Terug naar

Overzicht van de elementen voor een duurzame keuze

De onderstaande tabel biedt een overzicht van de verschillende elementen voor een duurzame keuze in het licht van de voorzieningen. Voor elk element geeft een symbool weer in welke mate de argumenten van toepassing zijn. Dit is slechts een indicatie, die men bovendien geval per geval moet interpreteren wanneer men de duurzaamheid van een project onderzoekt.

Overzicht van de elementen voor een duurzame keuze

 

Verwarming en/of SWW

Alleen verwarming

Alleen SWW

Warmte-kracht-koppeling

Biomassaketel

WP

Gas-ketel met conden-satie

Lucht-verhitter

Elektri-sche batterij (venti-latie)

Zonne-boiler

Gas-accumu-lator

Door-stroom-boiler op gas

Elek-trische accumu-lator

Milieuaspecten
Primaire energiebalans en CO2-balans


als gaz

⚫⚫

⚫⚫

⚫⚫

⚫⚫

⚫⚫

⚫⚫
als plant-aardige olie

Uitstoot van fijn stof

⚫⚫

⚫⚫

Economische aspecten
Variatie van de brandstofprijzen

⚫⚫

⚫⚫

NA

Investeringskosten

⚫⚫

⚫⚫

⚫⚫

Terugverdientijd

NA

NA

NA

NA

Socio-cultureel aspecten
Gebruiksgemak

⚫⚫

⚫⚫

⚫⚫

⚫⚫

⚫⚫

⚫⚫

⚫⚫

 

Neutraal

Positief

Negatief

Type impact (duurzaamheid, kosten, enz)

⚫ (lage)
⚫⚫ (belangrijke)
NA (sans objet)

⚫ (lage)
⚫⚫ (belangrijke)

⚫ (lage)
⚫⚫ (belangrijke)

Milieuaspecten

Primaire energiebalans en CO2-balans

Aangezien de productie van warm water volledig door de naverwarming kan worden verzorgd, is de motivatie van de gebruiker vaak gedeeltelijk economisch (brandstof besparen) en gedeeltelijk ecologisch (de CO 2 -uitstoot verminderen).

Verwarming

Warmtekrachtkoppeling

Voor een gas cogen, twee energievormen zijn energetische echter niet gelijkwaardig. Elektriciteit is volledig omzetbaar in andere energievormen en heeft dus een hoge kwaliteit.

Als we het elektrisch rendement (b.v. 35%) en het thermisch rendement (b.v. 53%) optellen komen we aan 86%. Dit lijkt niet veel. Maar, het elektrisch rendement dient vergeleken te worden met het rendement van de elektriciteitsopwekking in een elektriciteitscentrale. Onderstaande figuur maakt dit duidelijk:

  • Een WKK op aardgas, met een elektrisch rendement van 35% en een thermisch rendement van 53%, zal 1000 kWh primaire energie verbruiken.
  • Eén van de beste elektrische centrales (STEG), met een rendement van 55% zal 636 kWh primaire energie verbruiken. Een zeer goede ketel met een seizoenrendement van 90% zal 589 kWh primaire energie verbruiken. In totaal 1225 kWh primaire energie.
  • Deze vergelijking toont duidelijk een besparing aan primaire energie voor dezelfde hoeveelheden geproduceerde elektriciteit en warmte. 1225 -1000 kWh = 225 kWh (of 18% besparing t.o.v. het primair energieverbruik 225/1225 = 18%)

 

Energieverbruik: WKK / gescheiden productie© Leefmilieu Brussel

Bij Warmtekrachtkoppeling-installaties heeft men de keuze. Een WKK bestaat zowel in versies die werken op conventionele brandstoffen als versies die werken op niet-conventionele brandstoffen. Een WKK op conventionele brandstoffen bespaart in primaire energie t.o.v. een referentie ketel met een seizoensrendement van 90% en een referentie elektricteitsproductie met een rendement van 55%, maar gebruikt nog steeds conventionele brandstoffen. De opgewekte elektriciteit kan dus niet gezien worden als hernieuwbare elektriciteit.

