Indien sprake is van een passief koelsysteem (free cooling, slab cooling, adiabatische koeling van de nieuwe lucht…), moet worden nagegaan of het zomercomfort kan worden verzekerd, rekening houdend met de architectuur en de eventuele beschaduwing van het gebouw.
Op basis van die evaluatie kunnen indien nodig aanvullende maatregelen worden genomen om het beoogde comfort te bereiken.
Er kunnen verschillende evaluatiemethoden worden toegepast:
- een statische evaluatie, bijvoorbeeld met de PHPP-software ;
- een dynamische thermische evaluatie met specifieke software (bijvoorbeeld VE, Trnsys, Energy+). Zie dossier | Een passieve koelstrategie toepassen.
Met deze twee tools kan het percentage van het jaar worden berekend tijdens welke het te warm of te koud is in vergelijking met een bepaald criterium.
De statische evaluatie biedt goede resultaten in een gebouw met beperkte inertie, maar is onvoldoende nauwkeurig om de efficiëntie van passieve koeling in een zeer inert gebouw te beoordelen. In dat geval biedt een dynamische thermische simulatie de beste resultaten.
Bij zulke simulaties moet worden uitgegaan van een groot aantal hypotheses wat de constructie van het gebouw en het gedrag van de gebruikers betreft. Deze hypotheses zijn van zeer groot belang voor een realistisch resultaat. Ze omvatten:
- De locatie, de ruwbouw, de afwerkingen en de technische installaties van het gebouw. Bij het ontwerp van een nieuw project moeten deze gegevens worden beoordeeld. Het blijven dus hypotheses die goed of minder goed aan de praktijk zullen blijken te beantwoorden.
- De bezetting, het beheer van de kunstmatige verlichting, de uitrustingen, de regeling van de uitstoot en de energieproductie, het beheer van de mobiele zonwering en het beoogde binnenklimaat. Deze profielen moeten ook worden verondersteld bij het ontwerp van een project. Aangezien ze in grote mate afhangen van het gedrag van de gebruikers, zijn ze moeilijk te voorspellen. Bovendien wordt voor het weer uitgegaan van de situatie in de voorbije jaren, maar het weer ligt niet vast en herhaalt zich niet.
Er moet dus behoedzaam worden omgegaan met de resultaten van simulaties. Het eerste doel is te vergelijken welke architecturale, bouw- en technische varianten het interessantst zijn, rekening houdend met de opgestelde hypotheses.
- Met CFD-simulaties ten slotte kan de stroming van de vloeistoffen en de thermische uitwisseling worden gesimuleerd. Dit type simulatie is veel preciezer dan een dynamische simulatie. Ze wordt toegepast op een specifieke plek binnen een ruimte en kan aan een incidentele behoefte voldoen, bijvoorbeeld de luchtstroom in een atrium.