Terug naar

Begrippen en indicatoren

Begrippen

Eindenergie omvat de hoeveelheid energie die de verschillende verwarmings- en koelsystemen moeten leveren om het warmtecomfort te verzekeren en de verliezen die voortvloeien uit de werking van de verschillende installaties (rendement van de installaties). Ze vertegenwoordigt dus het totale energieverbruik voor de verwarming en de koeling dat aan de gebruiker zal worden gefactureerd. (Bron: Energie+)

Primaire energie

Referentieverbruik van primaire energie

Energieprestatiepeil E of E-peil: globale aanwijzing voor het primaire energieverbruik van een EPB-eenheid. Dit is de verhouding tussen het typische jaarlijkse primaire energieverbruik van de EPB-eenheid en het referentieverbruik van primaire energie, vermenigvuldigd met 100 [/].

Productierendement of nominaal of nuttig rendement ηnuttig: ogenblikkelijk rendement wanneer de brander werkt [%]

Seizoensrendement ηseiz: maakt de berekening van de prestaties van een ketel voor het volledige stookseizoen mogelijk. Het brandstofverbruik is rechtstreeks aan dit rendement gekoppeld. [%]

Verbrandingsrendement vr

Prestatiecoëffiënt COP: kenmerkt de prestaties van een warmtepomp. De COP is de verhouding tussen de warmte die door de condensor wordt geleverd en de elektriciteit die wordt verbruikt om ze te produceren. Hoe hoger de COP, hoe efficiënter de warmtepomp. [/]

Seizoensgebonden COP of globale jaarlijkse COP van de installatie COPA: reële meting ter plekke van de jaarlijkse prestatie van een installatie met warmtepomp, inclusief hulptoestellen, op basis van de verbruikte en geleverde hoeveelheden energie. Alle hoeveelheden gedurende een jaar geproduceerde en geïnjecteerde energie worden vergeleken. In de loop van een stookseizoen variëren de temperaturen van de koudebron en van de warmtebron, zodat ook de prestatie van de warmtepomp varieert. De seizoensgebonden COP is het criterium waarmee men rekening moet houden voor de karakterisering van de warmtepomp. Dit is de belangrijkste aanwijzing voor het onderzoek van een installatie met warmtepomp. Het geeft een goed beeld van het 'rendement' en de effectiviteit van de installatie. [/]

Seizoensgebonden prestatiefactor SPF: theoretische waarde van de jaarlijkse prestatie van een warmtepomp. Ze wordt berekend op basis van de ogenblikkelijke COP bij verschillende temperaturen.

Om rekening te houden met de reële bedrijfsomstandigheden van de warmtepomp wordt de COPtest (de COP die wordt bepaald volgens de door de norm NBN EN 14511-2 beschreven standaardvoorwaarden) vermenigvuldigd met correctiefactoren, zodat men een gemiddelde jaarlijkse COP verkrijgt, de seizoenprestatiefactor (SPF).

De reglementering bepaalt standaard correctiefactoren, die van systeem tot systeem kunnen verschillen. Deze standaardwaarden zijn veiligheidswaarden. Men kan deze correctiefactoren verbeteren, zodat men een hogere SPF krijgt. Meer informatie is te vinden op de website van het WTCB, in de rubriek over de verwarming met warmtepomp.

(Bron: wtcb)

Hernieuwbare energie

Biomassa

Glijdende temperatuurregeling

Indicatoren

De indicatoren zijn objectieve parameters voor deze problematiek. Ze maken de evaluatie mogelijk van de prestaties van het uitgevoerde project (of van een voorziening). Men gebruikt verscheidene indicatoren om de prestaties van systemen voor de productie en opslag van verwarming en SWW te meten:

  • Rendement van de warmteproductie [%]
  • Prestatiecoëfficiënt van een warmtepomp [/]
  • SPF [/]
  • KiloWattelektrisch kWel: maat voor het elektrisch vermogen van een WKK-installatie.
  • KiloWattthermisch kWth: maat voor het thermisch vermogen van een WKK-installatie
  • Retourwatertemperatuur [°C]
  • Omvang van de beschikbare oppervlakte die goed georiënteerd is voor de plaatsing va zonnepanelen [m²]
  • Correctiefactor om rekening te houden met de invloed van de helling en de oriëntatie van de modules op hun jaarlijkse rendement [%]
  • Percentage jaarlijks schaduwverlies [%]
Laatste herziening op 22/01/2024