Terug naar

Toepasbaarheid

In tegenstelling tot free-cooling (zie voorziening Free-cooling) is adiabatische koeling niet afhankelijk van de inertie van het gebouw en kan het in bijna elk type gebouw toegepast worden (wat niet wegneemt dat de inertie van het pand in tal van gevallen een voordeel zal betekenen).

Beslissingsboom: welk type adiabatische koeling kiezen?

Onderstaande boom is bedoeld om de ontwerper te helpen bij het selecteren van het juiste type adiabatische koeling. 

?Nouveau document?(Bron : 3E)

Specifieke kenmerken van de voorziening volgens de bestemming van het gebouw

Adiabatische koeling komt alleen in aanmerking voor tertiaire bestemmingen. Een dergelijke voorziening is namelijk niet interessant voor woningen, gezien de geringe ventilatiedebieten die het koelvermogen van de techniek verkleinen.

In gebouwen waarvoor geringere comforteisen gelden (bv. industriële werkplaatsen), kan er gebruikgemaakt worden van directe adiabatische koeling. Dit systeem is veel eenvoudiger dan een indirecte adiabatische koeling, maar brengt wel een aanzienlijke toename van de vochtigheidsgraad van de lucht in het gebouw met zich.

In gebouwen met een aanzienlijke interne vochtigheidsproductie (bv. een drukbezocht auditorium) mag er echter geen directe adiabatische koeling gebruikt worden. In zulke situaties zal er voor een indirecte adiabatische koeling geopteerd moeten worden. Bovendien dient opgemerkt dat als de buitenlucht erg vochtig is, het adiabatische koelpotentieel beperkt zal zijn.

Specifieke kenmerken van de voorziening volgens de aard van de werken

Als bij een renovatieproject de ventilatie-installaties niet vervangen worden, kan er een direct of indirect extern adiabatisch koelsysteem geplaatst worden. Als de koeling indirect gebeurt, dient men er zich van te vergewissen dat de warmtewisselaar bestand is tegen een hoge vochtigheidsgraad. Een epoxybehandeling van de warmtewisselaar zorgt voor deze bescherming.

De adiabatische koeling kan in de bestaande ventilatiegroepen geïntegreerd worden, hetzij door de warmteterugwinningsinrichting aan te passen (indirecte adiabatische koeling in de warmtewisselaar), hetzij door een externe adiabatische koelmodule toe te voegen (indirecte adiabatische koeling buiten de warmtewisselaar).

De externe adiabatische koelmodule wordt in dat geval direct aangesloten op de bestaande luchtbehandelingscentrale. De impact van het systeem op de drukverliezen (voor meer informatie over drukverliezen, zie voorziening Ventilatiebuizen, op de pagina Drukverliezen) zal daarbij nagegaan worden aan de ventilator en de regeling van de ventilator zal aangepast worden om voor de gepaste luchtdebieten te zorgen. Als het werkingspunt van de ventilator niet aangepast wordt, zullen de luchtdebieten immers afnemen en zal de ventilatie-installatie ondoeltreffend blijken. Verder dient men er zich eveneens van te vergewissen dat men over voldoende ruimte beschikt. Zo zal men voor een ventilatie-installatie van 9000 m³/u (wat overeenstemt met 250 werknemers) minstens een ruimte van 2 m² en een vrije hoogte van 50 cm voorzien.

Installatie van een caisson voor directe adiabatische koeling op het dak

?Nouveau document? (Bron: Coolea)

Bij nieuwe installaties is er voor de in de luchtbehandelingscentrale geïntegreerde indirecte adiabatische koelsystemen geen groter technisch lokaal nodig.

Laatste herziening op 14/07/2016