Welke participatiegraden zijn er?
Er bestaan verschillende manieren om de spelers bij een participatieproces te betrekken, die worden ingedeeld in 4 graden naargelang van de omvang van de benadering. De keuze zal afhangen van een aantal factoren, zoals:
- doelstellingen van de participatieve benadering,
- het (de) onderwerp(en) dat (die) op tafel wordt (worden) gelegd,
- lokale bijzonderheden,
- geïdentificeerde spelers,
- beschikbare tijd,
- beschikbare middelen,
- ...
Participatiegraden
Passieve participatie | → | Actieve participatie |
---|
Graad 1 | Graad 2 | Graad 3 | Graad 4 |
---|---|---|---|
Informeren en sensibiliseren | Informatie en meningen verzamelen | Bespreken en doen participeren | Actief participeren |
|
|
|
|
Overdracht in één richting |
Overdracht in één richting |
Overdracht in twee richtingen |
Overdracht in verschillende richtingen |
Communicatie | |||
Luisterbereidheid | |||
Overleg | |||
Verbintenis |
Geïnspireerd op: “ Politiques et boîte à outils concernant la participation du public à la prise de décisions” , gepubliceerd door het ministerie van Openbare Werken en Overheidsdiensten van Canada (2000)
Welke participatiegraad kiezen?
De verscheidenheid van de participatieve benaderingen maakt het noodzakelijk om het concept van bij het begin toe te lichten, om geen verwarring te zaaien in de geesten.
Graad 1: informeren en sensibiliseren
Deze participatiegraad wordt gebruikt wanneer:
- De kwestie relatief eenvoudig is.
- Het noodzakelijk is om informatie te verstrekken om bezorgdheid weg te nemen of het publiek voor te bereiden op een toekomstige participatie.
- Een nood- of crisissituatie een onmiddellijke tussenkomst noodzakelijk maakt.
- Het publiek geen enkele beslissing hoeft te nemen : de beslissing werd al genomen door het ontwerpteam. Het publiek heeft dus geen enkele mogelijkheid om het eindresultaat te beïnvloeden . Het heeft er evenwel behoefte aan om de resultaten van het proces te kennen.
- In het specifieke geval van de uitvoering van werken zal het erom gaan de buurtbewoners en alle betrokkenen (werknemers ...) vooraf te informeren.
Voor meer informatie over de communicatie over de werken raadpleegt u voorziening Communicatie over de werken
Graad 2: informatie en meningen verzamelen
Deze participatiegraad wordt gebruikt wanneer:
- De strategische beslissingen al zijn vastgesteld en discretie is geboden.
- Er geen vaste verbintenis is om gebruik te maken van de verzamelde meningen . Dit aspect wordt de deelnemers van bij het begin meegedeeld, om hen niet te misleiden.
- Er bijvoorbeeld via evaluaties na gebruik feedback beschikbaar is over soortgelijke projecten en projecten die aan de gang zijn. *** Raadpleeg voor dit punt voorziening “Feedback en sensibilisering”. ***
Graad 3: bespreken en doen participeren
Deze participatiegraad wordt gebruikt wanneer:
- Het noodzakelijk is om informatie uit te wisselen in beide richtingen.
- Bepaalde mensen belangstelling hebben voor de kwestie en de resultaten op hen betrekking hebben.
- Het wenselijk is om de discussie tussen mensen te bevorderen.
- De strategische richtsnoeren en het programma zullen worden bepaald door zich te inspireren op de gekregen commentaren.
- Het nog mogelijk is om het eindresultaat te beïnvloeden .
Graad 4: actief participeren
Deze participatiegraad wordt gebruikt wanneer:
- Het ontwerpteam wenst rekening te houden met de mening van de spelers die met het project te maken hebben.
- De spelers onderling complexe kwesties bespreken en proberen om tot overeenstemming te komen, die ze dan formaliseren.
- Er tijd is voorzien om te beraadslagen over de kwesties die op het spel staan.
- Een moderator zal kunnen worden aangewezen om de benadering in goede banen te leiden.
Voor deze participatiegraad kunnen de spelers individuen of instellingen zijn die in een of meerdere denktanks worden gegroepeerd (naargelang van het behandelde thema en/of het aantal spelers). Deze spelers kunnen deelnemen aan één sessie of worden gevraagd voor bijeenkomsten die worden verspreid over het volledige proces van het project. Bepaalde spelers kunnen ook een referentiekern vormen, die als verbindingspunt fungeert tussen het ontwerpteam en een groep mensen die ze vertegenwoordigen. Wanneer de beslissingen/overeenstemmingen van de werkgroep(en) niet kunnen worden uitgevoerd, verantwoordt het ontwerpteam zijn keuzes bij de betrokken spelers.