Terug naar

Teelt in volle grond

Teelt in volle grond, d.w.z. op een substraat dat integraal deel uitmaakt van de niet-bebouwde bodem, is een eenvoudige oplossing, mits de toestand van de bodem het toelaat (geen vervuiling). Elk stuk volle grond dat vrij is van bebouwing of wegen, kan worden opgewaardeerd met eetbare vegetatie, en dit op percelen van zeer variabele grootte, van de grond aan de voet van gebouwen tot grotere percelen. Er zijn echter een aantal goede ontwerp- en beheersregels nodig om een overvloedige productie mogelijk te maken en tegelijkertijd de teelt in de stedelijke omgeving te integreren.

Waar vinden we productieruimtes in volle grond in een vastgoedproject?

Productie in volle grond is niet beperkt tot grote stukken land, ver van de woonzones. Elk niet-gemineraliseerd gebied in een stedelijke omgeving kan in aanmerking komen voor teelt in volle grond:

  • binnenkant van huizenblokken;
  • grond aan de voet van gebouwen;
  • grond naast gebouwen:

    • braakland;
    • privétuinen of gemeenschappelijke tuinen;
    • oude velden;
  • grond in de openbare ruimte;

Wat ook het potentieel van een teeltgebied bepaalt, is dat het vrij is van elke vorm van vervuiling en van goede agronomische kwaliteit is (zie hoofdstuk ‘Bodemeigenschappen' hieronder). Als de toestand van de bodem niet aan deze criteria voldoet, bestaan er alternatieve oplossingen om deze gebieden toch op te waarderen met teeltbakken.

Wat zijn de voor- en nadelen van teelt in volle grond?

Voordelen van teelt in volle grond:

  • geringe investeringen in infrastructuur;
  • voedingsstoffen van nature in de bodem aanwezig;
  • werken in de open lucht;
  • eenvoudigere mechanisatie;
  • meer plantensoorten mogelijk (fruitbomen);
  • een grotere inertie van de grond (droogt minder snel uit) dan bovengrondse systemen.

Nadelen van teelt in volle grond:

  • moeilijk toegankelijk voor personen met beperkte mobiliteit;
  • de gewassen kunnen niet worden verplaatst;
  • blootstelling van gewassen en tuiniers aan slecht weer (wind, vorst enz.);
  • aanplantingen meer blootgesteld aan ongedierte.

Welke aandachtspunten voor de keuze van het terrein?

Algemene punten

Het dossier | Stedelijke landbouw behandelt de volgende punten:

Specifieke punten voor teelt in volle grond

Duur van de bezetting

Bij grond die tijdelijk bezet wordt, is de keuze van het type gewas (in volle grond of teeltbakken) van belang. De aanleg van een moestuin in volle grond vergt enige investering (tijd, energie enz.), die verloren gaat wanneer de gecultiveerde grond een nieuwe bestemming krijgt. Wanneer de bezettingsduur kort is, krijgen verplaatsbare teeltbakken dan ook de voorkeur.

Toegankelijkheid

Specifiek voor gewassen in volle grond kan het nuttig zijn om voor de toegangswegen een doorlaatbaar wegdek te kiezen.

Algemene aandachtspunten met betrekking tot toegankelijkheid worden besproken in het dossier op de pagina | Toegankelijkheid.

Bodemkenmerken

Door de situatie en de planten die op de bestaande bodems groeien (bio-indicatorsoorten) te observeren, kan men de agronomische kwaliteit van de bodem beoordelen en de aanplantingen daaraan aanpassen.

Bestaande planten- en diersoorten

Voor een duurzame aanpak moeten we eerst een lijst opstellen van de planten- en diersoorten die aanwezig zijn op de site. Het doel is de bestaande fauna en flora van ecologisch belang te behouden. Afhankelijk van de status of de oppervlakte van het perceel kan deze analyse verplicht zijn en moet zij worden uitgevoerd door een erkende deskundige.

Zie voor meer informatie het Dossier | Biodiversiteit in de stad maximaliseren op de Pagina | Voorafgaand onderzoek van de site

Reglementaire verplichtingen

Alvorens grond of een gebouw te verwerven of te veranderen (wijziging van de bestemming, ingrijpende wijziging van het reliëf, ontbossing enz.), moet de toekomstige bouwheer bij de bevoegde instanties inlichtingen inwinnen over:

  • de bestemming van het goed. Deze wordt bepaald door de verschillende gewestelijke plannen (GBP, RPA) en, indien van toepassing, door de gemeentelijke plannen (BBP);
  • of een stedenbouwkundige of milieuvergunning vereist is;

Meer informatie over de regelgevende aspecten:

Welke inrichtingen zijn nodig voor teelt in volle grond?

