Terug naar

Het beheer van de verlichting

Het beheer van de verlichting in brede zin bepaalt de wijze waarop de armaturen in een ruimte worden bediend. Dit kan handmatig, halfautomatisch of volledig geautomatiseerd gebeuren:

Handmatige in- en uitschakeling (on/off)© Leefmilieu Brussel
Handmatige in- en uitschakeling (on/off) is de gemakkelijkste manier om de lampen te bedienen. De lampen worden eenvoudigweg via schakelaars in- of uitgeschakeld (door beheersing van het stroomcircuit) op basis van de behoeften.
Timing© Leefmilieu Brussel
Timing, dat wil zeggen de continue aanpassing van de kunstmatige verlichting, houdt in dat de lichtstroom van de lamp wordt beheerst in functie van de externe lichtvoorziening en de wensen van de gebruikers.
Tijdschakelaar© Leefmilieu Brussel
Een tijdschakelaar bepaalt op basis van een klok of de lampen wel of niet moeten branden. Dit kan op basis van vaste tijdstippen (klok) of op basis van een bepaalde brandduur (tijdschakelaar). De verlichting wordt dan uitgeschakeld, ingeschakeld of gedimd.
Aanwezigheidsdetectie© Leefmilieu Brussel
Voor aanwezigheidsdetectie wordt een sensor gebruikt om de aanwezigheid (of afwezigheid) van een persoon in een bepaalde ruimte te detecteren. Er kunnen drie acties plaatsvinden: inschakeling, uitschakeling of, in sommige gevallen, dimmen van de lampen.
Daglichtdetectie© Leefmilieu Brussel
Voor daglichtdetectie wordt een lichtgevoelige sensor gebruikt om de kunstmatige verlichting aan de hoeveelheid daglicht aan te passen. Er kunnen drie acties plaatsvinden: inschakeling, uitschakeling of dimmen van de lampen.
Lokaal of gecentraliseerd beheer (GTB)© Leefmilieu Brussel
Lokaal of gecentraliseerd beheer (GTB): Bij een lokale configuratie werkt elk lokaal actie-element (schakelaar) voor een of meerdere armaturen zonder contact met een centraal bedieningselement; bij een gecentraliseerde bediening zijn alle uitrustingen parallel aan dezelfde communicatiebus verbonden en heeft elke lamp en elke schakelaar een eigen digitaal adres.
Vermogenbediening© Leefmilieu Brussel
Vermogenbediening: met een gecentraliseerd beheerssysteem kunnen de lampen zodanig worden bestuurd dat ze altijd het juiste belichtingsniveau genereren. Op die manier wordt alleen de absoluut noodzakelijke energie verbruikt, ook als een zeer omvangrijke verlichtingsinstallatie is gerealiseerd om gedurende de volledige gebruiksduur van de armatuur de vereiste belichtingsniveaus te behouden.

Evaluatie van het verbruik via een praktijkvoorbeeld (kantoren)

Het energieverbruik wordt geëvalueerd voor 3 vermogensniveaus en voor verschillende bedieningsscenario's. Aan elk scenario wordt een aantal uur gekoppeld dat het equivalent is van werking op vol vermogen.

Er worden drie beheersalternatieven voor de kunstmatige verlichting bekeken:

  • Zonering met handmatig beheer:

    Elke zone van 3 modules wordt uitgerust met een schakelaar (draadloos of niet) waarmee de armaturen in die zone kunnen worden ingeschakeld.

  • Zonering met aanwezigheidsdetectie:

    Lampen kunnen handmatig met een draadloze afstandsbediening worden ingeschakeld.

    De uitschakeling van de verlichting van elke zone van 3 modules wordt automatisch geregeld door een autonome aanwezigheidsdetector met geïntegreerde verlichtingsschakelaar en infraroodsensor.

    Opmerking: handmatige inschakeling verdient de voorkeur boven automatische inschakeling, want:

    • de detector heeft in waakmodus, ondanks het geringe vermogen (+/- 2 W), een niet gering verbruik, want hij staat 24u/24u aan;
    • wanneer iemand zich binnen het detectiegebied begeeft, gaan de lampen branden, ook als dat niet nodig is.
  • Zonering met aanwezigheidsdetectie en lichtsensor:

    • De uitschakeling van de verlichting van elke zone van 3 modules wordt automatisch geregeld door een autonome aanwezigheidsdetector met geïntegreerde verlichtingsschakelaar en infraroodsensor. Lampen kunnen handmatig met een draadloze afstandsbediening worden ingeschakeld.
    • Daarnaast is elke armatuur voorzien van een sensor die het verlichtingsniveau aanpast aan de hoeveelheid daglicht rond die armatuur. Deze sensor kan ook in de armatuur zijn ingebouwd.

Er moet dus:

  1. in de eerste plaats worden gewerkt op de zonering van de verlichting; 

  2. vervolgens moet het geïnstalleerd vermogen worden beperkt;

  3. tot slot moet het verlichtingsbeheer worden verfijnd door enerzijds aan afwezigheidsdetectie te werken en anderzijds door een of twee armaturen te “dimmen” op basis van de aanwezigheid van natuurlijk licht. 

Op basis hiervan zijn meerdere scenario's uitgewerkt en vergeleken met het oog op de investering en de kosten over een periode van 20 jaar.

Voor lokale verlichting zal de armatuur duurder zijn, maar er zijn minder  armaturen, waardoor de investeringskosten niet zoveel hoger uitvallen.

Beoordeling van de jaarlijkse verlichtingsverbruiken© Leefmilieu Brussel

Deze afschrijvingstabel toont de startinvestering en de evolutie van de kosten over een periode van 20 jaar. De kruising van twee lijnen toont het moment waarop een bepaald alternatief zichzelf heeft terugverdiend in vergelijking met een ander alternatief.

Afschrijvingstabel volgens het managementsysteem© Leefmilieu Brussel

In deze specifieke case study is de terugverdientijd van een systeem met aanwezigheidsdetectie of lichtsensor ongeveer 4-5 jaar in vergelijking met een handmatig beheersysteem zonder zonering.

Laatste herziening op 11/09/2019