

Isolatie van buiten of van binnen wordt zowel bij nieuwbouw als bij renovatie toegepast. Isolatie van buiten is bij nieuwbouw gebruikelijker.

Bij nieuwbouw kunnen ook andere isolatietechnieken worden overwogen, zoals houten geraamtes. Deze technieken zijn niet minder interessant dan de hier behandelde.

Isolatie van de spouw is een specifieke renovatietechniek.

Voor- en nadelen van verschillende isolatietechnieken voor een bestaande

  Nieuwbouw en renovatie Renovatie

Isolatie van buiten

ENE03 - Isoler mur par l'exterieur© ronstik / Shutterstock.com

Isolatie van binnen

ENE03 - Isoler mur par l'interieur©photopixel / Shutterstock.com

Isolatie van de spouw

ENE03 - Isoler un mur creux par la coulisse© alterfalter / Shutterstock.com
Voordelen
  • Verbetert het uiterlijk bij beschadigde bekleding
  • Eenvoudige plaatsing
  • Beschermt tegen binnendringing van stortregen
  • Beschermt tegen vorst en barstvorming
  • Geen ruimteverlies binnen
  • Behoud van de binnenafwerking
  • Binnenwerk onafhankelijk van de weersomstandigheden
  • Integratie van technische elementen mogelijk (elektriciteit enz.) mits bijzondere aandacht wordt besteed aan de afdichting
  • Minder inertie (in gebouwen die sporadisch worden gebruikt of snel op temperatuur moeten worden gebracht)
  • Behoud van het uiterlijk van buiten
  • Neemt geen ruimte in beslag
Nadelen
  • Problemen met uitstekende elementen van de gevel (goten, gemene muren... stedenbouwkundige vergunning aanvragen)
  • Vervanging van de drempels, uitsprongen van raamopeningen isoleren
  • Moet worden toevertrouwd aan een gespecialiseerde onderneming, vooral indien systeem met pleister
  • Muur koelt af en wordt vochtig
  • Minder ruimte binnenshuis, minder vloeroppervlak.
  • Thermische druk op de gevel Risico op vorstschade
  • De binnenafwerking moet opnieuw worden gedaan
  • Risico op interne condensatie
  • Kleinere thermische massa
  • Risico op beschadiging isolatiemateriaal door regen en optrekkend vocht
  • Minder inertie, minder zomercomfort
  • Warmtebruggen niet verholpen
  • Continuïteit van het dampwerend scherm valt moeilijk te verzekeren
  • Elektriciteits- en verwarmingsinstallatie moeten worden herzien
  • Risico op bevriezing van de leidingen
  • Zware thermische en vochtimpact op het metselwerk – risico op vorstschade
  • Mogelijk indien de spouw voldoende breed is (min. 4 cm)
  • Niet van toepassing indien het metselwerk geschilderd of geglazuurd is
  • Dikte van het isolatiemateriaal beperkt tot de diepte van de spouw
  • Risico op warmtebrug bij de onderbrekingen in de spouw
  • Moet aan een gespecialiseerde onderneming worden toevertrouwd
  • Afkoeling van de gemetselde muur
  • Voorafgaand onderzoek van de spouw is noodzakelijk (endoscopie)
  • Droogvermogen van de buitenwand van de muur neemt af

Isolatie van een dak

De dakisolatietechnieken zijn voor een plat dak anders dan voor een schuin dak. Ook de vraag of het mogelijk is de zoldervloer te isoleren speelt een rol.

Schuine daken

Bij schuine daken is voor het aanbrengen van isolatiemateriaal en een onderdak (dat altijd min of meer dampdicht is) een dampwerend scherm nodig om de levensduur van het dak en de efficiëntie van de isolatie te garanderen. Een juiste plaatsing van het dampwerend scherm is onmisbaar. Dit kan een delicate klus zijn.

Er bestaan 3 verschillende technieken voor de isolatie van een schuin dak:

  • Bij isolatie van binnenuit wordt het isolatiemateriaal tussen en/of onder de daksparren aangebracht om een bijkomende isolatielaag te creëren. Indien niet mogelijk alleen tussen de daksparren.
  • Isolatie van de zoldervloer houdt in dat isolatiemateriaal boven het plafond van de bovenste bewoonde verdieping wordt aangebracht, hetzij tussen de houten vloerribben of boven de vloer.
  • Een sarking dak is een methode waarbij isolatiemateriaal boven de bestaande daksparren wordt aangebracht. Daarvoor moet de bestaande dakbedekking worden weggenomen, inclusief het latwerk. Dit is specifiek voor renovatie van schuine daken.

Deze isolatiemethode wordt zowel bij nieuwbouw als bij renovatie toegepast.

