Terug naar

Materiaalkeuze

Er moet, ongeacht de functie van het gebouw, voor efficiënt verlichtingsmaterieel worden gekozen dat is aangepast aan het type van lokaal. Zo kan het comfort van de gebruikers worden verzekerd, terwijl het energieverbruik zo laag mogelijk blijft.

Welke soort van lamp kiezen?

In de handel is een grote variatie aan lampen verkrijgbaar. Ze onderscheiden zich door de wijze waarop ze licht produceren. Hun voornaamste eigenschappen worden daardoor bepaald. Een lamp moet worden gekozen op basis van de beoogde toepassing, de verschillende technische eigenschappen maar ook het esthetische aspect, de levensduur enz.

Voor een duurzame keuze zijn de lichtefficiëntieen de gemiddelde levensduur (aantal gebruiksuren: economische aspecten) van belang.

Wat de lichtefficiëntie betreft betekent een hoger resultaat een beter lichtrendement. Dat betekent dat de lamp veel licht produceert aan een laag vermogen en dus met een laag energieverbruik.

Type lampLichtefficiëntie (zonder ballast) [lm/W]Gemiddelde levensduur [u]Opmerking
Gloeilampen

Traditionele gloeilamp

Traditionele gloeilamp© Leefmilieu Brussel

5 tot 191.000 tot 2.000Verkoop in Europa verboden sinds september 2012 (www.eceee.org)

Halogeenlamp

Halogeenlamp© Leefmilieu Brussel

10 tot 12

30 voor IRC-lampen

2.000 tot 5.000Klassieke halogeenlampen (zonder IRC infraroodbekleding) worden geleidelijk uit de handel genomen
Ontladingslampen

Fluorescentiebuizen (TL)

Fluorescentiebuis© Leefmilieu Brussel

60 tot 105

8.000 tot 12.000

20.000 met elektronische ballast met voorverwarming

Voorkeur voor lampen met een hoog rendement (T5 of T8)

Fluocompactlampen

Fluocompactlamp© Leefmilieu Brussel

35 tot 80

6.000 tot 10.000

8.000 tot 16.000 met externe ballast

Langere inschakeltijd voor bepaalde lampen

Metaaljodide/halogenidelampen

Halogenidelamp© Leefmilieu Brussel

37 tot 1186.000 tot 20.000Niet dimbaar

Hogedruknatriumlampen

Hogedruknatriumlamp© Leefmilieu Brussel

35 tot 15015.000 tot 25.000Slechte IRC en kleurtemperatuur
Lichtdiodes

Ledlampen

Ledlamp© Leefmilieu Brussel

20 tot 305.000 tot 100.000Voor monochrome toepassingen of geconcentreerd licht

Soorten lampen

Welke efficiënte lampen kunnen de huidige vervangen (bij renovatie)?

Type lampVervangende lamp EfficiëntieKleurweergaveAankoopprijsKost na 5 jaar
Klassieke gloielampHalogeenlampWinst van 30%100x3,5

117 > 88€

89 > 69€

72 > 57€

50 > 41€

100W > 70W

75 > 53W

60W > 42W

40W > 28W

1.000h > 2.000h
Halogeenlamp met infrarode laagWinst van 50%100x12

72 > 53€

50 > 41€

60W > 30W

40W > 20W

1.000h > 3.000h
Fluocompacte lampWinst van 75%> 80x12

117 > 33€

89 > 27€

72> 24€

50 > 18€

100W > 23W

75W > 18W

60W > 15W

40W > 10W

1.000h > 8.000h
LED lampWinst van 75%van 30 tot > 80x4033 > 38€*

25W > 7W

40W > 12W

1.000h > 25.000h
Gloielamp vlamvormigHalogeenlamp vlamvormigWinst van 30%100x3.550 > 40€
40W > 28W
1.000h > 2.000h
Halogeenlamp vlamvormig met infrarode laagWinst van 50%100x1250 > 41€
40W > 20W
1.000h > 3.000h
Fluocompacte vlamlampWinst van 60%> 80x12