Opdat de elektriciteit van een WKK aanzien zou kunnen worden als hernieuwbaar, dient de brandstof van de WKK hernieuwbaar te zijn. De mogelijkheden zijn biomassa, biobrandstof (vaak bio-olie) en biogas. Afhankelijk van de oorsprong en het verwerkingsproces van de bio-brandstof zal dit een kleine tot grote bijkomende positieve invloed hebben op de CO2-balans. De oorsprong van de biobrandstof (locatie, proces, transport, ...) nagaan, en de resulterende eventuele sociale en/of ecologische impact, is een belangrijk aandachtspunt. Brugel legt voor het uitreiken van groenestroomcertificaten minimum-eisen op voor deze aspecten (zie Pré-haalbaarheidsstudie en kostenbatenanalyse, meer informatie over bio-WKK in dossier Installaties voor de opwekking van hernieuwbare elektriciteit integreren )

Pelletketel met condensatie

Verwarming met hout gebruikt een hernieuwbare brandstof en draagt niet bij tot de verhoging van de CO2-concentratie in de atmosfeer, op voorwaarde dat de kwaliteit en de herkomst van het hout verzekerd zijn en het hout in correcte omstandigheden wordt verbrand.

Tijdens de verbranding geeft de biomassa het broeikasgas CO2 af. Het vrijgekomen CO2 is echter afkomstig van planten en bomen die het gas tijdens hun groei uit de atmosfeer hebben gehaald. Er komt dus geen nieuw CO2 vrij : de energievalorisatie van de biomassa is CO2. Men zegt dat de koolstofcyclus neutraal of gesloten is , aangezien de energie uit de biomassa niet bijdraagt tot de klimaatverwarming - op voorwaarde dat de land- en bosbouwsystemen duurzaam en verantwoordelijk zijn.

Tijdens de fotosynthese halen de planten CO2 uit de atmosfeer. Ze gebruiken het dankzij de energie van de zon om al hun componenten (stengels, wortels, bladeren enz.) te ontwikkelen. Tijdens dit proces wordt zuurstof afgestaan aan de atmosfeer.

Tijdens de verbranding van biomassa wordt zuurstof uit de atmosfeer geput en komt het in de biomassa opgeslagen CO2 weer vrij.

 

Neutrale koolstofcyclus tijdens de energievalorisatie van biomassa© Leefmilieu Brussel

Wat als iedereen zich met hout zou verwarmen? In dat geval zou men de mogelijkheden voor een hernieuwbaar beheer van de hulpbronnen overschrijden. De mogelijke dekking van de verwarmingsbehoeften met hout als brandstof wordt meestal op 10% geschat.

Het zaagsel waarvan de pellets worden gemaakt komt van houtverwerkende bedrijven, zoals zagerijen. Om de pellets te maken, hakt men dus geen bomen maar benut men nevenproducten uit de normale, duurzame exploitatie van de bossen. Er bestaat momenteel geen Belgisch label, maar de Europese norm EN14961 voor vaste biobrandstoffen verkeert in de goedkeuringsfase. Om aan de norm te voldoen, zullen de pellets een streng bestek moeten naleven.

Anderzijds kost het comprimeren van de pellets energie voor de aandrijving van de persen; ook het drogen en eventuele vermalen van het zaagsel vereist energie. Pellets hebben dus een grotere inhoud 'grijze energie' dan houtblokken (ongeveer 5%: er is 228 kWh grijze energie - elektriciteit - nodig om 5.000 kWh pellets te produceren).

Een EPB-conform appartement van 100 m² zal ongeveer 9.800 kWh/jaar verbruiken voor de verwarming en het sanitaire warme water. Het gebruik van 2.150 kg pellets zou ongeveer 980 liter stookolie of 860 m³ aardgas kunnen vervangen. Dit zou de uitstoot in de atmosfeer van ongeveer 3 tot 2,1 ton CO2 voorkomen.