Voor- en nadelen van verschillende isolatietechnieken voor een schuin dak vanuit technisch oogpunt

 

Nieuwbouw en renovatie

Isolatie van binnen

ENE03 - Isolation toiture inclinee par interieur© SpeedKingz / Shutterstock.com

Isolatie van de zoldervloer

ENE03 - Isolation comble(Bron: Nagy-Bagoly Arpad / Shutterstock.com)

Dak Sarking

ENE03 - Isoler toiture inclinée par l'extérieur© alterfalter / Shutterstock.com
Voordelen
  • Geen problemen van de aansluiting van het dak op de aangrenzende gebouwen
  • Binnenwerk onafhankelijk van de weersomstandigheden
  • Bestaande deklaag hoeft niet te worden gedemonteerd
  • Kleinere warmteverliesoppervlakte dan wanneer het isolatiemateriaal op het hellende dakvlak wordt aangebracht
  • Binnenwerk onafhankelijk van de weersomstandigheden
  • Het dak blijft van binnen bereikbaar en kan dus eenvoudig worden gecontroleerd
  • Bestaande deklaag hoeft niet te worden gedemonteerd
  • Geen ruimteverlies binnen
  • Geen verlies van binnenafwerkingen
  • Isolatiemateriaal is eenvoudig aan te brengen
  • Beperking van het aantal bouwknopen
Nadelen
  • Minder binnenvolume indien het isolatiemateriaal niet tussen de daksparren kan worden aangebracht
  • Uitvoering is een delicate klus
  • Aansluitingen tussen dak en draagmuren, randen en boorgaten moeten worden afgewerkt
  • Zolder niet bewoonbaar
  • Zolder blootgesteld aan weersomstandigheden
  • Bouwknopen zijn moeilijk te vermijden op de muren die door de zoldervloer heen gaan en de gevelmuren indien die hoger reiken dan de vloer
  • Buitenwerk afhankelijk van de weersomstandigheden
  • Tijdens de werken blootgesteld aan noodweer
  • Gebouw neemt meer plaats in, waardoor randen moeten worden aangepast
  • Demontage bestaande deklaag noodzakelijk
  • Latwerk moet worden vervangen

Platte dakken

Er bestaan 4 verschillende technieken voor de isolatie van een plat dak:

  • Warm dak : deze techniek houdt in dat de bestaande afdichting van een niet-geïsoleerd dak wordt gebruikt als dampwerende laag. Het isolatiemateriaal wordt boven deze laag geplaatst en met een nieuwe afdichtingslaag bedekt.
  • Omgekeerd dak : er wordt een waterafstotend isolatiemateriaal op de bestaande afdichtingslaag van een niet-geïsoleerd dak aangebracht en van ballast voorzien om ervoor te zorgen dat het niet loskomt door wind of regen.
  • Gecombineerd dak : bij een reeds geïsoleerd bestaand dak wordt een waterafstotend isolatiemateriaal op de bestaande waterdichte afdichtingslaag aangebracht en van ballast voorzien om ervoor te zorgen dat het niet loskomt door wind of regen.
  • Koud dak : bevat een luchtlaag tussen de isolatie en het waterdicht membraan die door de buitenlucht wordt geventileerd.

Meer informatie, zie voorziening Isolatie van een plat dak

Ondervloer

Er bestaan twee verschillende technieken voor de isolatie van de vloer:

  • Isolatie van onderen : het isolatiemateriaal wordt aangebracht op de buitenzijde van de wand die het beschermde volume begrenst. Het kan aan het plafond van een kelder of van de geventileerde vide of op de bodem onder de vloer worden aangebracht.
  • Isolatie van boven : het isolatiemateriaal wordt op het structurele gedeelte van de vloer aangebracht (gewapende betonplaat, hol element...) en onder de ontspanningsruimte (ondervloer + afwerking, panelen...). De ondervloer kan op de bodem liggen of zich boven een vide bevinden.

Meer informatie, zie voorziening Isolatie van een vloer

De thermische prestaties van de vensters

Er bestaat vaak verwarring over de thermische prestaties van een venster en die van een ruit. De performantie van een venster wordt berekend door het gemiddelde te bepalen van de prestaties van het kozijn, het glas, het element dat de dubbele of driedubbele ruiten van elkaar gescheiden houdt, de eventuele OAR RLO (Regelbare LuchtOpeningen) en de eventuele ondoorzichtige gedeelten (of panelen). De weging van de verschillende waarden hangt af van de relatieve oppervlakte van de verschillende elementen.

De EPB staat de volgende vereenvoudigde berekening toe:

U w = 0,3 x U f + 0,7 x U g + 3 x 0,05 of 0,07

  • U w : U venster
  • U f : U kozijn
  • U g : U glas

(afhankelijk van of het glas een U g > of < 2 W/m²K heeft)

Er moet ook rekening worden gehouden met het eventuele warmteverlies door de aansluiting van het kozijn op de wand, hoewel dit verlies niet wordt meegeteld in de EPB-berekening van de U-coëfficiënt van het .

Warmteverlies via een raam heeft niet alleen te maken met het kozijn en het glas. Er is ook verlies mogelijk tussen het glas en het kozijn, via het scheidingselement, maar ook tussen het kozijn en de wand. Onderstaande afbeelding illustreert dit warmteverlies. De norm NBN EN 10077-1 en -2 (onder meer door PHPP gebruikt) houdt daarom bij de berekening van de thermische prestaties van vensters, deuren en sluitingen niet alleen rekening met de thermische transmissiecoëfficiënten van het kozijn en het raam, maar ook met een warmtebrug ter hoogte van het scheidingselement ψ esp [W/m.K], die afhankelijk is van zowel het type kozijn als het glas en de tussenlaag zelf. Deze norm houdt ook rekening met een thermische realisatiewarmtebrug ψ realisatie [W/m.K]. De waarde hangt af van de positie van het kozijn in verhouding tot de isolatie van de gevel.