50 > 26€

33 > 19€

40W > 15W

25W > 9W

1.000h > 8.000h
GloeispotHalogeen spotWinst van 30%100x3

83 > 61€

71 > 55€

60W > 42W

40W > 28W

1.000h > 2.000h
Halogeen spot met infrarode laagWinst van 50%100x783 > 56€
60W > 30W
1.000h > 5.000h
Fluocompacte spotWinst van 75%> 80x4

83 > 22€

61 > 20€

41 > 18€

60W > 11W

40W > 9W

25W > 7W

1.000h > 8.000h
LED spotWinst van 70%van 30 tot > 80x25

61 > 79€*

44 > 70€*

40W > 15W

25W > 7W

1.000h > 25.000h
Halogeen spot 230VHalogeen spot met infrarode laagWinst van 30%100x264 > 50€
50W > 35W
2.000h > 3.000h
Fluocompacte spotWinst van 75%> 80x3

72 > 20€

55 > 18€

55W > 11W

35W > 9W

2.000h > 8.000h
LED spotWinst van 80%van 30 tot > 80x2047 > 58€*
35W > 7W
2.000h > 25.000h
Halogeen spot 12VHalogeen spot met infrarode laagWinst van 30%100x2

60 > 49€

43 > 32€

50W > 35W

35W > 20W

4.000h > 5.000h

* de toename van de kosten hangt samen met de hogere aankoopprijs bij een langere levensduur. Dit komt niet terug in onze berekening over 5 jaar (6.250 uren).

De kosten zijn bepaald op basis van een prijs van € 0,18 / kWh en een werkingsduur van 1.250 uur per jaar. Uittreksel uit het project ECLOS: "L'éclairage efficace des logements – Guide pratique à destination du particulier", SPW, DGO4, 2011

Keuze van de ballast

De starter en de ballast zijn nuttig voor ontladingslampen. Ze zorgen dat de lamp gaat branden en beperken de stroom in de buis tijdens het gebruik om beschadiging tegen te gaan.

De ballast kan elektromagnetisch of elektronisch zijn. Een elektromagnetische ballast werkt met een starter. De elektronische variant combineert de functie van ballast met die van starter.

De elektronische ballast is voordeliger om de volgende redenen:

  • Hij verlengt de levensduur van de lamp;
  • Hij verbetert het comfort door voor een stabiele werking te zorgen, zonder stroboscoopeffect;
  • Hij maakt een energiebesparing van 15 tot 30% mogelijk:

Het verlies is lager;

Hij zorgt voor een betere lichtefficiëntie, want die neemt toe naarmate de frequentie stijgt (zo verbruikt een T8-lamp van 36W alleen 36 W bij 50 Hz (ferromagnetische ballast) en slechts 32 W bij een hoge frequentie (elektronische ballast));

  • Hij zorgt ervoor dat de lampen kunnen worden gedimd;
  • Hij schakelt defecte lampen aan het einde van de levenscyclus automatisch uit;
  • Hij heeft een betere vermogensfactor (die benadert de 1);
  • Hij vermindert het geluidsniveau.

Keuze van de armatuur

De keuze van de armatuur is zeer belangrijk. Het door de lamp geproduceerde licht moet erdoor worden geoptimaliseerd, terwijl reflectie- en verblindingsproblemen vermeden moeten worden. Naast de esthetische en fotometrische aspecten moet bij de keuze van een armatuur rekening te worden gehouden met de mechanische, elektrische en thermische aspecten.

