De eis inzake het risico op oververhitting wordt beoordeeld op het niveau van de NE en NGE EPW-eenheid, op basis van de oververhittingsindicator. De berekening van de oververhittingsindicator voor de gehele EPW-eenheid gebeurt op exact dezelfde manier als voor een energiesector die voor de PEV-berekening wordt gebruikt.
Bij de berekening van de oververhittingsindicator wordt rekening gehouden met:
- de warmtebijdragen door de zon,
- de warmtebijdragen door gebruik,
- de warmteverliezen door transmissie (via muren, vensters, enz.),
- de warmteverliezen door ventilatie (door hygiënische ventilatie, ongecontroleerde verliezen door in- en exfiltratie en door het openen van ramen),
- de warmtecapaciteit (inertie). De inertie is afhankelijk van het constructietype.
Het in rekening brengen van ventilatie door openen van de vensters hangt af van:
- het type venster (kiepvenster, ...),
- en van de mogelijkheid continu te ventileren zonder inbraakrisico.
De ventilatie door het openen van de vensters van de EPW-eenheden wordt enkel gebruikt om de oververhittingsindicator te berekenen. Maar deze oververhittingsindicator komt ook tussen bij de berekening van het PEV. In feite berekent de berekeningsmethode voor het primair energieverbruik voor de EPW-eenheden de koelingsbehoefte van de EPB-eenheid op basis van de berekening van de oververhittingsindicator. Door voor een lage oververhittingsindicator te zorgen (onder meer door ventilatie door het openen van vensters), wordt dus niet alleen de oververhittingseis van de NE en NGE EPW-eenheid gerespecteerd, maar zorgt men tegelijkertijd ook voor een daling van het primair energieverbruik van de EPW-eenheid.
De EPW-berekeningsmethode beschreven in de bijlage EPW van het “Eisenbesluit” is van toepassing (zie Deel 9 Berekeningsmethoden – Hoofdst 2 EPW-methode).
De berekening van de oververhittingsindicator van de EPW-eenheid houdt rekening met de impact van de bouwknopen, volgens de methode A of B, naar keuze van de EPB-aangever, beschreven in de bijlage bouwknopen van het “Eisenbesluit” (zie Deel 9 Berekeningsmethoden – Hoofdst 5 Bouwknopen). Als methode C wordt gekozen, wordt het effect ervan niet in aanmerking genomen bij de berekening van de oververhittingsindicator.