Berekening van de thermische prestaties van een venster volgens de norm NBN EN 10077-1 en -2

Afbeelding 32: Berekening van de thermische prestaties van een venster volgens de norm NBN EN 10077-1 en -2 (Bron: PIXII )

Renovatie vensters

De renovatie van de ramen kan betrekking hebben op de profielen of de beglazing. De volgende systemen pakken deze verschillende mogelijkheden aan:

Aandachtspunt: de doordringbaarheid van de geïsoleerde wand door waterdamp

Het aanbrengen van isolatiemateriaal op een wand wijzigt het hydrisch gedrag van die wand, dat wil zeggen de migratie van waterdamp doorheen het materiaal. Migratie van waterdamp van binnen naar buiten komt zeer regelmatig voor. Het ontstaat door de afgifte van waterdamp via de ademhaling en de activiteiten van de gebruikers van een gebouw. Het algemene principe is dat de meest waterdichte materialen steeds aan de warme zijde van de wand moeten worden aangebracht.

Een wand kan niet worden geïsoleerd zonder rekening te houden met de doordringbaarheid van de wand door waterdamp en zonder te bekijken of het nodig is een waterdampdicht membraan aan te brengen. Dit waterdampdichte membraan kan een dampwerend of dampremmend membraan zijn. Het eerste houdt waterdamp volledig tegen; het tweede remt de binnendringing van waterdamp. Statische of dynamische (preciezere) simulaties door onderzoeksbureaus bieden een meer gedetailleerde blik op dit complexe fenomeen van waterdampverspreiding en maken het mogelijk om indien nodig te kiezen voor een dampwerend of dampremmend membraan. Via bepaalde software kan de levensduur van de wand worden onderzocht en kunnen grafieken worden gerealiseerd die onder meer de risico's op interne condensatie weergeven.

Voor meer informatie, zie dossier Het ademcomfort verzekeren

Hieronder enkele algemene basisregels voor de doorvoer van waterdamp via een gerenoveerde wand.

Indien een bestaande wand wordt gerenoveerd:

  1. Als de muur een hoge μ heeft en van binnen wordt geïsoleerd, is een dampwerend membraan nodig;
  2. Als de muur een hoge μ heeft en van buiten wordt geïsoleerd,

    • Als de nieuwe binnenafwerkingen doorlatender zijn dan de bestaande muur, is geen dampwerend membraan nodig;
    • Als de nieuwe binnenafwerkingen minder doorlatend zijn dan de bestaande muur, is een dampwerend membraan nodig;
  3. Als de muur een lage μ heeft en van binnen wordt geïsoleerd, moet ervoor worden gezorgd dat de warme zijde van het isolatiemateriaal een hogere weerstand tegen waterdamp heeft dan de muur; een dampdicht membraan is dan niet nodig.
  4. Als de muur een lage μ heeft en van buiten wordt geïsoleerd, is een dampwerend membraan nodig als het nieuwe buitenmetselwerk beter tegen damp bestand is dan de bestaande muur.

We wijzen erop dat het gebruik van materiaal dat veel water kan opnemen, zoals kalk en ruwe aarde (hygroscopische materialen), niet betekent dat deze principes niet meer moeten worden nageleefd. De hoeveelheid geabsorbeerd water is beperkt in vergelijking met de hoeveelheid waterdamp die in het gebouw wordt geproduceerd. Er is dus 's winters altijd een beweging van damp van binnen naar buiten.

Principe van de migratie van waterdamp door een al dan niet geïsoleerde wand

Afbeelding 33: Principe van de migratie van waterdamp door een al dan niet geïsoleerde wand© Leefmilieu Brussel
Afbeelding 33: Principe van de migratie van waterdamp door een al dan niet geïsoleerde wand© Leefmilieu Brussel

Ondanks een migratie van buiten naar binnen bij de wanden die aan regen blootstaan, moeten deze muren kunnen drogen. Een niet-geïsoleerde muur droogt aan twee zijden (binnen en buiten).

  • Bij isolatie van buiten is de wand met een bekleding of dampdoorlatende maar waterafstotende pleisterlaag beschermd tegen de regen. Die wand is meestal droger en zal geen gevaar lopen.
  • Bij isolatie van binnen staat de wand bloot aan regen. Ze heeft daardoor een lagere droogcapaciteit, waardoor de vochtigheid toeneemt. Het is aanbevolen om de dampwerende eigenschappen aan de binnenzijde te beperken en de buitenzijde te beschermen met een bekleding of een waterafstotende, dampdoorlatende pleisterlaag.

De waterdichte en de luchtdichte barrière bevinden zich vaak op dezelfde plaats binnen een wand.

Voor meer informatie, zie dossier Luchtdichtheid verbeteren

Laatste herziening op 01/01/2013