Een overstroming kan iedereen treffen. Maar bepaalde gebieden, meestal beneden in de valleien, zijn kwetsbaarder. Op die plaatsen zijn er dus vaker en/of ernstigere overstromingen dan elders.
Waar liggen de overstromingsgebieden?
Deze gebieden staan aangeduid op de kaart met overstromingsgebieden (overstromingsgevaar) op de website van Leefmilieu Brussel. Hierop staan alle plaatsen die potentieel overstroomd kunnen worden (ook plaatsen die in het min of meer recente verleden nooit zijn overstroomd). In deze specifieke gebieden stapelt zich sneller water op, of dat water nu afkomstig is van regen, van een overstromende waterloop, dan wel van een plotse stijging van de grondwaterspiegel of van het rioleringswater.
Buiten de gebieden op de kaart bestaat er bij voorbaat geen risico. Maar door een onvoorziene situatie kan er steeds een overstroming plaatsvinden: rioleringen of straatkolken die verstopt raken, een reuk in de waterleiding, ...
Voorspellingen gebaseerd op concrete gegevens
De overstromingsgebieden werden volgens hun blootstellingsniveau in drie categorieën onderverdeeld
Voorspellingen en geen zekerheden
De kaart met overstromingsgebieden is gebaseerd op wetenschappelijke studies. Maar het blijft een voorspelling: een overstroming kan altijd omvangrijker zijn of het insijpelen van water in de bodem kan langer duren dan voorzien,...
De kaart geeft een globaal beeld van het grondgebied: rekening houdend met de bestaande onzekere factoren werd ze beperkt tot een schaal van 1/10.000.
Nieuwe parameters (over stadsplanning, klimaat, bodem, reliëf, ...) kunnen de situatie ijzigen. Een regelmatige actualisering van de kaart is dus nodig.
Kaart van de overstromingsgebieden in het brussels gewest
Raadpleeg de volledige kaart online via Leefmilieu Brussel
De aard van de overstromingen in brussel: rioleringen, rivieren en grondwaterlagen
In Brussel worden de meeste overstromingen veroorzaakt door plots en snel opkomend water, afkomstig van korte, hevige stortbuien (voornamelijk in de zomer), dat het rioleringsnet verzadigt.
Het rioleringswater loopt terug naar de kelders of loopt soms over op de weg en hoopt zich op in de lager gelegen delen. Het verzadigde rioleringsnet loost het overtollige water dan weer in de waterlopen die op hun beurt kunnen overstromen.
Uitzonderlijk kunnen regenperiodes van zeer lange duur ertoe leiden dat ook de breedste waterlopen (zoals de Zenne en het Kanaal) buiten hun oevers treden. Dit gebeurt wanneer stroomopwaarts van Brussel de bodem verzadigd is.
Sommige bewoners krijgen te maken met een ondergelopen kelder wanneer het niet meer regent. Het water sijpelt rechtstreeks door de muren of welt op uit de vloer. Dit komt omdat op bepaalde dieptes de bodem verzadigd is met water (aanwezigheid van een grondwaterlaag).
De diepte van de grondwaterlagen varieert naargelang de weersomstandigheden. Op het einde van de winter staat de grondwaterspiegel hoog, soms zelfs tot op het niveau van de kelders. Het is een natuurlijk verschijnsel dat we niet kunnen tegenhouden. Maar met bepaalde bouwtechnieken kan men de hinder ervan wel beperken.
Waterinfiltratie kan ook afkomstig zijn van allerlei lekken (drinkwater, afvalwater, afvloeiing tegen de funderingsmuren, ...). Door het water te analyseren, kan men soms de oorsprong ervan achterhalen.