Spots en downlights© Leefmilieu Brussel
Spots en downlights richten de lichtstroom een bepaalde kant op.
Plafondlampen© Leefmilieu Brussel
Plafondlampen worden meestal als enige verlichtingsbron voor een ruimte gebruikt. Ze zijn vaak voorzien van matglas om het licht uniform te verspreiden en verblinding te vermijden. Dit is een veelzijdig type armatuur dat in vrijwel alle ruimten kan worden gebruikt.
Hanglampen© Leefmilieu Brussel
Hanglampen zijn geschikt voor de verlichting van een specifieke plek, zoals de werkzone. ze maken een meer lokale belichting mogelijk dan plafondlampen.
Indirecte verlichtingstoestellen© Leefmilieu Brussel
Indirecte verlichtingstoestellen verlichten een ruimte door weerkaatsing van het licht via een van de wanden. Dit type verlichting is niet erg efficiënt, want een deel van het licht wordt door de wand geabsorbeerd. Hoe donkerder de wand, hoe meer licht er wordt geabsorbeerd. Wel kan met dit type verlichting in lichte ruimten een uniform licht worden bereikt en wordt verblinding vermeden.
Schemer en bureaulampen© Leefmilieu Brussel
Schemer en bureaulampen zijn nuttig als extra verlichting op een plek waar de algemene verlichting niet voldoende is (bijvoorbeeld om bij te lezen, voor precisiewerk enz.) of om sfeer te creëren. Met deze lampen kan worden voorkomen dat de algemene verlichting te zwaar wordt uitgemeten.
Armaturen met bescherming© Leefmilieu Brussel
Armaturen met bescherming tegen elektrische schokken en/of de invoer van voorwerpen of vloeistoffen worden in speciale vertrekken gebruikt (badkamers, technische lokalen enz.).

Particularités des lampes LED

Een ledlamp is een elektronische halfgeleiderdiode.  Bij gelijke spanning geeft ze energie vrij in de vorm van fotonen, d.w.z. zichtbaar licht.

De afgifte van warmte is een van de grootste problemen van ledlampen.  Tussen 50% en 70% van het verbruik van een ledlamp wordt omgezet in warmte die absoluut moet worden afgevoerd. Zo niet zal de ledlamp een kortere levensduur hebben, worden beschadigd of onherroepelijk worden vernietigd.

Overhitting

Alle elektrische energie die kunstmatige verlichting verbruikt, wordt afgegeven in de vorm van warmte in de binnensfeer, door straling, convectie of geleiding. Slechts een fractie van die energie wordt in licht omgezet. Afhankelijk van het soort van lamp en de lichtefficiëntie ervan, verschilt de verhouding van de verschillende aandelen (zie bijzonderheden van ledlampen). Daarom is het van wezenlijk belang dat men rekening houdt met die verhouding, om te grote temperatuurstijgingen te vermijden, vooral in kantoren.

Aan de hand van twee kenmerken kan het juiste type lamp worden gekozen:

  • het rendement van de lampen: deel van de hoeveelheid energie die in licht wordt omgezet;

  • de samenstelling van het emissiespectrum: verhouding van infrarode warmte-energie ten opzichte van het nuttige deel lichtenergie.

Om die redenen bestaat het verlichtingssysteem bij voorkeur uit fluorescentiebuizen, om een te sterke warmtetoevoer te vermijden.

De ballasten dragen ook bij tot de warmteproductie van de elektrische installatie door het verlies dat ze veroorzaken. Het verlies bedraagt tussen 5% en 20% van het vermogen van de lamp.  Door elektronische ballasten te gebruiken, kan dat verlies aanzienlijk worden verminderd (zie De keuze van de ballasten).

Kunstmatige verlichting is niet de enige warmtebron die oververhitting veroorzaakt (zie dossier | Warmtelasten beperken). De verlichting in kantoren draagt evenwel meer bij tot oververhitting dan de verlichting in woningen. 

  • Kantoren: de gebruikte oppervlakte bedraagt ongeveer 12 m² per persoon in een typelandschapskantoor.  Met een verlichting van 7.5 W/m²  bedraagt het vermogen per werkplek dus 90 W, oftewel een hoger vermogen dan door het lichaam zelf wordt afgegeven (80 W) en ongeveer hetzelfde als dat van de kantoorapparatuur.

  • Woningen: het verlichtingsvermogen in woningen is zwakker dan dat in kantoren. Bovendien wordt in tegenstelling tot de kantoren, de verlichting meestal pas aan het einde van de dag aangezet.

Ten slotte mag kunstmatige verlichting nooit worden beschouwd als verwarmingsbron om de eigenlijke warmteproductie te vervangen!

Laatste herziening op 01/01/2013