Warmtepomp

De verwarming met warmtepomp kan een betere CO2-balans en een gunstiger primair energieverbruik hebben dan een gasketel met condensatie, op voorwaarde dat de SPF goed is - dus dat de warmtepomp in ideale omstandigheden wordt gebruikt. Ze is des te interessanter wanneer meer energie naar de verwarming gaat dan naar de bereiding van sanitair warm water. Deze technologie is dus absoluut gerechtvaardigd wanneer men geen toegang heeft tot gas.

Gasketel met condensatie - Luchtverhitter met condensatie

  • De gasketels met condensatie zijn de beste systemen met fossiele brandstoffen: in het uiteindelijke gebruik stoot de verbranding van gas minder CO2 uit dan de verbranding van stookolie, terwijl de condensatietechniek de hoogste rendementen mogelijk maakt.
Elektrische verwarmingsbatterij

Dit systeem produceert warmte met elektriciteit als energiedrager en heeft dus een hoog primair energieverbruik en een hoge uitstoot van CO2.

Samenvatting
  • Voor alle duidelijkheid, de volgende waarden komen overeen met
    • een netto energiebehoefte van 25.000 kWh/jaar
    • een gemiddeld rendement voor de distributie, regeling en uitstoot van 88% (als illustratie van het productierendement van het systeem voor de productie van verwarming)
    • Verwarming met lage temperatuur (zoals vloerverwarming)

TPrimaire energiebalans en CO2-balans

Vergelijking met de gasketel met condensatie

Seizoensgebonden productierendement COW of SPF

Uitstoot*

Verbruik*

kg CO2/jaar

winst/verlies

Primaire kWh**/jaar

winst/verlies

Warmtekrachtkoppeling gas

/

0,087

+ 60%

1,13***

-14 %

Pelletketel met condensatie

0,85

0,065

+ 70 %

1,176

- 19%

Warmtepomp lucht

2,7

0,366

- 70 %

0,926

+ 6%

Warmtepomp grond (verticaal)

4,2

0,235

- 10 %

0,595

+ 40%

Warmtepomp grondwater

5

0,198

+ 8 %

0,5

+ 49%

Gasketel hoog rendement

0,91

0,238

- 11 %

1,099

- 11 %

Gasketel met condensatie

1,01

0,215

-

0,990

-

Verwarmingsketel stookolie

0,91

0,336

- 57 %

1,099

- 11 %

(* voor 1 aan het gebouw geleverd kWh; ** rekening houdend met een gemiddeld rendement van de centrale van 38%; *** tegelijkertijd wordt 9.800 kWh elektriciteit geproduceerd

Sanitair warm water

Zonneboiler

Een zonneboiler heeft tijdens zijn gebruik geen negatieve impact op het milieu en geeft geen broeikasgassen af. Dat gebeurt echter wel tijdens het productieproces van de zonneboiler.

Gasaccumulator - Doorstroomboiler op gas

Gas geeft minder CO2 af dan stookolie of elektriciteit.

Elektrische accumulator

Dit systeem produceert sanitair warm water met elektriciteit als energiedrager en heeft dus een hoog primair energieverbruik en een hoge uitstoot van CO2.

Verontreinigende uitstoot in de atmosfeer door de energiedragers

De onderstaande tabel toont de verontreinigende uitstoot in de atmosfeer door de verschillende energiedragers. Merk op dat aardgas minder atmosferische verontreiniging uitstoot dan de andere fossiele energiebronnen en dan biomassa.

