Terug naar

Voorschriften en normen

Voorschriften

Verwarmingsbesluit

In toepassing van de Europese richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen en de ordonnantie van 7 juni 2007 houdende de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen, moeten de verwarmingssystemen aan een reeks eisen voldoen, met het oog op een optimale energie-efficiëntie en de beperking van hun milieu-impact.

Deze eisen werden eerst opgenomen in de EPB-werken en bevinden zich sinds 1 januari 2011 in de EPB-verwarmingsreglementering. Er bestaan overgangsbepalingen tussen de twee wetgevingen.

De eisen worden in 3 reglementaire handelingen geverifieerd door vakmensen die door Leefmilieu Brussel zijn erkend.

Deze eisen en maatregelen zijn opgenomen in het 'Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 juni 2010 betreffende de voor de verwarmingssystemen van gebouwen geldende EPB-eisen bij hun installatie en tijdens hun uitbatingperiode' (hierna het 'verwarmingsbesluit') en zijn amendementen.

De bepalingen van het verwarmingsbesluit gelden voor alle verwarmingssystemen op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met een of meer verwarmingsketels,

  • met een nominaal vermogen van meer dan 20 kW,
  • die op stookolie of gas werken,
  • en gebruik maken van water als warmtevoerend medium.

Texten :

Voor meer informatie, zie de website van Leefmilieu Brussel

Brandpreventie

Het ontwerp, de constructie en de inrichting van de technische lokalen van nieuwe gebouwen moeten de verplichte basisnormen voor brandpreventie naleven die opgenomen zijn in het Koninklijk Besluit van 7 juli 1994 en zijn amendementen.

Milieuvergunning

Bepaalde verwarmingsinstallaties die een impact kunnen hebben op het leefmilieu en de buurt zijn ingedeeld en aan een milieuvergunning onderworpen.

Meer informatie over het onderwerp vindt u in de Administratieve gids op de website van Leefmilieu Brussel

Stedenbouwkundige vergunning

  • Een stedenbouwkundige vergunning is niet langer vereist indien de zonnepanelen of fotovoltaïsche panelen niet in de openbare ruimte zichtbaar zijn of indien ze op een dak aangebracht zijn, op voorwaarde dat ze in het dakvlak worden opgenomen of parallel met het dakvlak worden bevestigd, zonder meer dan 30 cm uit te springen en de grenzen van het dak te overschrijden.

  • Toch is een stedenbouwkundige vergunning nodig in de andere gevallen en/of als:

    • het gebouw geklasseerd is of zich binnen een beschermde perimeter bevindt;
    • de werken een afwijking van het gewestelijke bestemmingsplan, de stedenbouwkundige verordening of een verkavelingsvergunning impliceren.
    • Om putten voor verticale collectoren te boren, heeft men vergunningen nodig.

Normen

  • De normen NBN B 61-001 (>= 70 kW) en NBN B 61-002 (< 70 kW), die de voorschriften bepalen voor de plaatsen waar ketels worden geïnstalleerd, hun ventilatie en de afvoer van de verbrandingsproducten.
  • De normen NBN D 51-003 of NBN D51-004 en hun addenda, voor aardgasinstallaties die via binnenleidingen worden gevoed. De kenmerken van de installatie (druk, leidingdiameter, ondergrondse leiding) bepalen welke norm van toepassing is.
  • De norm NBN D 51-006 en zijn addenda, voor met butaan- of propaangas gevoede installaties.
  • De norm NBN EN 12831: 2003 (Verwarmingssystemen in gebouwen - Methode voor de berekening van de warmteverliezenwarmtebelasting) maakt de berekening mogelijk van het warmteverlies van een gebouw (dimensionering van de verwarmingssystemen) en van een lokaal (dimensionering van de verwarmingselementen).
  • NBN 62-003 (1986): Berekening van de warmteverliezen van gebouwen
  • NBN EN 12828 (2012): Verwarmingssystemen in gebouwen. Ontwerp van waterverwarmingssystemen
Laatste herziening op 22/01/2024