Welke inrichtingen nodig zijn voor teelt in volle grond, hangt af van het soort beheer en van de gewenste landbouwpraktijken. Desalniettemin kunnen de meeste van de volgende inrichtingen worden voorzien als basis in projecten voor teelt in volle grond:

  • recuperatie van regenwater;

Zie het dossier op de pagina over watervoorziening van het project

  • compost;

Zie ook de Voorziening | Compost

  • opslagruimten voor materiaal, onderhoudsproducten, zaden enz., over het algemeen in de vorm van een berghok;
  • kippenhok: valorisatie van uitwerpselen tot meststof, eierproductie, afvalverwijdering enz.;
  • insectenhotel: gunstig voor bestuivers, natuurlijke vijanden van ongedierte, biodiversiteit enz.;
  • bijenkorven: bestuiving van gewassen;
  • ecologische inrichtingen: behoud van nuttige biodiversiteitselementen, ontwikkeling van plaatsen die bevorderlijk zijn voor de biodiversiteit;

Zie ook het dossier | Biodiversiteit bevorderen en het dossier | Habitat bieden aan fauna

  • Fysieke afbakening van de percelen: de fysieke afbakening van de gecultiveerde percelen is niet verplicht, maar indien gewenst kan het project gebruikmaken van vegetatie. Deze vormt een natuurlijke barrière tegen wind en dieren en is te verkiezen boven hekken of afsluitingen.

Zie ook de voorziening | Voor dieren toegankelijk perceel

Welke landbouwpraktijk is te verkiezen voor teelt in volle grond?

Soorten landbouwpraktijken

Een aantal landbouwpraktijken kan worden aangepast aan de stedelijke context, afhankelijk van de locatie, de nagestreefde doelstellingen en de beschikbare middelen:

Voor inspirerende voorbeelden van de verschillende landbouwtechnieken verwijzen we naar de Portaalsite GoodFood.

Voor landbouwpraktijken die gebaseerd zijn op het gebruik van bomen, zie de lijst van inheemse plantensoorten die door Leefmilieu Brussel worden aanbevolen.

Doel van de landbouwproductie

Of de landbouwproductie bedoeld is voor eigen consumptie of verkoop, hangt over het algemeen af van de grootte van het perceel. Zo worden kleine percelen voornamelijk gebruikt voor eigen consumptie en onderwijs, terwijl grotere percelen geschikt zijn voor professionele activiteiten of gemeenschappelijke tuinen. Het SPIN-farmingmodel maakt het echter mogelijk om in volle grond professioneel te telen op kleine oppervlakten, en is daarom erg geschikt voor een stedelijke omgeving.

Wat zijn de aandachtspunten voor een gemeenschappelijk project?

Bij gemeenschappelijke groentetuinen moeten we rekening houden met de volgende elementen:

  • Toegang:

    • de toegangswegen worden onder andere ontworpen op basis van het profiel van de personen die er toegang toe zullen hebben (buitenstaanders van het project? Personen met beperkte mobiliteit? Apparatuur om de gewassen te onderhouden? enz.);
    • speciale aandacht is vereist als toegang via de gebouwen nodig is;
  • toe-eigening van het project:

    • om een langdurige werking te garanderen, is het van essentieel belang dat het collectief zich het project zo vroeg mogelijk kan toe-eigenen, zo mogelijk al in de ontwerpfase van het gebouw.
    • Meer informatie in het dossier op de pagina | Co-creatie van gemeenschappelijke projecten

Zie ook de video over gezamenlijk beheer in een rusthuis van het OCMW in Sint-Joost.

Cité Modèle© Leefmilieu brussel

Cité modèle© X.Claes

Pousse qui pousse© X.Claes

Gemeenschappelijke projecten© Début des HAricots

Gemeenschappelijke projecten© Groot Eiland

Meer weten

In de Gids

Bijkomende inrichtingen voor teelt in volle grond:

Voorziening | Compost

Voorziening | Voor dieren toegankelijke percelen

Andere publicaties en tools van Leefmilieu Brussel

Websites

Laatste herziening op 13/06/2019