Verontreinigende uitstoot in de atmosfeer

 

Warmtekrachtkoppeling olie

(TA Luft <3 MW)

Hout

Ketel met

pellets (Blauer Engel)

Kachel met pellets (Blauer Engel)

Aardgas

Steenkool

Zware stookolie

Lichte stookolie

SOx (g/GJ)

0,56

20

0,5

0,5

0,5

623

885

95

NOx (g/GJ)

305

50

106

106

50

50

170

50

VOS (g/GJ)

15

1 522

35

35

3

15

3

3

CO (g/GJ)

92

6 417

64

127

25

500

15

40

Stof (g/GJ)

6

358

14

18

0

150

24

15

Dioxines (ng i-TEQ/GJ)

31

100

71

71

0

385

5

0

PAK's (μg/GJ)

15 250

328 000

35 400

35 400

0

1 150

5

0

Bron: ICEDD, 2010. De 5 eerste kolommen van de tabel tonen de cijfers van een eerste bron (Ademe/CITEPA, 2003) terwijl de 3 laatste kolommen de verwachte uitstoot geven volgens de strengste huidige Duitse normen (TA Luft ) en labels (Blaue Engel).

Merk op dat de ketels en kachels met pellets die aan de huidige strengste normen voldoen veel effectiever zijn dan vroeger, maar toch zorgwekkend blijven in termen van Vluchtige Organische Stoffen (VOS), CO, dioxines en polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK).

Elke verbrandingsinstallatie kan CO, SO2 en fijn stof (PM10) afgeven die schadelijk zijn voor de gezondheid. Oude verwarmingssystemen met hout kunnen een mate van milieuhinder opleveren. De beste en meest recente technologieën, (zoals de condensatieketels met pellets) hebben een lagere uitstoot, die de uitstoot van de klassieke systemen (gas, stookolie) benadert, dankzij roetfilters, de kwaliteit van de brandstof, een goede regeling enz. Men doet onderzoek om de uitstoot van verontreinigende stoffen door de technologieën voor de verwarming met hout te bepalen en de impact van een veralgemeend gebruik van hout op de lucht in de stad te bestuderen .

Opgelet: in gebouwen waar inspanningen voor de luchtdichtheid werden gedaan (nieuwbouw of renovatie) moeten ten aanzien van het lokaal waar de kachel geplaatst is luchtdichte kachels worden gebruikt, d.w.z. dat de aanvoer van de voor de kachel vereiste verbrandingslucht via een specifieke leiding gebeurt.

Economische aspecten

Variatie van de brandstofprijzen

De evolutie verloopt in het algemeen in 'golven'. Men kan duidelijk zien dat de prijs van de elektriciteit, zowel voor het enkelvoudige als het twee-urentarief, veel hoger is dan die van de andere energiedragers.

Zie Energieprijzen van Energie Commune

Investeringskosten en levensduur van het productiesysteem

Er bestaan geen neutrale gegevens waarmee men de levensduur van de hier voorgestelde uitrustingen kan differentiëren. Men kan echter wel de installaties klasseren volgens hun investeringskosten.

 

Investeringskosten

Levensduur van het systeem

jaar

Warmtekrachtkoppeling gas

Hoog

50.000 u (ongeveer 10 jaar)

Pelletketel met condensatie

Hoog (2 tot 3 maal duurder dan gas- en stookoliesystemen)

15 tot 25 jaar

Warmtepomp grond-water

Hoog

Ongeveer 15 jaar, afhankelijk van het onderhoud en het type regeling van de compressor. Afhankelijk van de afname in de grond kunnen na verloop van tijd te weinig calorieën voorhanden zijn om in de warmtebehoeften te voorzien.

Warmtepomp water-water

Hoog

Ongeveer 15 jaar, afhankelijk van het onderhoud en het type regeling van de compressor. Afhankelijk van de afname in de waterloop kunnen na verloop van tijd te weinig calorieën voorhanden zijn om in de warmtebehoeften te voorzien.

Warmtepomp lucht-water of lucht-lucht

Gemiddeld

Ongeveer 15 jaar, afhankelijk van het onderhoud en het type regeling van de compressor.

