Aard van de vervoerde lucht
De vervoerde lucht kan van verschillende aard zijn, zoals gedefinieerd in de norm NBN EN 13779.
Aard van de lucht die door de luchtleidingen wordt vervoerd
| Beschrijving | Toepassing op de luchtleidingen in functie van de ventilatiesystemen | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| A | B | C | D | ||
| Verse lucht | Gecontroleerde lucht die van buiten komt en die het ventilatiesysteem of de openingen binnenkomt vóór elk type luchtbehandeling | O | X | O | X |
| Toegevoerde lucht | Lucht die in de te behandelen ruimte of in het ventilatiesysteem binnenkomt na eender welke behandeling | O | X | O | X |
| Doorgevoerde lucht | Binnenlucht die van een te behandelen vertrek naar een ander te behandelen vertrek gaat | O | O | O | O |
| Afgevoerde lucht | Lucht die de te behandelen ruimte verlaat | (X) | (X) | X | X |
| Hergebruikte lucht | Afgevoerde lucht die naar een ventilatiekast wordt gestuurd | NVT | NVT | NVT | X |
| Afblaaslucht | Lucht die weer in de atmosfeer wordt gedreven | X | X | X | X |
Het onderstaande schema toont de verschillende types lucht die worden vervoerd en de mogelijke uitwisselingen tussen de ventilatiegroep, de verschillende vertrekken en buiten.
Types van ventilatienetwerken
Er bestaan twee grote categorieën van ventilatienetwerken; ze worden beschreven hierhonder.
In collectieve woningen en wanneer de ventilatie-installatie collectief is, kan er ook een gemengd netwerk zijn, dat bestaat uit een vertakt netwerk, aangevuld met een stervormig netwerk in elke woning.
Vertakt netwerk
Distributie door opeenvolgende aftakking van de hoofdleiding naar de secundaire leiding, en vervolgens naar de eindleiding, waardoor een vertakt netwerk wordt gevormd. De leidingen kunnen verschillende vormen en afmetingen hebben in functie van het gewenste debiet.
Een vertakt netwerk kan gemakkelijk evolueren in functie van de veranderende behoeften, maar de drukverliezen moeten correct gebalanceerd zijn.
Netwerk in stervorm (of met collector)
Distributie van elk eindgedeelte vanaf een enkel distributiepunt, waarbij een netwerk met een of meerdere collectoren wordt gevormd.
In woonruimten bestaat het netwerk over het algemeen uit soepele of semisoepele leidingen (zie Bestaande types van leidingen). De eindleidingen hebben over het algemeen dezelfde afmetingen, wat de evolueerbaarheid van het netwerk beperkt.
