Terug naar

Keuze van de eindunits voor verwarming en actieve koeling

De wijze van afgifte van de warmte of koeling

In performante gebouwen (nieuwbouw, grondige renovatie, etc.) zorgt de grondige warmte-isolatie voor wanden met globaal homogene temperaturen. De verschillende mogelijke eindunits leveren in zulke omstandigheden min of meer hetzelfde comfort.

Maar in het kader van een renovatie, als de temperatuur van de wanden sterk varieert (lichte renovatie, als monument geklasseerde gedeelten van het gebouw, etc.), zal de keuze van de eindunits voor verwarming en/of eventuele actieve koeling een aanzienlijke impact hebben op het comfort.

De voorkeur zal uitgaan naar een emissiemodus met 'zachte straling', d.w.z. bij lage temperatuur,  omdat die voor het menselijk lichaam comfortabeler is :

  • Vloerverwarming, die de voorkeur verdient in bijvoorbeeld in de verblijfsruimtes van crèches waar de kinderen zich vaak op vloerniveau bevinden;

  • Verwarming via de muren of verwarmende tussenwanden die bij renovatie stralingsverwarming mogelijk maken zonder de afwerkingsgraad of de vloerbedekking te wijzigen;

  • Verwarming en koeling via de plafonds;

  • Grote radiatoren die bij lage temperatuur werken.

Deze verwarmings-/koelingsmethode maakt ook een zeer lokale behandeling van de omgevingstemperatuur mogelijk, wat gunstig is voor energiebesparing. Stralingsverwarming zal des te meer gewaardeerd worden in lokalen waar mensen zich uitkleden (badkamer, kleedkamers).

De mogelijkheid om de afgifte te beheersen

De keuze tussen stralingssystemen hangt samen met de mogelijkheid om de interne warmteproductie in het vertrek te beperken.

Als die warmteproductie sterk en snel varieert (geen of geen goede zonwering, grote variatie in de bezettingsgraad, etc.), moeten systemen met grote inertie (vloerverwarming / -koeling met traditionele ondervloer, stralingsverwarming in de muur) worden vermeden. De voorkeur gaat dan uit naar:

  • droog vloerverwarmingssysteem ;
  • plafondverwarming en/of -koeling ;
  • grote radiatoren met lage watertemperatuur.

Een droog vloerverwarmingssysteem is zodanig inert dat de vloer nog lang warm blijft nadat de verwarming is uitgeschakeld. Deze onverwachte warmteproductie kan tot oververhitting en dus ongemak leiden (en nutteloos verbruik opleveren): de verwarming wordt uitgeschakeld wanneer het al te laat is; de vloer/muur blijft warmte afgeven. Dit type verwarming moet dus worden vermeden in scholen, restaurants, gebouwen die veel zon vangen, etc. Het levert meer ongemak dan comfort op!

Wel is dit type inerte warmteafgifte zeer geschikt voor gebouwen met regelmatig en voorspelbaar gebruik: crèches en rusthuizen met goede zonwering. In gebouwen met regelmatig en voorspelbaar gebruik en in woningen worden bepaalde vertrekken minder vaak gebruikt dan andere. Het gebruik van die vertrekken kan niet altijd goed worden gepland zoals in badkamers of sportzalen.

Voor dit type vertrekken kan eventueel een ander, meer reactief type verwarming worden gekozen, zoals convectieverwarming.

Het gewenste verwarmings- en / of koelvermogen

De keuze voor een bepaalde eindunit hangt ook samen met het gewenste verwarmings- of koelvermogen. Het vermogen van vloerverwarming of koudeplafonds is beperkt tot het beschikbare oppervlak en de maximale en minimale watertemperatuur. Ook luchtverwarming en -koeling heeft een beperkt vermogen, afhankelijk van het ventilatiedebiet.

Deze systemen zijn dus alleen geschikt indien sprake is van:

  • goede warmte-isolatie en goede luchtdichtheid (verwarming op laag vermogen) ;
  • en/of een goede beheersing van de interne warmteproductie en de zonnewarmte voor een koeling op laag vermogen.