Gasketel met condensatie

Zwak

20 tot 30 jaar, afhankelijk van het onderhoudsniveau

Verwarmingsketel stookolie

Zwak

20 tot 30 jaar, afhankelijk van het onderhoudsniveau

Verwarming

Warmtekrachtkoppeling

De kostprijs voor een WKK hangt af van het type WKK en het gewenste thermisch en electrisch vermogen. Naarmate het vermogen groter moet zijn kan de technologie veranderen. Bij kleinere vermogen, zoals de installaties binnen de context van deze fiche (WKK voor gebouwen), wordt vaak gebruik gemaakt van verbrandingsmotoren.

De basisinvestering voor een WKK is vrij hoog en fluctueert sterk in functie van het soort brandstof en het gekozen merk. Een micro-WKK van 5 kWel op aardgas kan al oplopen tot 20.000 euro. Een micro-WKK van 20 kWel op gas kan al oplopen tot 40.000 euro (zonder de installatie kosten). Buiten deze basisinvestering is het onderhoud(scontract) een zeer belangrijk aandachtspunt. De bio-WKK's zijn niet zo verschillende van gewone WKK's. De brandstof is verschillende maar de techniek is dezelfde: een bio-WKK op biogas heeft een gasmotor en een bio-WKK op bio-olie heeft een aangepaste dieselmotor.

Om rendabel te zijn moet het prijsverschil tussen elektriciteit en gas voldoende groot zijn, vanaf de verhouding elektriciteit/gas 2,5 is er pas winst te verwezenlijken.

Pelletketel met condensatie

Rekening houdend met de vereiste opslagruimte zal een verwarming met pellets of hout 3 keer duurder zijn dan een installatie met een gasketel met condensatie. De rendabiliteit van de meerprijs zal afhangen van de brandstofprijzen. Deze prijzen verschillen zeer sterk van leverancier tot leverancier. Het is dus belangrijk dat men voor de start van het project met zijn potentiële leverancier onderhandelt. De onderhoudskosten van houtketels zijn vergelijkbaar met die van stookolieketels. Ze zijn iets hoger dan die van gasinstallaties.

Warmtepomp

Een warmtepomp kost op zich 2 tot 3 keer meer dan een gasketel met condensatie (exclusief schoorsteen, gasaansluiting...). Ze wordt nog duurder als men een geothermische put moet boren (ongeveer € 50/m of € 750/kW). Gezien het prijsverschil tussen elektriciteit en gas (in het begin van 2012 was een kWh elektriciteit ongeveer 3 keer duurder dan een kWh gas), is het niet altijd eenvoudig de hogere investering in een warmtepomp tijdens de levensduur van de uitrusting terug te verdienen. De resultaten kunnen verschillen al naargelang het de vervanging van een systeem of een nieuwe installatie betreft. In het volgende voorbeeld installeert men een nieuw verwarmingssysteem en houdt men geen rekening met subsidies of met de productie van elektriciteit met behulp van fotovoltaïsche panelen.

De verwarming van een woning met een warmtepomp met gasabsorptie, met vloerverwarming, kost ongeveer € 12.000 meer dan met een gasketel met condensatie.

  • Het thermisch vermogen is minimaal 40 kW. Wanneer men rekening houdt met 2.000 werkingsuren per jaar, heeft men een jaarlijks verbruik van 80.000 kWh, dus een verbruiksverschil met een rendement van 140% tegenover een gasketel van 27.067 kWh. Als de gasprijs gedurende het jaar € 0,079 kWh bedraagt, krijgt men een meerprijs van € 2.057 voor de warmtepomp. De terugverdientijd is dan 5,6 jaar. Met 3.000 werkingsuren wordt dat 3,7 jaar, met 1.500 werkingsuren 7,5 jaar.

Dit is een geavanceerde variant van de klassieke warmtepomp.

Het verschil met het thermodynamische systeem van een gasketel met warm water is dat men geen zuiver water maar een ammoniakoplossing (NH4OH) in gesloten kring verwarmt. Bovendien gebruikt men ammoniak (NH3) in een secundaire koelkring, zodat men de warmte van een koudebron (de verdamper) kan oppompen om ze bij de warmtebron (condensor) af te staan.

