Terug naar

Uitdagingen en aanpak

Verwarming

Samen met de kwaliteit van de distributie, de effectiviteit van de regeling (zie dossier Verwarming en sanitair warm water: efficiënte installaties garanderen (distributie en afgifte)) en de keuze van het verwarmingselement, is de keuze van de warmteproductiemethode een van de 4 elementen die de kwaliteit van een verwarmingsinstallatie bepalen.

De systemen voor de productie van warmte onderscheiden zich door hun rendement en hun energiedrager : biomassa (hout, plantaardige olie, granen enz.), zon, gas, stookolie en elektriciteit. De keuze van de productiewijze moet een maximale beperking mogelijk maken van het verbruik van primaire energie en de uitstoot van verontreinigende stoffen .

Men kan hernieuwbare energiebronnen (zon, wind, stromend water, biomassa of geothermie) omzetten in mechanische energie, elektriciteit, warmte of brandstof. In combinatie met een rationeel energiegebruik (REG) kunnen ze het verbruik van fossiele brandstoffen beperken.

In onze samenleving gebruiken wij energie in de vorm van warmte en in de vorm van elektriciteit. Meestal worden warmte en elektriciteit gescheiden opgewekt. Het is echter ook mogelijk de opwekking van warmte en elektriciteit te combineren: we spreken dan van warmtekrachtkoppeling (WKK). De grote voordelen hiervan zijn: minder brandstof gebruik ten opzichte van de gescheiden productie en de mogelijkheid tot gebruik van biomassa, biobrandstof of biogas. Wanneer biomassa, bio-olie, biodiesel of biogas gebruikt wordt spreken we van een bio-WKK (meer informatie over bio-WKK in de dossier Installaties voor de opwekking van hernieuwbare elektriciteit integreren )

Naast de keuze van de energiedrager heeft ook de omvang van de uitrusting een niet te verwaarlozen impact op het eindverbruik van gebouwen. Een te grote ketel heeft bijvoorbeeld meer verlies bij stilstand, de werkingscyclussen van zijn brander zijn korter en hij zorgt voor een grotere uitstoot van polluenten (CO, Nox, roet...).

Sanitair warm water

Zowel bij nieuwbouw als bij renovatie bepaalt de energieprestatie van een gebouw de keuze van de systemen voor warmteproductie voor de verwarming en het sanitaire warme water. Zoals de onderstaande figuur toont, zullen de behoeften aan SWW immers verhoudingsgewijs aan belang winnen naarmate het gebouw passiever is. Hoe beter de energieprestatie, hoe meer de keuze dus zal worden beïnvloed door de behoeften op het vlak van SWW.

Netto energiebehoeftenBron: Ecorce © Leefmilieu Brussel

Om de verwachte energiebesparing niet in het gedrang te brengen, moet de productie van sanitair warm water (SWW) rekening houden met de technologie die men voor de warmteproductie gebruikt (type energiedrager; gecentraliseerde of gedecentraliseerde productie, wel of niet gecombineerd met de productie van verwarming).

De productie van sanitair warm water moet ook en op de eerste plaats het verbruik rationaliseren en de drinkwatervoorraden sparen. De andere uitrustingen, zoals regenwatertanks, verwarmingselementen, zonnecollectoren of fotovoltaïsche panelen, warmwaterboilers enz. moeten uiteraard eveneens goed gedimensioneerd zijn.

Laatste herziening op 01/01/2013