Luchtverwarming wordt vaak in passieve gebouwen gekozen. Voordat voor dit systeem wordt gekozen, moet evenwel worden nagedacht over het mogelijke ongemak:

  • De meest voordelige oplossing is nieuwe lucht indien nodig na de warmtewisselaar op te warmen. De temperatuur van de aangeblazen lucht is dan in alle vertrekken hetzelfde: woonkamer, slaapkamer en badkamer, kantoor of vergaderzaal. De streeftemperatuur kan niet per vertrek worden aangepast.
  • Het zwakke verwarmingsvermogen is voldoende indien het pand regelmatig wordt gebruikt. Maar als de vertrekken langdurig leeg staan of als per ongeluk een raam blijft openstaan, duurt het lang voordat het pand weer is opgewarmd.
  • De lucht is meestal vrij droog – te droog soms. Een warmteterugwinningssysteem met rad in plaats van een plaat kan dit problemen helpen verminderen of vermijden.
  • Het gebruik van de hygiënische ventilatiebetekent voor de verwarming dat het gedurende een deel van het jaar, wanneer het maximale (zwakke) verwarmingsvermogen nodig is, onmogelijk is het ventilatiedebiet aan te passen aan de effectieve bezetting van de vertrekken.

Zie dossier | Verwarming en sanitair warm water: efficiënte installaties garanderen (distributie en afgifte)

Radiatoren, convectoren, ventiloconvectoren en koelbalken daarentegen kunnen het volledige gewenste vermogen leveren.

  • Bij ventiloconvectoren kan de zeer beperkte inertie ongemak veroorzaken. De snelle temperatuurvariatie kan tot des te grotere temperatuurschommelingen leiden als het verwarmingselement te groot is ten opzichte van de behoefte en/of als het verschil met de thermostaat groot is.
  • De afmetingen en de locatie van de koelbalken zijn eveneens een gevoelige kwestie. Het systeem kan hierdoor voor ongemak zorgen.

Het hygiënische ventilatieniveau

In vertrekken met een hoge potentiële bezettingsgraad zal het hygiënische ventilatiedebiet aanzienlijk zijn. Deze lucht kan dus een aanzienlijk verwarmings- of koelingsvermogen hebben. Het geïnstalleerde ventilatiesysteem kan dan dus worden gebruikt om de extra warmte of koelte te leveren voor optimaal comfort.

De keuze van het afgiftesysteem zal dus verschillen naargelang:

  • De behoeften: alleen verwarming of ook koeling ;
  • De bezetting en de vraag of een meer of minder inert systeem gewenst is.

De keuze van de afgiftesystemen kan dus binnen hetzelfde pand verschillen naargelang het vertrek. Bijvoorbeeld radiatoren in de kantoren en luchtverwarming in vergaderzalen of luchtverwarming in de woonvertrekken van een passiefwoning en een radiator in de badkamer.

Vergelijking tussen eindunits, alleen gefocust op het comfortaspect

Afgiftesysteem

Verwarming

Koeling

Thermische inertie van het systeem

Toepassing

Vloerverwarming / -koeling – traditionele ondervloer

x

x

Aanzienlijk

Vertrekken met weinig zon of goede zonwering en "continue" bezetting.

In deze omstandigheden is dit systeem geschikt voor vertrekken met hoge plafonds: de hoogte van het vertrek heeft geen impact op het comfort.

Stralingsverwarming via de wanden

x

X

Aanzienlijk

Vertrekken met weinig zon of goede zonwering en "continue" bezetting.

Aan te bevelen in vertrekken met hoge plafonds indien vloerverwarming niet mogelijk is, bijvoorbeeld bij renovatie.

Lokale verwarming, bijvoorbeeld een deel van een werkplaats.

Droge vloerverwarming

x

X

Gemiddeld

Vertrekken met een beperkte hoeveelheid zon.

In deze omstandigheden is dit systeem geschikt voor vertrekken met hoge plafonds.

Plafondverwarming / koudeplafonds

Eventueel gedeeltelijk

x

X

Zwak

Goed geïsoleerde vertrekken met beperkte behoefte aan koeling.

Goede oplossing voor zowel verwarming als actieve koeling met beperkt vermogen via een en hetzelfde systeem.

Radiator

x

-

Zwak

Vertrekken met frequente belastingswisseling en plafonds van lager dan 3 meter.

Convector

x

-

Zeer zwak

Vertrekken met behoefte aan snelle opwarming

Ventiloconvector

x

X

Zeer zwak

Vertrekken met behoefte aan snelle opwarming en koeling

(Steeds minder gebruikt want zeer energieverslindend)

Statische of dynamische koelbalk

-

x

Zeer zwak

Risico op ongemak als het systeem slecht is gedimensioneerd en/of gelokaliseerd

Luchtverwarming en -koeling

x

x

Zeer zwak

Passief of goed geïsoleerd gebouw met beperkte interne warmteproductie, waardoor het verwarmingsvermogen beperkt kan blijven.

Of vertrekken met potentieel aanzienlijke bezetting en dus een groot debiet verse lucht

Zie dossier | Verwarming en sanitair warm water: efficiënte installaties garanderen (distributie en afgifte)