Warmtepomp met gasabsorptie

 

Warmtepomp met gasabsorptie© Architecture et Climat - LOCI – UCL
Gasketel met condensatie

In kleine gebouwen is de gasketel met condensatie meestal de goedkoopste effectieve oplossing. Wanneer men in een bestaand gebouw een gasketel met condensatie installeert, moet men de schoorsteen aanpassen (verbuizing, € 100 tot € 150/m, of afvoer door een luchtgat in de gevel). In het gedeelte Voorzieningen vindt men meer informatie over dit onderwerp.

Merk op dat de vervanging van een oude ketel door een gasketel met condensatie in 8 tot 15 jaar wordt terugverdiend (15 tot 25% besparing), afhankelijk van de effectiviteit van de bestaande installatie.

Luchtverhitter met condensatie

Sinds enkele jaren moeten alle luchtverhitters met gas volgens de Europese wetgeving uitgerust zijn met condensatie. Luchtverhitters met condensatie zijn ongeveer 20% duurder dan luchtverhitters zonder condensatie. De terugverdientijd van deze toestellen is 10 tot 15 jaar.

Samenvatting

Als samenvatting van het voorgaande, een becijferd voorbeeld voor verscheidende productiesystemen. Het toont het aantal kg CO2-uitstoot per jaar en de besparing in kWh primaire energie per geïnvesteerde euro.

De hypothesen zijn:

  • Verwarmingsvermogen: 25 kW
  • Energiebehoeften: 40.000 kWh/jaar
  • Rendement (distributie, regeling, uitstoot): 88%
  • Verwarming met lage temperatuur (zoals vloerverwarming)

Economische vergelijking van verschillende voorzieningen

Productiewijze

Rendement ogenblikkelijke productie COW of SPF

Verbruik kWhprim/jaar

Factuur

€/jaar

Uitstoot

kg CO2/jaar

Invest.

Enkelvoudige terugverdientijd

jaar

Pelletketel met condensatie

0,85

53.476

2.941

3.476

11.000

11

Warmtepomp lucht

2,7

42.088

4.158

16.625

4.500

Negatief*

Warmtepomp grond (verticaal)

4,2

25.056

2.673

10.687

37.500

38

Gasketel met condensatie

1,01

45.004

3.555

9.766

4.000

/

*De enkelvoudige terugverdientijd van een warmtepomp met lucht is negatief omdat :

  • de investering in een warmtepomp met lucht hoger is dan in een gasketel met condensatie.
  • de jaarlijkse kosten van het brandstofverbruik zijn hoger voor een warmtepomp met lucht dan voor een gasketel met condensatie.

Sanitair warm water

Zonneboiler

De zonneboiler is een effectieve technologie die nu volledig is ontwikkeld. Het materiaal is betrouwbaar en heeft een levensduur van minstens 25 jaar. Nog belangrijker: de prijs van het kWh is tijdens de gehele levensduur van de installatie stabiel en gewaarborgd, wat niet het geval is met de prijs van fossiele brandstoffen. Thermische zonnecollectoren kunnen zowel in bestaande woningen als in nieuwbouw worden geïnstalleerd. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dekt een zonneboiler tot 70% van de warmwaterbehoeften van een gemiddeld huishouden in een periode van 1 jaar. Dit vertegenwoordigt een jaarlijkse besparing van 200 tot 400 liter stookolie of m³ aardgas, namelijk 2.000 tot 4.000 kWh per jaar.

  • Indien we kijken naar de investeringskosten van een zonnecollector zonder subsidiëring kunnen we stellen dat de kostprijs voor een particulier installatie tussen de 3000 en 4500 € ligt. Hiervoor heeft u een installatie met een collector van 3 à 4 m².
  • Stel dat u 50 % tot 65 % bespaart op uw gasolie- of elektriciteitsfactuur. Uit de cijfers kunnen we algemeen stellen dat een gezin van 4, 350 tot 500 € aan energiekosten betaalt voor het SWW.
  • De terugverdientijd aan een vaste energiekost (gas en elektriciteit) voor de ZB ligt dan rond de 20 jaar. Stel dat u toch aan de vervanging van je boiler toe was, dan wordt die TVT al een stuk korter nl. rond de 15 jaar. Met subsidiëring zit je toch makelijk nog altijd boven de 10 jaar.

