Voor de Nieuwe “EPB-Wooneenheden” zijn er twee pistes voorzien om de eis inzake NEVmax te bepalen:
-
piste A: als de NEV van de eenheid ≤ 15 kWh/(m².jaar) bedraagt
dan is NEVmax = 15 kWh/(m².jaar)
-
piste B: als de NEV van de eenheid > 15 kWh/(m².jaar) bedraagt
dan is NEVmax = X (≥15) kWh/(m².jaar) (waarde X berekend door de EPB-software)
De EPB-software toont slechts één enkele NEVmax, ofwel die van piste A, ofwel die van piste B.
Toelichtingen bij piste B: NEVmax berekend door de software
Piste B is bedoeld voor de EPB-eenheden waarvoor een slechte oriëntatie of compactheid de naleving van piste A bijzonder moeilijk maakt (bv. door het gebruik van een te grote isolatiedikte op te leggen).
Als de berekende waarde van de NEVmax ≤ 15 kWh/(m².jaar) bedraagt, is de waarde waarmee rekening wordt gehouden en die wordt weergegeven door de software, een NEVmax van 15kWh/(m².jaar).
Als de berekende waarde van de NEVmax > 15 kWh/(m².jaar) bedraagt, wordt deze waardemax X (>15) kWh/(m².jaar) door de software in aanmerking genomen en weergegeven. Daardoor kan de NEVmax bij piste B dus variëren naargelang de eenheid.
De NEVmax X (≥15) kWh/(m².jaar) zoals weergegeven door de EPB-software, wordt berekend op basis van een invoer die beperkt is tot de architecturale parameters:
- waarbij men er standaard van uitgaat dat er een ventilatiesysteem D met een warmteterugwinningsvoorziening is geïnstalleerd, ongeacht het geplande ventilatiesysteem (A, B, C of D),
-
en met de volgende hypotheses:
- een waarde Ugewogen gemiddelde van 0,12 W/m²K voor de opake scheidingsconstructies,
- een waarde Ugewogen gemiddelde van 1 W/m²K (voorheen 0,85 W/m²K) voor de vensters, deuren, gordijngevels en andere doorzichtige scheidingsconstructies,
- de inachtneming van bouwknopen op basis van het forfait gehaald uit methode B van de “EPB-aanvaarde bouwknopen”,
- een luchtdichtheid bij een drukverschil van 50 Pa (v50) gelijk aan 1,5m³/h.m² (voorheen (n50) gelijk aan 0,8 volume per uur),
-
een reductiefactor voor voorverwarming van de ventilatielucht rpreh,heat,zone z, naargelang het geval, gelijk aan één van de volgende waarden:
- de berekende waarde als een ventilatiesysteem D met een recuperatierendement ηtest,p groter dan 80 % geïnstalleerd is,
-
0,24 als een ventilatiesysteem D geïnstalleerd is met een ventilatiedebiet dat geregeld wordt op basis van een continue meting van de debieten,
- 0.32 in de andere gevallen,
- een afstelling van de installatie waarvan de factor mheat,sec i gelijk is aan 1 en een reductiefactor voor de ventilatie freduc,vent,heat,sec i gelijk aan 1.