Terug naar

Diagnose

Welk type van gebouw, met welke omvang?

Afhankelijk van de activiteiten die zich in het gebouw afspelen, zijn ligging en zijn omvang, kunnen zowel de kwaliteit als de kwantiteit van de behoeften aan actieve vervoerswijzen variëren:

  • Hoe meer groter de be volk ing van in de gebouwen, hoe groter ook de mobiliteitsbehoeften;
  • Woongebouwen scheppen specifieke behoeften, bijvoorbeeld voor gezinnen met kinderwagens;
  • Kantoorgebouwen kunnen bezoekers of leveringen ontvangen (we zien bijvoorbeeld de laatste jaren de ontwikkeling van leveringen door fietskoeriers);
  • Enz.

Men moet de toegangen en paden met de juiste dimensies ontwerpen.

Welk type inplanting van het gebouw?

Afhankelijk van de inplanting van het gebouw denkt men op een andere schaal:

  • In het geval van een inplanting aan de straatkant , let men vooral op de schaal van het gebouw en bestudeert men de inrichting van de ingang (interface tussen het gebouw en de openbare ruimte). Men zal ook trachten, waar het kan, de ingangen in de as van de natuurlijke voetgangersstromen te plaatsen (meer bepaald naar de halten van het openbaar vervoer).
  • In het geval van een inplanting in het midden van het perceel zal men bijzondere aandacht besteden aan de aanleg van de omgeving van de gebouwen (toegankelijkheid, leesbaarheid, verharding, bewegwijzering, veiligheid enz. van de paden). Men zal ook aandacht schenken aan de werking van de omgeving van het gebouw, om paden te traceren in de as van de voetgangersstroom en ze naar de verschillende polen te richten: halten van het openbaar vervoer, winkels, scholen... Men kan ook percelen openen om de paden te verkorten.

Wat is de aard van de werken: renovatie of nieuwbouw?

  • In het geval van nieuwbouw moet men van bij het ontwerp van het project de drie schaalgrootten in hun samenhang beschouwen.
  • In het geval van renovaties kan het moeilijker zijn om de drie schaalgrootten samen te beschouwen, vooral voor het stedelijke weefsel (men kan de bestaande ingangen of paden niet verplaatsen). Men zal dan aandacht schenken aan de heraanleg van de bestaande infrastructuur (paden en ingangen van de gebouwen). Een toepassing van de toegankelijkheidsnormen van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening (GSV) (Titel IV: Toegankelijkheid van gebouwen voor personen met beperkte mobiliteit) is een eerste interessante benadering , aangezien deze normen het gebruikscomfort van alle gebruikers verzekeren.
Laatste herziening op 15/01/2016