De prijs van een kWh zonne-energie kan voor een installatie voor sanitair warm water weinig voordeel opleveren tegenover de brandstofprijzen op hun huidige niveau. Maar het is vooral een stabiele en tijdens de volledige levensduur van de installatie - ten minste 25 jaar - gewaarborgde prijs! De prijs van de fossiele brandstoffen hangt af van een groot aantal factoren waarover wij geen controle uitoefenen...

Voorbeeld: in een specifieke inrichting die 5.000 l warm water van 60°C per dag verbruikt, komt de kostprijs van een met een zonneboiler bespaard kWh min of meer overeen met de prijs van een kWh primaire energie uit gas of stookolie (tarieven 2013), terwijl men 30% subsidies ontvangt.

Gasaccumulator
  • heeft een hogere aankoopprijs dan een doorstroomboiler op gas of een elektrische accumulator.
Doorstroomboiler
  • De ogenblikkelijke productie of bereiding van warm water is op het vlak van de investering goedkoper dan de productie met een accumulator. Ze is ook voordeliger in termen van het verbruik (dankzij een hoger rendement) maar kan comfortproblemen opleveren.
Elektrische accumulator 
  • Elke elektrische boiler bestaat minimaal volgende onderdelen: één overdruk ventiel, thermostaat en één of meer verwarmingselementen. Deze werken op elektriciteit en warmen het water op in de ketel. Indien het water de ingestelde temperatuur heeft bereikt, zal de thermostaat de elektrische voeding verbreken. De watertemperatuur is meestal op de boiler in te stellen, tot een maximum van 80°C. Indien de watertank uit metaal is vervaardigd, is er meestal ook een offer anode voorzien, deze beschermt de tank tegen corrosie. Door de elektrochemische eigenschappen hiervan, zal deze voor het metaal weg corroderen en zo de tank beschermen.
  • Door deze simpele opbouw is de aankoop van deze soort boilers erg laag, ook zijn ze gemakkelijk te installeren. Echter, het energieverbruik ligt heel wat hoger, dan bij zijn op gas gestookte tegenhanger. Eén eenheid (kWh) elektriciteit is namelijk drie maal zo duur als gas. Daarom wordt er zo veel mogelijk getracht de boilers tijdens nachttarief op te laden, wanneer de elektriciteitsprijs ongeveer een derde lager is.
Gecombineerd
  • De centralisatie van de productie van SWW en haar combinatie met het verwarmingssysteem is vaak economisch interessant in vergelijking met gedecentraliseerde en afzonderlijke systemen. Toch kan het energieverbruik op termijn hoger zijn. Elk ontwerpproject is bijna een geval apart, zodat men de enkelvoudige terugverdientijd van de investering moeilijk kan berekenen.

Kostprijs van sanitair warm water

Enkele ordes van grootte:

  • 1 liter warm water van 40°C kost c€ 0,25 tot c€ 0,5 aan energie (gas of stookolie, afhankelijk van de effectiviteit van het productiesysteem) en c€ 0,3 aan water, dus in totaal c€ 0,55 tot c€ 0,80.
  • Een douche van 5 minuten met een spaarkop verbruikt 40 l warm water, 1,7 tot 3,5 kWh gas, voor een totale factuur (water inbegrepen) van c€ 22 tot c€ 33. Ter vergelijking: een bad van 100 liter zorgt voor een gasverbruik van 4,4 tot 8,7 kWh en een totale factuur van c€ 55 tot c€ 80.
  • Een rendabele vaatwasmachine verbruikt 8 tot 15 liter warm water in vergelijking met een veertigtal liter voor dezelfde vaat met de hand (maar de vergelijking van de kostprijs en de impact op het milieu moet rekening houden met de efficiëntie van de beide productiesystemen, namelijk altijd elektrisch voor de afwasmachine en idealiter op zonne-energie en dikwijls gas voor het tapwater...)
    • Het ecologisch belang van een zonneboiler voor elke installatie ligt voor de hand. De rendabiliteit van een zonneboiler neemt toe met de grootte van de installatie, de omvang van de subsidies, de gunstige oriëntatie van het dak, het jaarlijkse verbruiksprofiel...

Subsidies

Voor warmtekrachtkoppeling gelden volgende subsidies:

Socio-cultureel aspecten

De mentaliteit veranderen

De maatschappelijke en culturele aspecten zijn het treffendst op het vlak van het gebruik van warm water . In de huidige context van steeds beter geïsoleerde gebouwen, wordt warm water verhoudingsgewijs een grote energieverbruiker. Dit vraagt om culturele veranderingen. Een eerste maatregel is de beperking van het waterverbruik aan de basis: door zuinige kranen te voorzien (zie in dit verband het dossier Rationeel omgaan met water ).

Heeft men altijd warm water nodig ? Men moet de noodzaak van bepaalde aftappunten voor warm water onderzoeken. Warm water is bijvoorbeeld niet absoluut noodzakelijk voor wastafeltjes in toiletten (privé of openbaar). Ook sommige “traditionele” toepassingen van warm water, zoals bijvoorbeeld voor het onderhoud van vloeren, kunnen ter discussie worden gesteld.

Warmtekrachtkoppeling (WKK) is een minder gekende technologie. De technologie is complexer, er is meer onderhoud en er is wat extra wetgeving en administratief werk om de subsidies en premies te verkrijgen. Daarnaast is de totale investeringskost ook groter. Het is daarom aangewezen de bouwheer specifiek in te inlichten over deze techniek en de mogelijkheden hiervan, het (in functie van de toepassing) gunstig financieel plaatje en het groen karakter. (Dit na het aftoetsen van de techniek met een (pré)haalbaarheidsstudie.) Voor een bio-WKK zijn deze zaken in vergelijking tot en klassieke WKK nog veel meer uitgesproken: nog iets complexer, maar een nog groener karakter. Daarnaast, zou lawaaihinder mogelijks als vooroordeel kunnen ontstaan. Maar, bij een goede installatie wordt die weggeïsoleerd. Bij een bio-WKK is er mogelijks ook de bezorgdheid inzake fijnstof en/of de oorsprong van de biobrandstof.

En de gezondheid?

In het distributienet van sanitair warm water zijn hoge temperaturen noodzakelijk om alle legionellarisico's te vermijden. Dat is doorgaans niet zo gunstig voor het rendement van de productie- of distributie-installaties (met name de warmtepomp). Toch bestaan er oplossingen om de veiligheid op het vlak van legionella te waarborgen, zonder een al te grote impact op de energie-prestaties van de installatie.

Zie voor meer informatie hierover de voorziening | Legionella

En het comfort?

Comfort heeft meerdere aspecten:

In termen van comfort is een gedeeltelijke of totale opslag het best geschikt voor een niet-doorlopende afname (de meeste gevallen). De opslag dient immers als buffer en temperatuurschommelingen te wijten aan de reactietijd van de productie worden vermeden.

Omgekeerd kunnen de meestal goedkopere doorstroomboilers (geïntegreerd in een verwarmingsketel, of met een platenwarmtewisselaar, ...) temperatuurschommelingen vertonen als het aftapdebiet varieert. Aftappunten met een thermostatische kraan kunnen de temperatuurschommelingen echter beperken, voor zover ze niet te bruusk zijn. Doorstroomboilers voor huishoudelijk gebruik zijn qua comfort verbeterd dankzij bijvoorbeeld minireserves en de modulering van de brander.

Laatste herziening op 08/12/2022